Huidige student net zo druk als topmanager 10 jaar geleden
Flinke prestatiedruk, psychische klachten en een torenhoge schuld. Dat zijn de kenmerken van de student anno 2018. Had de student het vroeger makkelijker? “Ik deed zelf zeven jaar over een bachelor geschiedenis en niemand die ernaar kraaide.”“Vroeger kon je als student jarenlang doen over je studie, er was geen sprake van druk,” weet Leen Dorsman, profileringshoogleraar universiteitsgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht, uit eigen ervaring. Maar dat was ook de valkuil van die tijd, merkt hij op: “Studenten werden heel erg aan hun lot overgelaten. Zou je het niet redden, dan was er niemand die naar je omkeek.” Mede daardoor liep het studentenaantal tot aan de jaren ’50 in rap tempo terug.En dat kwam niet goed uit. Door de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog en de opkomst van de industrie was de nood voor hoogopgeleide technici in Nederland hoog. De politiek greep in en maakte studeren betaalbaar voor iedereen. “Vanaf dat moment werd er steeds meer geld in de student gepompt,” vertelt Pieter Slaman, beleidshistoricus aan de universiteit Leiden, waar hij promoveerde op de politieke geschiedenis van de Nederlandse studiefinanciering.
Het beleid sinds de jaren ’50 heeft er ook voor gezorgd dat de student meer ‘aan het handje’ werd meegenomen. Zo kwam er studiebegeleiding om studenten te helpen hun tentamens te halen en daarmee ook hun studie succesvol af te ronden. Maar Dorsman vraagt zich af of alles niet te veel wordt gereguleerd: “Er worden steeds zwaardere eisen gesteld. Zo kan een student niet meer eindeloos tentamens herkansen en wordt gestimuleerd dat die zijn bachelor in maximaal drie jaar afrondt.”
De politiek doet daar actief aan mee door bijvoorbeeld het bindend studieadvies (BSA) in te voeren, of door een basisbeurs aan te bieden met de voorwaarde dat de student niet te veel uitloop heeft. Het gevolg: prestatiedruk. “Je krijgt dan een systeem waarin alles in hokjes is geplaatst. Het is onmogelijk voor een student om daar dan nog uit te stappen,” zegt Dorsman.
“Ik raakte in paniek”
Die druk komt niet alleen vanuit universiteiten en de politiek. Ook de maatschappij vraagt steeds meer van de huidige student. “Ik ken mensen die tien jaar geleden hebben gestudeerd. Hun grootste zorg was het halen van hoge cijfers,” merkt Michelle van Gool op. Zij studeert op dit moment rechten aan Tilburg University. Vandaag de dag zijn alleen hoge cijfers niet genoeg. Je moet in het buitenland hebben gestudeerd, commissies hebben gedaan en het liefst nog in het bestuur van een vereniging hebben gezeten.Michelle: “Mijn mentoren zeiden in het eerste jaar al: ‘Michelle, je moet nu die en die commissie doen. En wat ga je volgend jaar voor de vereniging betekenen?’” De nu 25-jarige studente was toen alleen nog maar bezig met het behalen van haar propedeuse: “Ik raakte in paniek, ik werd er gewoon in meegesleurd zonder dat ik daar erg in had.”
Problemen stapelen zich op
Studenten gaan steeds vaker langs bij de psycholoog. Volgens Geertje Hulzebos, voorzitter van de landelijke studentenvakbod (LSVb), stapelen de problemen zich op: “Psychologen kunnen de problemen niet meer aan. De wachtlijsten voor psychologische hulp aan studenten is ellenlang,” waarschuwt ze in augustus van dit jaar in de Volkskrant. Univers merkte het probleem vorig jaar al op en belde met de studentenpsycholoog van Tilburg University. Die kapte het gesprek direct af: geen tijd.Dat studenten steeds vaker om hulp zoeken blijkt ook uit de cijfers. Zo steeg het aantal spreekuren met studenten, die gingen over angst, paniek, somberheid en depressie, in huisartsenpraktijken in Amsterdam van vijftig in 2006 naar vijfhonderd in 2015. Uit een rapport van de LSVb uit 2013 blijkt dat 49% van de studenten psychische klachten heeft of heeft gehad. Op het moment van onderzoek leed 23% van de ondervraagde studenten aan die klachten.
Het alsmaar groter wordende probleem wordt ook breed uitgemeten in de media. Zo kopte de NOS in augustus van dit jaar: ‘Studenten vallen bij bosjes uit met psychische problemen’ en schreef het NRC twee maanden later boven hun artikel: ‘Studenten lijden onder keuzestress en prestatiedruk’. En dit zijn nog maar twee van de honderden artikelen over dit onderwerp die de afgelopen jaren zijn geschreven. Wordt er niet teveel geschreven over hoe slecht de student het wel niet heeft?De Tilburgse psycholoog en voormalig hoogleraar Peter van der Velden vindt dat er sprake is van een “hype” rondom het welbevinden van studenten. Dat zegt hij tegen het Nijmeegse onafhankelijke magazine VOX. Studenten “kunnen er druk mee uitoefenen op universiteiten,” meent hij. Van der Velden vergeleek met twee collega-wetenschappers de mentale gezondheid van jongeren in de leeftijd van 19 tot 24 jaar. Dat deed hij in de jaren 2007, 2012 en 2017. De uitkomst: de (mentale) gezondheid van jongeren (studenten en niet-studenten) is in al die jaren stabiel gebleven.
