Johan Denollet: “Ik voelde dat het niet goed zat”

Met zijn onderzoek naar de invloed van de psyche op het menselijk hart gooide Johan Denollet hoge ogen. Als de onderzoeksresultaten tegenvielen, of de kritiek oplaaide, zette hij door. Zelfs nu hij ongeneeslijk ziek is geeft hij niet op. Met Univers blikt hij terug op een imposante wetenschappelijke carrière.

Johan Denollet. Foto Ton Toemen

Johan Denollet. Foto Ton Toemen

Johan Denollet zit in de auto, hij is op weg van de universiteit naar huis, als hij merkt dat er iets mis is. Auto’s die invoegen ziet hij niet, of te laat. Een deel van zijn rechtergezichtsveld valt weg. Hij zet de auto aan de kant en belt zijn vrouw. “Ik rijd niet meer,” verklaart hij. Het is de zoveelste consequentie van de kanker die bij hem is gevonden en later uitgezaaid. Hoewel hij niet zal genezen, stapt hij in de dagen die erop volgen op de trein. Want hij blijft aan het werk, zo lang als het gaat.

Op een dinsdag in augustus treffen we elkaar in zijn werkkamer in het Tias-gebouw, op de vijfde verdieping. Denollet kijkt uit op het dak van CUBE en, voornamelijk, op veel groen. We blikken terug op zijn wetenschappelijke carrière. “Het is begonnen als een soort van hobby,” zegt de hoogleraar medische psychologie. De kiem daarvoor ontspruit tijdens zijn studie aan de Universiteit Gent. In 1980, op drieëntwintigjarige leeftijd, studeert Denollet er af op een onderzoek naar ontwikkelingsproblemen bij kinderen met ADHD.

Hoewel het onderzoek boeit, wil Denollet aanvankelijk verder in de praktijk. De Belg begint als psycholoog in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Het sluit niet helemaal aan op zijn studie ontwikkelingspsychologie, maar het is boeiend werk. Hij diagnosticeert patiënten die kampen met hartziekten en psychische problemen. Na een paar jaar doet hij er een opleiding psychotherapie bij. Ook begint hij “kleine onderzoeksprojecten” op te zetten bij patiënten die een hartinfarct, een bypass of een dotteringreep hebben gehad.

Stressvolle situaties

Er beginnen hem namelijk een aantal dingen op te vallen. Hoewel de mensen die herstellen tijdens een hartrevalidatieprogramma ongeveer hetzelfde hebben meegemaakt, zijn er grote verschillen in hoe het ze vervolgens vergaat. Mensen met een beperkt hartinfarct en een goede prognose hebben soms veel meer last van moeheid, pijn op de borst, gevoelens van angst en depressie dan mensen met een groter hartinfarct en een slechtere prognose.

Het gaat niet alleen om de aandoening, het gaat ook om de mens. Die gaat goed of minder goed om met een hartaandoening en, daagt het Denollet, met stressvolle situaties in het alledaagse leven. Hij begint zich af te vragen of bepaalde mensen daardoor meer risico lopen op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten dan anderen. En of ze vervolgens slechtere vooruitzichten hebben.

“Het onderzoek begon mij meer te prikkelen”

In de avonden, weekenden en vakanties zoekt hij naar antwoorden. “Ik had eerst de ambitie mij op klinisch vlak te vervolmaken, maar het onderzoek begon mij meer te prikkelen.” In 1990 komt er vaart in, hij krijgt een beurs van het Belgische wetenschapsfonds om zich een jaar op het onderzoek te richten. En terwijl de onderzoeken vorderen ontstaat het idee om ze te bundelen in een proefschrift. Daarop promoveert Denollet in 1992 cum laude aan de Universiteit Gent.

Binnenvetters

Wat Denollet deze jaren ontdekt, is baanbrekend. Hartpatiënten met een bepaald persoonlijkheidstype hebben, zelfs bij een optimale medische behandeling, een bijna vier keer zo grote kans om te overlijden. Slechts vier jaar na zijn promotie publiceert hij zijn bevindingen in het vermaarde wetenschappelijke tijdschrift The Lancet.

