Vrouwen verliezen vaker leidinggevende functie
Vrouwen met een topfunctie stromen veel vaker dan mannen uit naar een lagere functie waarbij zij geen leiding meer geven. Dit zou mogelijk een rol kunnen spelen bij de langzame groei van vrouwen met topfuncties.
Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) onderzocht de uitstroom van mannen en vrouwen met een toppositie. Ruim 40 procent van de topbestuurders maakt een overstap naar een lagere functie. Het aandeel mannen en vrouwen is hier gelijk. Het verschil zit hem in de positie die zij bekleden na hun vertrek uit de top. Vrouwen stromen met 58 procent, ten opzichte van 37 procent van de mannen, veel vaker uit naar een lagere functie waarbij zij geen leiding meer geven.
Een van de mogelijke verklaringen volgens het SCP is dat meer vrouwen parttime werken. Ruim 70 procent van de vrouwen werkt in deeltijd, tegenover 17 procent van de mannen. Een topfunctie zou volgens de helft van de werkgevers alleen voltijds gedaan kunnen worden. Minder ambitie van vrouwen en stereotype beoordelingen van vrouwen en mannen, spelen ook een rol bij de keuze van bedrijven voor een vrouw in een managementsfunctie.
We zijn er nog lang niet
In maart 2018 liet de Bedrijvenmonitor Topvrouwen 2017 zien dat het aantal vrouwen met een topfunctie in Nederland maar langzaam stijgt. “Het is om te huilen”, zegt OCW-minister Ingrid van Engelshoven in een reactie hierop. Zij wil het bedrijfsleven tot eind 2019 een kans geven om meer vrouwen een topfunctie te geven. Mocht het bedrijfsleven het streefpercentage van 30 procent niet halen, dan volgen er misschien dwingende maatregelen.