Boudewijn Haverkort, nieuwe decaan TSHD: “Wij gaan iets speciaals doen”
Het zijn nieuwe tijden voor de geesteswetenschappen. Onder leiding van Boudewijn Haverkort betreedt de faculteit het digitale tijdperk. Wat is de visie van de nieuwe decaan en wat betekent die voor de manier waarop wetenschappers hun werk doen? “We moeten niet proberen een mini-Amsterdam te worden.”
Een informaticus aan het hoofd van de faculteit Humanities. Amper twee jaar geleden was het ondenkbaar, maar sinds 2018 draagt de faculteit de toevoeging ‘and Digital Sciences’. De faculteit werd hervormd tijdens het decanaat van filosoof Wim Drees, die na zijn eerste termijn stopte. Het is nu aan de informaticus Boudewijn Haverkort, die januari 2019 aantrad, om de Tilburg School of Humanities and Digital Sciences (TSHD) verder te moderniseren.
Wat voor faculteit trof je aan toen je begon?
“Een faculteit met veel historie, die nieuwe wegen aan het inslaan is.”
Waarom moet er iets nieuws gebeuren?
“Neem als voorbeeld ons departement Culture Studies. Dat is best klein in vergelijking met bijvoorbeeld Amsterdam. Je moet niet proberen een mini-Amsterdam te worden. Of een mini-Leiden, waar ze een grote en traditionele humanities-faculteit hebben. Dat is allemaal goed en wel, maar wij gaan wat anders doen. Iets speciaals. Zodat we een duidelijk eigen profiel krijgen.”
De geesteswetenschappen en de digitale wetenschappen lopen traditioneel nogal uiteen. Hoe logisch is het dat ze zijn samengebracht in één faculteit?
“Het is denk ik een praktische keuze. In deze faculteit was een sterke ‘digitale kern’ aanwezig, verdeeld over meerdere departementen. Het is heel moeilijk het digitale deel van de faculteit los te peuteren. Ik zou dat ook niet willen. De combinatie maakt ons juist ook speciaal.”
“Wij gaan wat anders doen. Iets speciaals”
Het digitale is al verweven met de geesteswetenschappen?
“We hebben sinds een jaar het departement Cognitive Sciences and Artificial Intelligence, dat invulling geeft aan de naam Digital Sciences. Maar dat is niet de enige plek waar het gebeurt. Bij communicatie- en informatiewetenschappen richten ze zich heel erg op nieuwe media en de mogelijkheden van digitale technologie. En ook bij cultuurstudies zie je een sterke beweging richting online cultuur.”
De toekomst is digitaal?
“Digitalisering is een belangrijke groeifactor voor deze universiteit, en voor alles wat met onze economie en samenleving te maken heeft. Wij doen hier interessante dingen, ook voor andere faculteiten. Digitalisering gaat de rechtspraak en andere juridische aangelegenheden sterk veranderen. De sociale wetenschappen veranderen ook al sterk. Vroeger hield je een paar enquêtes, nu plak je mensen vol sensoren. Of ze dragen die sensoren al bij zich, in de vorm van hun smartphone. Je hoeft niet te vragen wat voor gedrag ze hebben, je meet het. Hoe je dat meet en verwerkt, daar zijn wij echt van.”
Wat voor faculteit moet er over vier jaar staan?
“Een faculteit waar de informatica-achtige departementen een sterke positie in het digitale landschap hebben verworven, en waar de cultuurwetenschappen en filosofie zich heel sterk op het digitale vlak hebben ontwikkeld.”
Wetenschappers moeten oog hebben voor de maatschappij?
“Als decaan vind ik het heel belangrijk om je sterk te laten inspireren door wat er in de buitenwereld gebeurt. Zeker aan een universiteit als deze, die als leitmotif understanding society heeft. Niet korte termijn problemen, maar de grote sociaalmaatschappelijke problemen. Hoe hebben die impact op wat je zou willen doen?”
Rondom de hervorming was er onrust onder het personeel. Ineens had de faculteit twee poten. Merk je daar nog iets van?
“Twee poten? Ik zie één faculteit met vijf elementen. We hebben vier departementen en het University College Tilburg. We hebben dus niet een digitaal deel en een niet-digitaal deel. Ik ben er juist voor om het in elkaar te laten grijpen.”
Wat heb je zelf met de geesteswetenschappen?