Denollet munt het Type D persoonlijkheid, naar ‘Distressed’. Denollet: “Het viel me op dat er een groep was waar de gespannenheid veel minder aan de oppervlakte kwam.” Terwijl juist die groep er volgens hem meer last van had. “Ze voelen veel onbehagen, zijn gemakkelijk angstig en gespannen en voelen zich eerder geremd in de omgang met anderen. Ze ervaren meer situaties als stressvol.” En ze zijn, zoals Denollet dat noemt, “binnenvetters.” Ze kroppen de spanning op. Ze zoeken geen hulp in de sociale omgeving, communiceren niet goed met artsen en lopen langer rond met stress.

“Binnenvetters ervaren meer situaties als stressvol”

Maar een nieuw persoonlijkheidstype, daar zit niet iedereen op te wachten. In een kritisch commentaar stellen twee Amerikaanse wetenschappers dat Denollet met het zoveelste concept op de proppen komt dat algauw geen enkel bestaansrecht zal blijken te hebben. Terwijl ze al lang weten wat dé risicofactor is: depressie. Bovendien is helemaal niet duidelijk hoe patiënten met het Type D geholpen kunnen worden, terwijl er zo snel mogelijk goede behandelingen moeten komen.

Denollet begrijpt het wel, de Amerikanen zien liever een gemoedstoestand, zoals een depressie, als het probleem. Dat is (vaak) tijdelijk en goed te behandelen. Een persoonlijkheid hangt meer samen met chronische problemen, zoals dus chronische stress.

Universiteit van Tilburg

Het onderzoek maakt ook indruk en zet Denollet op de kaart. Toch stapt hij niet meteen over naar de wetenschap. “Ik had gehoopt dat ik iets kon opbouwen binnen de universiteit van Antwerpen. Maar ondanks de erkenning die er was, bleven de mogelijkheden beperkt.” Pas vier jaar later, met de eeuwwisseling, trekt hij de grens over. Letterlijk. Op tweeënveertig jarige leeftijd verruilt Denollet de praktijk voor de theorie en trekt hij vanuit Antwerpen naar Tilburg, waar hij meteen als universitair hoofddocent aan de slag kan.

Aan de Universiteit van Tilburg wordt al veel gedaan met gezondheidspsychologie. Denollet wordt aangesteld om de studenten klinische vaardigheden bij te brengen. Daarnaast start hij een opleiding medische psychologie. Om psychologen op te leiden die voeling hebben met de medische wereld, waar het niet alleen gaat om geestelijke, maar ook om lichamelijke problemen. Zij kunnen op dat vlak ook goed onderzoek doen. “Ik vind het belangrijk dat je nieuwe inzichten opdoet aan de hand van onderzoek.”

Aan de universiteit, “een stimulerende omgeving”, zet Denollet zijn onderzoek voort. In 2004, vier jaar na zijn aanstelling (hij is net twee jaar hoogleraar medische psychologie), sleept hij een Vici-beurs binnen, de grootste zak geld die de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) te vergeven heeft. Daarmee stelt hij twee aio’s en postdocs aan.

Johan Denollet. Foto Ton Toemen

Johan Denollet. Foto Ton Toemen

Weer een sprong van vier jaar later, het lijkt inmiddels een constante in de tijdlijn van zijn carrière, richt hij het onderzoeksinstituut CoRPS op (Center of Research on Psychological and Somatic disorders). Daarmee breidt Denollet niet alleen het onderzoek naar Type D uit, maar zetten andere onderzoekers van CoRPS ook onderzoekslijnen op naar het belang van psychologische factoren bij ernstige aandoeningen zoals diabetes en kanker.

Persoonlijkheid speelt niet altijd een rol

Zijn eigen onderzoekslijn begint rond die tijd ook te veranderen. Waren de eerste bevindingen nog zo duidelijk, later ontdekt hij dat Type D persoonlijkheid niet altijd een voorspellende waarde heeft. Bij patiënten met hartfalen, een ernstige aandoening waarbij de pompfunctie van de hartspier sterk verminderd is, vindt hij geen causaal verband. In 2010 publiceert hij daarover. En ook andere onderzoekers ontdekken dat het persoonlijkheidstype niet altijd een rol van belang speelt.

