CO2-heffing: de beste maatregel voor het klimaat
Topeconoom Sylvester Eijffinger staat niet bekend als een milieuactivist, toch ondertekende hij de oproep voor een CO2-heffing met zeventig andere economen. Wat deed hem besluiten de zeepkist op te gaan?
1. Doorgaans onthoudt u zich van een stem wanneer het gaat over domeinen die de grenzen van de financiële economie te buiten gaan. Vanwaar dit activisme?
“Dat is uit onvrede met de uitkomsten van de zogenaamde klimaattafels. De burger lijkt de rekening bijna volledig te moeten betalen, terwijl de industrie op zijn minst voor een derde verantwoordelijk is voor de uitstoot. En die industriële bedrijven bedingen vervolgens allerhande kortingen en krijgen nog subsidies en te ruime overgangstermijnen ook. Je ziet hier meteen dat het wel degelijk een economisch probleem is, het gaat om geld en hoe we dat verdelen. Tegelijkertijd is het van levensbelang de klimaatdoelen te halen.”
2. Het voorstel is om een CO2-heffing in te voeren voor de industrie, maar is zoiets er niet al op Europees niveau?
“Jawel, maar dat is niet genoeg. Industriële bedrijven betalen nu 20 euro voor het uitstoten van een ton koolstofdioxide en dat moet naar misschien wel 50. Het beste zou zijn om het wereldwijd te regelen, maar dat gaat met de Trumps van deze wereld niet lukken. We moeten ook streven naar een Europese verhoging, en van Nederland mogen we een extra inspanning verwachten. We bungelen helemaal onderaan de lijstjes als het gaat om verduurzaming. Er zijn meer landen die een CO2-belasting heffen. Canada en China, maar ook Europese landen als Finland, Frankrijk, Ierland, Noorwegen, Zweden en Zwitserland.”
3. Gaat zo’n heffing ervoor zorgen dat we het klimaatakkoord van Parijs waarmaken?
“Het is in elk geval de beste maatregel die je kunt treffen voor het klimaat. Er is meer dan voldoende empirisch bewijs dat het werkt. Op dit moment functioneert het Europese systeem nog niet, maar dat komt omdat er te veel uitzonderingen worden gemaakt en de prijs voor emissies veel te laag is. Bovendien is de prijs te volatiel, te beweeglijk, want afhankelijk van vraag- en aanbod op de emissiemarkt. We zouden naar een vaste minimumprijs voor uitstoot moeten.”
4. Wat vindt u eigenlijk van uw partij, het CDA, in deze kwestie?
“Wat dit betreft vind ik dat het CDA er veel te geharnast in zit. Het rentmeesterschap mag ook weer meer op de voorgrond treden. Ik snap de zorgen voor ‘klimaatwerklozen’, maar juist dit plan zorgt dat bedrijven betalen. Uiteindelijk komt de hogere belasting natuurlijk ook voor een deel terug in de kostprijs van de producten, maar het zal er ook voor zorgen dat bedrijven die innoveren en verduurzamen goedkopere producten kunnen aanbieden.”
5. Zou je bij de CO2-belasting niet ook naar automobilisten moeten kijken?
“Er moet eigenlijk iets van ‘road pricing’ komen, dat vindt de ANWB intussen ook. De snelwegen slibben volledig dicht tijdens spitsuren en dat doet de economie en het klimaat geen goed. We moeten kijken hoe we ervoor zorgen dat mensen alleen de weg op gaan tijdens de spits als het echt niet anders kan. Een pensionado vindt het nu geen probleem om aan te sluiten in de file, die heeft toch alle tijd, maar dat zou anders moeten. In Nederland vinden we het al snel discriminerend, om het voor bepaalde groepen minder aantrekkelijk te maken om een publieke service te gebruiken. Toch kan het heel verdedigbaar zijn. We kunnen moeilijk heel Nederland vol plaveien met wegen, want zelfs dan zal je binnen de kortste keren zien dat het niet genoeg is. Ik ga zelf, normaal gesproken, zoveel mogelijk met de trein en die is toch ook duurder in de spits?”