Wat er mis ging bij het salafismeproefschrift

Het promotieonderzoek naar salafisten in Nederland heeft veel losgemaakt. Het salafisme zou op gespannen voet staan met de democratie, maar die conclusie bleek ongegrond. De wetenschappelijke integriteit is geschonden. Wat ging er precies mis, en waarom hoeft de onderzoeker zijn doctorstitel niet in te leveren?

Salafisten spuiten haat en hebben lak aan de democratie. Met die boodschap kwam het promotieonderzoek van Mohammad Soroush eind 2018 in de media. Het was een alarmerend verhaal, over extremisten die zich midden in de Nederlandse samenleving bevinden. Het salafisme is al jaren veelbesproken. Deze strenge vorm van de islam wil de geschiedenis terugdraaien naar de tijd van de profeet Mohammed en de eerste generaties na hem.

Het salafisme trekt islamitische jongeren met uiteenlopende achtergronden aan. Anders dan wetenschappers denken, is dat volgens Mohammad Soroush niet omdat deze jongeren op een dag op zoek gaan naar de ware vorm van de islam. Het is zorgwekkender. Ze worden ‘geboren en getogen in een salafistisch milieu’. Het salafisme gaat er met de paplepel in, en dat gebeurt in moskeeën en andere islamitische instellingen, vermoedde Soroush.

Om te zien hoe het er echt aan toegaat in de islamitische instellingen, en of het salafisme daar inderdaad gepredikt wordt, bezocht Soroush deze plekken drie jaar lang voor promotieonderzoek. Hij nam deel aan het vrijdaggebed, aan symposia over onderwerpen als de Islam en het modernisme, aan lezingen over bijvoorbeeld de helden van de Islam, hij ging naar jongerenavonden en deed mee aan cursussen. Ook sprak hij zevenentwintig keer met andere aanwezigen. Tussendoor, of bijvoorbeeld in de trein naar huis, schreef hij op wat hij hoorde en zag.

Lak aan de democratie

Zijn conclusies liegen er niet om. Salafisten zijn goed georganiseerd en streng in de leer. Centraal staat de gedachte dat de islam wordt bedreigd, en dat ze zich moeten wapenen en afsluiten van de buitenwereld. Vierentwintig bezochte instellingen bestempelde hij als salafistisch.

“Je krijgt een ongefilterde kijk op de salafistische wereld”

Het onderzoek werd breed opgepakt. Soroush en copromotor Jan Jaap de Ruiter spraken met veel grote media. “Een enorme meerwaarde van Soroush’ onderzoek is dat je een ongefilterde kijk op de salafistische wereld krijgt en ziet hoe het er echt aan toegaat als ze onderling zijn,’ zei De Ruiter in de Volkskrant.

Verschillende islamitische instellingen tekenden protest aan. Ze wisten niet dat ze onderdeel waren van een wetenschappelijke studie en stelden dat ze ten onrechte als salafistisch bestempeld waren. Ook merkten ze op dat het proefschrift fouten bevat. Er zijn bezoeken opgenomen die niet hebben plaatsgevonden en er wordt bijvoorbeeld een interieur of logo verkeerd beschreven.

Integriteitsonderzoek

Het College van Bestuur (CvB) schakelde de externe Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI) onder leiding van hoogleraar Ton Hol in. Die hield het proefschrift tegen het licht, om te onderzoeken of de wetenschappelijke integriteit geschonden is. Was het onderzoek zorgvuldig, betrouwbaar en controleerbaar? En hoe hebben de promotor, copromotor en beoordelingscommissie gefunctioneerd?

Soroush hoefde zichzelf volgens de commissie niet bekend te maken tijdens zijn veldonderzoek. Participerend onderzoek is in de antropologie een geaccepteerde onderzoeksmethode. Wel zijn de verzamelde data moeilijk te controleren, waardoor er ruimte ontstaat voor subjectieve interpretatie.

Volgens de CWI was het gepast geweest om hier uitgebreider op te reflecteren. “Het is belangrijk dat je reflecteert op de beperkingen en reikwijdte van je methode,” reageert Lex Bouter, hoogleraar methodologie en integriteit aan de Vrije Universiteit Amsterdam (VU). “Kan die vertekeningen veroorzaken, en welke kant gaan die dan uit?”

Fouten in het logboek

Er is in het proefschrift een logboek opgenomen met de 49 belangrijkste bezoeken. Volgens de deskundigen die de CWI raadpleegde, is dat sterk. Normaal wordt zo’n logboek niet opgenomen. Ook Bouter ziet dat zo, al had hij liever gezien dat alle verzamelde data online raadpleegbaar waren. “Als je dit soort dingen doet, is het fijn als je het grondig doet.”