In de jaren daarna volgt harde kritiek, die ook in de media wordt uitgemeten. Het onderzoek van Denollet zou gekenmerkt zijn door verschillende problemen. Hij zou te weinig proefpersonen gebruiken en niet de juiste methoden en statistieken. Ook zou bijvoorbeeld de vragenlijst, die hij in 2005 introduceerde om te bepalen wanneer iemand onder het persoonlijkheidstype valt, niet genuanceerd genoeg zijn. Iemand is óf wel, óf niet Type D.

Dat laatste is volgens Denollet onoverkomelijk: er zijn altijd ‘cut-offs’. Met name voor onderzoekers vindt hij het belangrijk om het eens te zijn over definities. In de klinische praktijk moet er meer ruimte zijn om naar het individuele geval te kijken.

“Als ik er op terugkijk, ben ik er naïef aan begonnen”

Dat Type D bij hartfalen geen rol speelt, is volgens Denollet mogelijk te verklaren doordat patiënten al ernstig ziek zijn. En ze zijn vaak een stuk ouder. “Risicofactor nummer één voor overlijden is nog altijd leeftijd.” Toch is veel van de kritiek volgens hem wel terecht, deels heeft hij die ook aangevoeld. “Als ik er achteraf op terugkijk, ben ik er naïef aan begonnen. Zo van: ik heb het gevonden. Dit is dé risicofactor.” Daar komt hij later op terug, mede dankzij het vele onderzoek dat ook door anderen gedaan wordt. Hij begint zorgvuldig uit te pluizen wanneer het persoonlijkheidstype een rol speelt, wanneer niet – en wáárom.

Veel negatieve studies hebben volgens Denollet gekeken naar overlijden door welke oorzaak dan ook. Niet gek, dat er geen verband gevonden wordt. Natúúrlijk is niet ieder overlijden door Type D te verklaren. Het blijkt, durft hij inmiddels wel te zeggen, vooral een rol te spelen bij het optreden van (nieuwe) hartaanvallen bij patiënten van middelbare leeftijd. Een verklaring daarvoor heeft hij ook. Het gaat mis bij de doorbloeding van de hartspier.

De hartspier krijgt onvoldoende bloed

“De hartspier heeft, zoals elke spier, bloed nodig om te functioneren, maar is aan de binnenkant bekleed met een vlies. Als de linkerhartkamer samentrekt en het zuurstofrijke bloed via de aorta het lichaam ingepompt wordt, kronkelen de kransslagaders zich om de buitenzijde van de hartspier.” Zo krijgt de hartspier alsnog het benodigde bloed. Of juist niet. Die kransslagaders kunnen namelijk verstopt raken door aderverkalking en vernauwing van het bloedvat, waardoor ook een deel van de hartspier ermee ophoudt. Zo ontstaan hartinfarcten.

“De hartspier heeft bloed nodig om te functioneren”

Wat hartinfarcten met stress en persoonlijkheid te maken hebben? Bij wie aanhoudend stress heeft, is het lichaam constant in gevecht. Bekend is dat er dan stresshormonen vrijgegeven worden, minder bekend is dat aders er verstopt door kunnen raken. Dat is desastreus.

Mensen met dit persoonlijkheidstype hebben een twee tot drie keer zo groot risico op een nieuwe hartaanval binnen vijf tot tien jaar. Een iets kleiner effect dan oorspronkelijk gedacht, maar nog altijd significant. Bovendien wordt het onderschreven door ander onderzoek: “In China hebben wetenschappers aangetoond dat mensen met het Type D profiel veel meer vernauwingen hebben in de kransslagaders.”

