‘Geef universiteiten geld voor tegendraads onderzoek’
Wetenschappers willen “tegendraads” kunnen zijn, maar dat blijkt nu soms lastig, klonk het in de Tweede Kamer. Hun voorstel: geef iedere faculteit voldoende eigen middelen om te laten onderzoeken wat niemand graag hoort.
Aan de universiteit is ruimte voor allerlei meningen, maar niet altijd voor kritisch onderzoek naar gevoelige onderwerpen, zeiden enkele deelnemers gisteren in de Tweede Kamer tijdens een rondetafelgesprek over verscheidenheid in de wetenschap. Er waren dertien experts uitgenodigd. Verscheidenheid in de wetenschap wordt meestal in verband gebracht met verschillen tussen mannen en vrouwen, maar het gaat tegenwoordig ook vaak over academische vrijheid en onafhankelijk onderzoek. Het accent lag gisteren vooral op dat laatste.
In de eerste ronde kwamen de wetenschappers aan het woord. Afshin Ellian, Leids hoogleraar internationaal publiekrecht & rechtsfilosofie, stelde dat het moeilijk is om financiering te vinden voor kritisch onderzoek. Hij heeft het inmiddels opgegeven om bij NWO beurzen aan te vragen voor onderzoek naar de politieke islam.
Denderend fout
Ook onafhankelijk onderzoek naar bepaalde regio’s kan “denderend fout gaan” als je vanuit die regio’s gefinancierd wordt, stelde de Leidse hoogleraar Koreastudies Remco Breuker. Naar eigen zeggen wordt hij “gestalkt” door ambassadeurs en diplomaten die om zijn ontslag vragen en dreigen met rechtsvervolging. Maar ook bedrijven kunnen veel invloed uitoefenen op onderzoek, zeker als zij daarin niet goed uit de verf komen. Ze zijn soms zo groot dat ze een universiteit kapot kunnen procederen, aldus Breuker. Zelf laat hij onderzoek over Noord-Korea nalezen door advocaten, uit angst om aangeklaagd te worden door bedrijven die daarin naar voren komen.
Onderzoek wordt beoordeeld op maatschappelijke impact, maar wie daarbij een gevoelige snaar raakt, kan problemen krijgen met vervolgfinanciering. “Dat is fnuikend voor de diversiteit van het onderzoek en de impact ervan”, zei Breuker. Zijn oplossing: geef elke opleiding een budget om zelf projecten te financieren.
Eigen middelen
Dat voorstel kreeg in het tweede panel, bestaande uit bestuurders en beleidsmakers, steun van Carel Stolker, rector magnificus van de Universiteit Leiden. “Ik denk niet dat onderzoek van bijvoorbeeld Paul Cliteur en Thierry Baudet gedaan had kunnen worden als er geen eerste geldstroom was geweest.” Volgens hem kan een universiteit alleen met eigen middelen “tegendraads” onderzoek garanderen.
Politiek filosoof Sid Lukkassen kwam met een andere oplossing: gebruik ideologische verkaveling bij het verdelen van onderzoeksgelden. Ken onderzoeksvragen een ideologische kleur toe. Als we die politieke kleur ontkennen, dan veronderstel je een neutraliteit die er niet is, stelde hij.
En wat is de rol van de politiek, wilde D66-Kamerlid Paul van Meenen weten. Heel simpel, stelde hoogleraar sociale psychologie Carsten de Dreu: handen ervan af. Eens, vond Afshin Ellian, maar essentiële belangen van de staat gaan wel voor. In het kader van de energietransitie moet de politiek wat hem betreft aan een universiteit kunnen vragen om onderzoek te doen naar bijvoorbeeld waterstof.
Ongestoord
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) concludeerde een jaar geleden dat de Nederlandse wetenschappers voldoende vrijheid krijgen en tamelijk ongestoord hun werk kunnen doen. De minister reageerde destijds verheugd. Maar de KNAW heeft helemaal geen onderzoek verricht, zei Eric Hendriks, postdoc onderzoeker sociologie aan de Universiteit van Bonn.
In het briefadvies van de KNAW stonden “speculatieve, ongefundeerde conclusies” en kregen “vluchtige lezers de indruk dat er empirisch onderzoek moest zijn verricht”, schreef Hendriks in het stuk dat hij vooraf naar de Kamer stuurde. “Het is vooral een soort van algemene lofzang op de wetenschappelijk vrijheid en een belofte om deze hoog in het vaandel tee dragen.”
Positief vond hij dat dat de KNAW beloofde alert te zijn, maar of signalen van zelfcensuur of klachten daarover wel doorkomen, betwijfelt hij. Hij verwees in zijn betoog naar een promovendus aan de Universiteit Utrecht die in een gesprek tijdens de onderzoeksvisitatie aangaf dat hij druk voelde tot zelfcensuur. Maar die klacht werd niet opgenomen in het uiteindelijke verslag van de commissie.
Als evaluerende instanties klachten niet registeren of geen onderzoek doen dan wordt het moeilijk om een inhoudelijk debat te voeren, aldus Hendriks. “Als het gaat om zelfcensuur en beperking van inhoudelijk perspectieven, moeten we het erg hebben van anekdotes. Daarom is onderzoek nodig.”