Universitaire rankings: wat heeft de student er eigenlijk aan?

Universitaire rankings: wat heeft de student er eigenlijk aan?

Jaar na jaar verschijnen ze weer, de universitaire rankings. Ook in Tilburg hechten we er veel waarde aan. Als we weer een goede plek bemachtigen, wordt er taart getrakteerd en verschijnt er een mooi persbericht. Een lage plek? Daar zeggen we liever niets van. Maar wat merkt de student eigenlijk van een hogere plek op de rankings?

Het belang van rankings is de afgelopen vijftien jaar aan het toenemen. Wereldwijd zijn er tientallen rankings, maar de belangrijkste zijn de Times Higher Education Ranking, de QS Ranking, de Leiden Ranking en de Shanghai Ranking. Deze rankings hebben op internationaal niveau grote invloed en krijgen daarom veel aandacht. Daarnaast heb je alleen voor Nederlandse universiteiten de Keuzegids Hoger Onderwijs en de Elsevier Best Studies. Ook deze verschijnen jaarlijks. 

Weinig aandacht voor onderwijs

Wat opvalt aan de rankings, is dat het merendeel weinig aandacht besteedt aan criteria die voor studenten van belang zijn. Het zwaartepunt ligt op aspecten die voor de wetenschap relevant zijn. Sommige rankings besteden hier zelfs uitsluitend aandacht aan. De Leiden en Shanghai rankings kijken slechts naar wetenschappelijke factoren, zoals het aantal publicaties en de citatiescore.

Voor andere rankings vormt onderwijs slechts een klein onderdeel van de totaalscore. De QS ranking laat de ratio van studenten en docenten voor 20 procent meetellen. De Times Higher education ranking neemt de leeromgeving mee in het oordeel. Dit onderdeel telt voor 30 procent mee, waarbij wordt gekeken naar de reputatie en verschillende studenten-begeleider ratio’s. Maar zelfs hier zijn onder de noemer onderwijs verschillende factoren te vinden die niet direct herleidbaar zijn tot de kwaliteit van onderwijs. Zo wordt naar de Rijksbijdrage aan de universiteit en het aantal promoties gekeken. Voor alle internationale rankings geldt dus dat de score hoofdzakelijk gebaseerd is op wetenschappelijke publicaties en reputaties.

Hier hebben studenten vrij weinig aan. Uitstekende wetenschappers staan niet per definitie gelijk aan uitstekend onderwijs, want de tophoogleraren staan lang niet altijd voor de klas. Veel wetenschappelijke publicaties betekenen niet dat de lesstof voor studenten beter is. En een goede wetenschappelijke reputatie houdt niet in dat er goede faciliteiten beschikbaar zijn. 

Nederlandse rankings

Aan de Nederlandse rankings hebben studenten wel wat meer. Deze geven een redelijk beeld van de onderwijskwaliteit aan universiteiten. Zowel de Elsevier Best Studies als de Keuzegids Hoger Onderwijs baseren hun rankings op de landelijke Nationale Studenten Enquête. Deze beoordeling kijkt vooral naar aspecten die daadwerkelijk voor studenten van belang zijn. Studenten krijgen hier een keer per jaar de kans om hun universiteit te beoordelen. Hierbij wordt gekeken naar criteria als faciliteiten, onderwijs, docenten, toetsing, inrichting van de opleiding en de organisatie. Daarnaast geven studenten niet alleen hun mening over de universiteit in het algemeen, maar ook over studie die ze volgen. Dit geeft toekomstige studenten een relatief goed beeld van de opleiding en de universiteit.

Door rankings op de Nationale Studenten Enquête te baseren is het mogelijk een betrouwbaar beeld te schetsen. Het zijn immers de studenten die daadwerkelijk een studie volgen die hun menig erover geven. Verder wordt er bij de Nederlandse rankings uitleg bij de beoordelingsaspecten gegeven, wat ervoor zorgt dat de score inzichtelijk is.

Kritiekpunten

Toch kunnen er ook bij de nationale rankings vraagtekens worden geplaatst. Een algemeen kritiekpunt is dat ingewikkelde factoren gereduceerd worden tot eenvoudige graadmeters. Complexe zaken als toetsing, organisatie en de inrichting van een opleiding zijn op basis van tevredenheidsvragen lastig volledig in beeld te brengen.

Binnen een ranking zijn er bovendien altijd deelgebieden te vinden waar een universiteit relatief goed op scoort. Dit leidt er vaak toe dat universiteiten een manier vinden om een ranking in hun eigen voordeel uit te leggen. Vraag is: hoe betrouwbaar is dat?

Ook suggereren rankings vaak een groter kwaliteitsverschil dan in de praktijk het geval is. Een lage plek op de ladder wijst niet automatisch op een groot verschil in kwaliteit met universiteiten die hoger staan. Kwalitatief gezien ontlopen de Nederlandse universiteiten elkaar niet veel. Ook voor de wereldwijde rankings geldt dat ook universiteiten op een lagere plek nog altijd behoren tot de wereldtop.

Daarnaast is er veel kritiek op het gebrek aan transparantie bij rankings. Volgens sommige onderzoekers is onduidelijk hoe de rankings precies in elkaar zitten. Het is niet bekend hoe de waarde van de verschillende indicatoren in elkaar zit. Ook hebben externe partijen geen mogelijkheid de ruwe data van de individuele universiteiten in te zien. Zo zie je uiteindelijk wel een plaats op een ranglijst, maar geen verklaring voor de verschillen. 

Eigen beeldvorming

Al met al zijn vooral de Nederlandse rankings van betekenis voor studenten als het gaat om onderwijskwaliteit. Ze geven een redelijke indicatie, maar wees gewaarschuwd: de uitkomsten zijn niet onbetwistbaar. Ga dus ook zelf op onderzoek uit. Bezoek verschillende universiteiten voordat je een keuze maakt, bekijk de faciliteiten, volg proefcolleges, stel vragen aan docenten en studenten. Met het aanleren van een kritische blik, kun je als academische student niet vroeg genoeg beginnen.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.