Minder sterk aan het logboek is dat er fouten in staan. Er staan bezoeken in die niet plaatsgevonden hebben. Soroush bezocht bijvoorbeeld een lezing niet vanwege persoonlijke omstandigheden, en zou die later via YouTube teruggekeken hebben. En er zijn meer hiaten. De commissie is er opvallend mild over. Het  ‘maakt voor het oordeel van de commissie niet uit. Onderzoeker heeft toegegeven dat inderdaad een keer onterecht een bezoek is opgetekend dat niet is doorgegaan.’ De commissie vertrouwt erop dat Soroush de boel niet heeft willen bedonderen.

“Je kunt wetenschappers in principe vertrouwen”

Een student die een scriptie ophangt aan verzonnen data, zou wel eens van fraude beticht kunnen worden. Waarom gebeurt dat hier niet? “Omdat je het niet kan bewijzen,” verklaart rector magnificus Emile Aarts. “Als je niet kan aantonen dat malversaties in het volle bewustzijn zijn gemaakt, kan je de stap naar fraude niet zetten.”

Moet de wetenschapper dan maar helemaal vertrouwd worden? “Je kunt wetenschappers in principe vertrouwen,” zegt Lex Bouter. Er moet wel zo transparant mogelijk gewerkt worden, zodat er controles mogelijk zijn. “De poging tot transparantie in dit proefschrift brengt volgens de CWI aan het licht dat er slordig is gewerkt.”

Vooringenomen

Toch geeft de persoonlijke achtergrond van Soroush reden om stil te staan bij zijn objectiviteit. Hij was zeventien jaar actief lid van een orthodox islamitische politieke organisatie, die de politieke islam als oogmerk had. Tijdens de Iraanse revolutie in 1979 is hij gevangengenomen en gemarteld. Hij heeft er een levenslang wantrouwen aan overgehouden tegen totalitaire religieuze sekten, zo vertelde hij de Volkskrant.

Was hij vooringenomen, zag hij wat hij wilde zien? Dit soort vragen zijn volgens de CWI extra nijpend omdat de onderzoeksvragen en de omschrijving van het salafisme niet scherp genoeg zijn. Zelf ontkende Soroush tijdens een hoorzitting vooringenomen te zijn, en hij zei dat het salafisme niet eenduidig te omschrijven is. Volgens de CWI had er toch beter op gereflecteerd moeten worden.

Illustratie Bas van der Schot

Illustratie Bas van der Schot

Persoonlijke betrokkenheid bij een onderzoeksonderwerp is niet per se verdacht. Een onderzoeker kan bijvoorbeeld onderzoek doen naar kanker, aldus hoogleraar integriteit Lex Bouter, omdat hij een oma heeft die eraan overleden is. “Maar als je te dicht op je onderwerp zit, is het misschien verstandig het niet te doen, of het niet alleen te doen. Ik vind het vreemd dat een andere antropoloog niet dezelfde instellingen heeft bezocht, om te toetsen of ze ook volgens die tweede observator salafistisch zijn.”

Verwijtbare onzorgvuldigheid

Het gaat in dit proefschrift mis bij de zorgvuldigheid, vooral bij het trekken van conclusies. Die zijn nauwelijks onderbouwd. Slechts 2 van de 24 instellingen bezocht Soroush meer dan veertig keer. Hooguit drie andere bezocht hij tussen de zeven en tien keer. Voor de rest gaat het om een enkele middag of avond, of een paar dagen. In 20 van de 24 gevallen is de onderbouwing ‘zeer matig’.

Het merendeel van de instellingen is volgens de CWI dan ook onrecht bestempeld als salafistisch. Bij de overkoepelende conclusie, dat er sprake is van een spanningsverhouding tussen het salafisme en de Nederlandse democratie, schiet Soroush volgens de commissie al helemaal uit de bocht.

Het brengt de commissie tot het oordeel dat Soroush verwijtbaar onzorgvuldig heeft gehandeld. Een zwaar oordeel, weet Bouter, die zelf de laatste wetenschappelijke gedragscode mee opstelde. Volgens de CWI is Soroush niet alleen onzorgvuldig geweest in het trekken van conclusies en het documenteren van zijn onderzoek. Ook had hij meer stil moeten staan bij ‘de mogelijke maatschappelijke gevolgen van hetgeen wordt beweerd.’

Begeleiding niet op orde

Een promovendus werkt onder het toeziend oog van wetenschappers, en wordt uiteindelijk door andere wetenschappers aan de tand gevoeld. Die laatste toets is volgens de CWI goed gedaan. In eerste instantie werd het proefschrift door de promotiecommissie afgewezen, pas bij een grondige herziening werd het als voldoende beschouwd.