“Ik ben natuurlijk een ingenieur, maar ik heb een grote interesse voor met name de cultuurwetenschappen. Kunst, literatuur en muziek staan me na aan het hart. Het is waardevol en voegt veel toe. Ik ben gefascineerd door techniek maar weet me geïnspireerd door kunst.”
“Ik ben gefascineerd door techniek maar weet me geïnspireerd door kunst”
Weet je er genoeg vanaf om decaan te zijn voor de hele faculteit, of is dat de uitdaging?
“Deze baan is uitdagend. Van welke faculteit je ook decaan bent, je weet nooit zoveel van de onderwerpen af als de individuele experts. Je moet zorgen dat je er voldoende van weet om mensen op een goede manier te representeren. En je moet hulp vragen. Ik zat laatst bij het landelijke decanenoverleg en daar komen onderwerpen aan de orde waarover ik niet goed ingevoerd ben. Dan praat ik met een departementsvoorzitter of iemand anders uit de faculteit, die me adviseert.”
Welke plaats neemt een filosoof nog in die zich uitsluitend met Hegel wil bezighouden?
“Die zal zijn eigen positie moeten bepalen, dat kan ik niet voor hem of haar doen. Tegelijkertijd wil ik die filosoof wel uitdagen om vanuit de kennis en kunde die er is bij te dragen aan uitdagingen in de samenleving.”
Kan een filosoof ook wat met de digitale ambities?
“Dat kan zeker. Neem een thema als autonoom rijden. Wat vind je van zo’n systeem vanuit filosofisch-ethisch standpunt, hoe kan je daar naar kijken, wat mag je ervan verwachten en wat niet? Ik zou de filosofen willen vragen daarin mee te gaan. Volgens mij is die bereidheid er ook.”
“De universiteit is een plek voor nieuwe ideeën en nieuwe lijnen”
Wat voor leider ben je?
“Dat moet je eigenlijk aan anderen vragen, maar ik ben denk ik een dienende leider. Niet iemand die commando’s uitdeelt. Ik ga gesprekken aan, probeer mensen mee te krijgen. Ik wil teams vormen en samen dingen bereiken. En ik wil mensen overtuigen van nieuwe richtingen die we kunnen inslaan, ze daarvoor enthousiasmeren.”
Wat zeg je dan tegen mensen?
“Verdiep je eens in elkaars gebied en kom terug met een verhaal waar jullie samen enthousiast van worden.”
Wat als iemand niet in een team wil werken of niet te enthousiasmeren is?
Haverkort lacht. “Als je niet te enthousiasmeren bent, moet je je afvragen of je hier wel op de goede plek bent. Als je niet wil veranderen ook. Daar ben ik best wel een beetje streng in. De universiteit is een plek voor nieuwe ideeën en nieuwe lijnen.”
Wetenschappers moeten niet stilstaan als de wereld om ze heen verandert?
“We moeten ons voortdurend afvragen of we nog bieden wat de wereld van ons vraagt, want uiteindelijk is de universiteit een dienende instantie. Je moet studenten voorbereiden op een toekomst in de buitenwereld, en dat betekent dat je zelf verbonden moet zijn met die wereld.”
Moeten wetenschappers de buitenwereld soms niet juist op afstand houden?
“Het beeld van de wetenschapper in zijn kamertje, daar geloof ik niet in. Niet in deze tijd. Het gaat om verbinding met de buitenwereld. Dat kunnen andere universitaire partners zijn, maar ook bedrijven of bijvoorbeeld verzekeringsinstellingen. Natuurlijk moet je goede afspraken maken. Maar de problemen die spelen in de wereld hebben heel veel facetten, daar moet je op een gezamenlijke manier mee bezig zijn.”
Boudewijn Haverkort (1964) was hiervoor hoogleraar aan de Universiteit Twente. Daar was hij ook voorzitter van de Afdeling Informatica en lid van het managementteam van de faculteit Elektrotechniek-Wiskunde-Informatica. Hij studeerde cum laude af aan die universiteit en promoveerde er in 1991. Ook is hij als hoogleraar verbonden geweest aan de RWTH Aachen. Haverkort is sinds 2016 voorzitter van het nationale onderzoeks- en innovatieprogramma Commit2Data en was eerder wetenschappelijk directeur van het publiek-private onderzoeksinstituut ESI in Eindhoven. Hij publiceerde verschillende boeken en meer dan 200 artikelen in internationale tijdschriften en conferentiebundels.