Een gezondheidsenquête van het CBS van begin deze maand bewijst juist het tegendeel. Tussen 2012 en 2017 was acht procent van de jongeren naar eigen zeggen psychisch ongezond. Tien jaar eerder was dat zeven procent.Ook Dorsman merkt dat jongeren steeds vaker bij psychologen langslopen, maar vraagt zich af of het probleem niet ook bij de student zelf ligt: “De huidige student leeft in een vrije wereld waarin alles mogelijk en veel daadwerkelijk haalbaar is. Dat zorgt ervoor dat ze veel willen.”
‘Verwende generatie valt massaal om’
De student van twintig jaar (of langer) geleden leefde in een hele andere wereld. Er was dan wel geen prestatiedruk, maar er was ook niemand om je te helpen als het niet goed ging. “Ik moet toegeven, de millenniumgeneratie is een verwende generatie. The sky is the limit! Maar het is ook de generatie die massaal omvalt,” stelt rechtenstudente Michelle. “De student van onze generatie is vergelijkbaar met iemand met een managersfunctie van de generatie voor ons,” legt ze uit.“Een manager rijdt van de ene afspraak naar de andere en haalt bij het benzinepompje een broodje en rijdt verder. Dat is ook ons dagelijks leven. Je gaat van college naar een koffie-afspraak, een vergadering, van daaruit ga je weer naar een volgende afspraak, dan moet je even snel wat eten. Vervolgens heb je nog een college, nog een vergadering en dan moet je weer naar de kroeg. ‘Moet’, want heel vaak zijn dat de netwerkgelegenheden. Of je gaat is niet altijd een vrije keuze,” zegt Michelle.
“Studeren alleen is niet meer genoeg”
Dat drukke leven speelde haar vorig jaar parten. Ze was bestuur van Serve the City en moest in haar eentje het belangrijkste goede doel van de TOP-week vertegenwoordigen. Daarbij kwam nog haar studie, die ze bij moest houden en wilde ze het contact met vrienden en familie niet verliezen. “Dat werd me teveel, ik begon spontaan te huilen en had woede-uitbarstingen.” Ze kreeg een burn-out.Het besluit om een commissie of bestuursjaar te doen is niet altijd een vrije keuze, weet Robin de Hoon uit eigen ervaring. “Het wordt steeds meer een pré vanuit werkgevers. Op het sollicitatieformulier staat een hokje met daarachter: ‘bestuursjaar afgerond’. Als je dat niet aankruist, dan ben je gewoon niet meer welkom.”
Den Haag komt beloftes niet na
Ook de invoering van het leenstelsel heeft niet bepaald geholpen om de druk op de student te verminderen. “Ik heb het geluk dat mijn ouders mijn studie volledig hebben betaald, maar ik ken een meisje die twee bijbaantjes heeft hebben om überhaupt te kunnen studeren,” zegt masterstudent Robin verontwaardigd. Ook beleidshistoricus Pieter Slaman zet een kanttekening bij het huidige beleid: “De invoering van het leenstelsel hapert hier en daar. Er wordt studenten van alles beloofd, maar steeds minder nagekomen. Zo kunnen ze bijvoorbeeld moeilijk een hypotheek krijgen.”
“Studenten beseffen niet dat al dat geld ook terugbetaald moet worden”
Het leenstelsel is geïntroduceerd, zodat, met het geld dat zou vrijkomen, de kwaliteit van het onderwijs kan worden verbeterd. Dat geld zou ergens dit studiejaar vrij moeten komen. Toch hadden studenten al kwaliteitsverbetering moeten merken: “Den Haag heeft beloofd dat universiteiten en hogescholen zeshonderd miljoen euro extra zouden investeren in de kwaliteit van het hoger onderwijs”, zei Robin hoopvol, “maar de rekenkamer heeft dat nagerekend en kwam tot de conclusie dat de doelstellingen daarvoor nauwelijks zijn gehaald. Daarbij wordt er op Prinsjesdag nog eens een bezuiniging op het onderwijs van 19,5 miljoen aangekondigd.”
Robin en Michelle ondersteunen dan ook allebei de protestactie van 24 november tegen het leenstelsel. “Er zit helemaal geen knop op bij studenten. Ze lenen maximaal om meer spaargeld te hebben, maar beseffen niet dat al dat geld ook terugbetaald moet worden,” merkt Robin op. “Je wilt natuurlijk ook niet met een te hoge schuld de arbeidsmarkt op,” vult Michelle aan. Het Kabinet heeft plannen om de renteloze lening te veranderen naar een lening met een klein rentepercentage.
Studenten zijn ‘makkelijke prooi’
Het is niet de eerste keer in de Nederlandse geschiedenis dat er een leenstelsel is ingevoerd. Ook in 1924 was er sprake van een lening omdat het rijk in financiële nood verkeerde. Begin jaren ’50 werd dat door, en in het belang van, de staat weer teruggedraaid.
“Wat je ziet door de jaren heen is dat in de verdeling van het geld politieke en maatschappelijke belangen steeds de persoonlijke belangen van de studenten overstijgen,” zegt Slaman. Hij legt uit dat meer dan tachtig procent van de onderwijsbegroting uit salarissen voor onderwijspersoneel bestaat. “Het is politiek gezien veel makkelijker om van studenten wat af te tikken dan van de salarissen van zo’n grote groep mensen. In die zin zijn ze ook wel een makkelijke prooi,” redeneert hij.