“Ze hadden alerter moeten zijn”

En promotor Ruben Gowricharn en copromotor Jan Jaap de Ruiter? Er is van hun kant inzet geweest om tot ‘een kwalitatief aanvaardbaar’ resultaat te komen. Het ontgaat de commissie echter waarom ze Soroush er niet op wezen dat de onderbouwing ontbrak om instellingen als salafistisch te bestempelen. Die kritiek hadden ze kunnen zien aankomen. Het merendeel van de kwalificaties hoort niet in het proefschrift thuis, of moet beter ingekaderd worden. “Ze hadden alerter moeten zijn,” zegt Emile Aarts over de rol van de begeleiders. “Een moskee kwalificeren als salafistisch of niet, daar moet je heel voorzichtig mee zijn.”

Minder kritisch geweest

De kritiek gaat verder. ‘Het heeft er de schijn van dat met name de copromotor hier minder kritisch is geweest vanwege zijn eigen visie op het salafisme,’ aldus de CWI. Dat De Ruiter actief de media opzocht en het proefschrift ‘als ondersteuning van bepaalde (vergaande) inzichten heeft aangehaald’ wijst volgens de commissie in die richting. Hij had terughoudender moeten zijn.

Het behoort volgens de CWI ‘tot de standaarden van [een] goede onderzoekspraktijk dat mogelijke nadelige gevolgen voor maatschappelijke partijen, betrokken onderzoekers en/of onderzoeksinstelling worden afgewogen.’

Maar moeten wetenschappers iets dan niet publiceren, omdat het mogelijk slecht valt? Emile Aarts nuanceert de kritiek enigszins: “Hij had zich moeten realiseren hoe ongelofelijk gevoelig het onderwerp is. Zorgvuldiger moeten kijken naar de conclusies en de consequenties daarvan. En als je met de pers gaat praten, haal de sensatie er dan uit.” Lex Bouter trekt een strakkere lijn: “Wetenschappers moeten vooraf bedenken of ze een onderzoek wel moeten uitvoeren. Als het eenmaal is uitgevoerd moet je altijd eerlijk en volledig zijn over wat eruit komt.”

Wetenschappelijke integriteit geschonden

Het CvB trekt het advies van de integriteitscommissie door en stelt vast dat er sprake is van een schending van de wetenschappelijke integriteit. Gowricharn wordt niet langer aan Tilburg University aangesteld als promotor. Dat was overigens al besloten in de affaire rondom de Tilburgse promotiefabriek. De Ruiter krijgt een formele berisping. Het CvB wil dat in proefschriften voortaan zorgvuldiger een onderzoeksmethodiek beschreven en gewogen wordt, met de bijbehorende ethische afwegingen, en er moet een uitgebreider opleidings- en begeleidingsplan komen voor promovendi.

“Er is wel op een wetenschappelijke wijze werk verricht”

Soroush wordt opgedragen het proefschrift niet verder te verspreiden en correcties te plaatsen in vakbladen over het integriteitsonderzoek. Hoezeer het proefschrift echter ook rammelt, de doctorstitel wordt niet ingetrokken. Dat zou niet in verhouding staan tot de schending. Er is veel werk verricht, en de wetenschappelijke methode is volgens Emile Aarts gevolgd. “Weliswaar niet zodanig goed dat de getrokken conclusies de juiste waren, maar er is wel degelijk op een wetenschappelijke wijze werk verricht.”

Ambitie

De kwestie is hiermee nog niet afgedaan. Een uiteindelijk oordeel van het CvB moet nog volgen. Bovendien zijn radicale organisaties, die weinig ophebben met de Nederlandse democratie, niet ineens van de aardbodem verdwenen. En de zorgen daarover ook niet. Het is juist belangrijk dat er ook naar dit soort maatschappelijk beladen kwesties onderzoek gedaan wordt, zegt Lex Bouter. Dat prijst hij. “Deze mensen hebben de moed maatschappelijk extreem beladen onderwerpen te onderzoeken. Wat ik alleen niet begrijp, is dat ze niet de ambitie hebben gehad om het beter te doen.”

Het College van Bestuur heeft 27 februari een voorlopig oordeel geveld. Binnen een termijn van zes weken kunnen beklaagden het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) vragen om advies uit te brengen. Dat advies moet door het CvB meegenomen worden in het uiteindelijke oordeel. Ruben Gowicharn heeft laten weten dat hij zich tot het LOWI wendt, en daarna wil praten. Jan Jaap de Ruiter weet nog niet of hij met zijn verhaal naar buiten wil treden. Mohammad Soroush kon niet bereikt worden, promotor en copromotor verstrekten zijn contractgegevens bij navraag niet. De integriteitscommissie reageerde niet op een interviewverzoek.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.