Het onderzoek vindt een weg

In 2016 ontvangt Denollet de J.J. Groen Lifetime Award, een oeuvreprijs voor zijn interdisciplinaire onderzoek. Zijn onderzoek heeft ook een weg gevonden naar de richtlijn van de Europese vereniging van cardiologen. De vragenlijst is vertaald in meer dan dertig talen.Het begint er bovendien op te lijken dat het Type D niet alleen een rol speelt bij bepaalde hartproblemen. Andere onderzoekers hebben aangetoond dat iemand met dit persoonlijkheidstype vatbaarder is voor een depressie, angststoornis en burn-out. “Het wordt meer een generieke kwetsbaarheidsfactor.”

In 2017 staat het instituut dat Denollet heeft opgericht als een huis. De onderzoekslijnen zijn stevig verankerd, er zijn honderden publicaties, er is veel geld binnengehaald. Met het Elisabeth-Tweesteden Ziekenhuis worden kennis en data uitgewisseld, artsen schrijven mee aan papers en komen zelfs naar de universiteit om te promoveren. “We hebben elkaar kunnen versterken.” In de nabije toekomst zal het experimenteel onderzoek verder uitgebouwd worden in het GO-Lab van CoRPS, om stressmechanismen beter te begrijpen.

Omgaan met stress

Heb je veel stress en krop je het op? Geen paniek, volgens Johan Denollet is ben je niet alleen. Uit een Groningse populatiestudie blijkt dat Type D voorkomt bij 27% van de bevolking. Zijn advies: verander niet je persoonlijkheid, maar hoe je met situaties omgaat.

  1. Beschouw jezelf niet als abnormaal
  2. Besef dat je kwetsbaarder bent voor stress
  3. Maak je niet onnodig druk
  4. Maak je je toch druk, bijvoorbeeld omdat je een belangrijke gesprek moet voeren, probeer dan op een andere manier met de stress om te gaan. Maak de situatie bespreekbaar, verander er iets aan, deel je zorgen met iemand. Overweeg, als je er zelf niet uitkomt, professionele hulp.

Denollet is ziek

Datzelfde jaar zet Denollet een nieuwe stap. Hij wordt één van de drie kartrekkers van het Impact-programma van Tilburg University, dat zich ten doel stelt wetenschap in te zetten om de wereld beter te maken. Denollet neemt het thema Enhancing Health and Wellbeing onder zijn hoede. Na een tijd verdwijnt hij echter uit beeld, en wordt vervangen hoogleraar klinische neuropsychologie Margriet Sitskoorn. Denollet is ziek.

“De medische psychologie komt naar me terug”

Wanneer hij door voormalig rector Emile Aarts wordt gevraagd voor het impactprogramma, is Johan Denollet net gediagnosticeerd met blaaskanker. Omdat behandeling goed mogelijk lijkt, werkt hij door. Maar een jaar na de behandeling met immunotherapie, als de kankercellen weg lijken, slaat de twijfel toe. “Ik voelde dat het niet goed zat.” Uit vervolgonderzoek blijkt dat de kanker is uitgezaaid. “Ik ben negen maanden ziek thuis geweest. Het is een zware behandeling, ook omdat het ongeneeslijk is.” De artsen hebben Denollet tussen de één en vijf jaar te leven gegeven. “Ik ben inmiddels anderhalf jaar verder.”

“De medische psychologie komt naar me terug, maar nu als ervaringsdeskundige,” zegt Denollet. “Het steunt me in de gedachte dat het een goede zaak is, wat we hier in Tilburg hebben gestart.” Hij heeft complicaties van de behandeling, maar is weer aan het werk gegaan. Drie dagen per week. “Aanvankelijk zag het er niet best uit, maar de chemotherapie heeft goed gewerkt.”

Denollet is een aantal overzichtsartikelen aan het schrijven met andere wetenschappers van het departement. Om kennis door te geven, en ervoor te zorgen dat “het materiaal dat er nog ligt zo goed mogelijk benut wordt.” Door bezig te blijven, voelt hij zich méér dan alleen ziek. “Dit blijft mij boeien en zolang ik plezier heb in het leven, vind ik het allemaal prima.”

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.