In de ban van Freud

Mariël Holtermans, GZ-psychologe en docente Medische en Klinische Psychologie aan Tilburg University, waagt zich aan een reusachtig karwei: in een tijdsbestek van twee jaar de complete werken van Sigmund Freud lezen. Alsof dat niet uitdagend genoeg is, houdt ze er tegelijkertijd een blog over bij. “Het heeft hernieuwde betekenis aan mijn leven gegeven.”

De boekenkast van Mariël Holtermans

De boekenkast van Mariël Holtermans

Tien werken, zesduizend pagina’s in totaal. Holtermans begon in 2018 en heeft inmiddels bijna 2000 pagina’s gelezen en ruim 100 blogs geschreven. Een monsterklus. En het einde is nog lang niet in zicht. Holtermans: “De blog is een dagtaak. Ik probeer nu twee blogs per week te schrijven en als ik geluk heb drie.” Omdat het project toch tijdrovender bleek dan ze van tevoren had gedacht, heeft ze de termijn met drie jaar verlengd. Ze hoopt nu tegen het einde van 2023 klaar te zijn.

Zesduizend pagina’s aan Freud tot je nemen, je moet wel half gek zijn wil je zo iets doen. Wat motiveert jou?

“Ik heb een enorme passie voor studeren en het opdoen van nieuwe kennis. Ik kan er haast geen genoeg van krijgen, zeker als het aankomt op de menselijke psyche.

“De overgang van studie naar werken in de beroepspraktijk vond ik in het begin lastig. Hoewel het werk mij beviel merkte ik dat ik ook verlangde naar meer theoretische voeding. Ik hecht veel waarde aan mijn werk als therapeute, daarnaast ligt mijn liefde óók bij het lezen en schrijven over abstractere psychologische en filosofische onderwerpen.

“Om deze behoefte naar diepgang te vervullen besloot ik over te gaan tot een zelfstudie van Freud. Dit met in het achterhoofd dat ik ooit hoop te promoveren op een psychoanalytisch onderwerp. Dat is stiekem wel een droom.”

Waarom spreekt de psychoanalyse je aan? En waarin schuilt de meerwaarde van Freud?

“De meerwaarde van Freud en de psychoanalyse zit in de leer van het onbewuste. Net als Freud geloof ik dat de mens grotendeels door onbewuste drijfveren wordt gestuurd. Ik ervaar het bij mezelf, maar ook bij mijn cliënten. Ik hoor vaak: “Ik weet wel hoe het zit, maar ik kan het niet veranderen,” wat blijk geeft van een diepere kracht in onszelf waar het rationele niet over kan beschikken.

Mariël Holtermans

Mariël Holtermans

“Freud onderscheidt zich met name door deze diepere psychologische processen onder te brengen in een taal. Hij heeft veel treffende termen bedacht die de onderliggende dynamieken in het onbewuste op een precieze wijze uitdrukken. Door de menselijke psyche op minutieuze – en tevens humoristische – wijze te ontleden heeft hij ons nieuw inzicht verschaft in de mens.

“Ook is hij in mijn ogen de grondlegger van de gesprekstherapie binnen de psychologie. Dit is het klassieke gesprek tussen psycholoog en cliënt. Freud zijn therapie bestond namelijk uit het hebben van conversaties met zijn cliënten, niks meer en niks minder. Ook al was dat liggend op een bank, het was toch revolutionair om door middel van een gesprek tot (ook lichamelijke) genezing te komen.”

Je schrijft op je blog dat mede door het ontbreken van Freud in de reguliere canon, je genoodzaakt was over te gaan tot een zelfstudie van Freud. Het is opmerkelijk dat iemand met zo’n revolutionaire nalatenschap nauwelijks terugkomt in de studieboeken. Wordt Freuds theorie wel voldoende onderkend in de huidige psychologie?

“Het is niet zo dat Freud compleet genegeerd wordt binnen de Nederlandse psychologieopleidingen, hij wordt wat mij betreft alleen te summier behandeld. Dit geldt voor meer betekenisvolle figuren binnen de psychologie. Hun originele werken worden min of meer in één groot samenvattend verzamelwerk gepropt. De primaire teksten komen daardoor slechts in vertekende vorm terug in de opleiding; alleen de belangrijkste aspecten worden eruit gepikt.

“Ik vind het jammer dat de studie zo is ingericht, maar dat is mijn persoonlijke mening en niet per se die van het departement. Door het bestuderen van de originele werken ga je namelijk de geschiedenis van je vak beter begrijpen waardoor je ook een vollediger beeld krijgt van de huidige staat ervan.

“Om een voorbeeld te noemen verwijs ik naar de huidige problematiek rondom psychosomatische klachten. Er zijn enorme wachtlijsten voor mensen die kampen met dergelijke klachten; lichamelijke klachten zoals pijn en vermoeidheid waarbij geen medische oorzaak vastgesteld kan worden. Freud schreef al vóór 1900 over de invloed van de psyche op het lichaam; de ziekte van toen was de hysterie. Daarin speelden verdrongen psychische conflicten een rol bij het ontstaan van pijnklachten en uitval van ledematen (conversie).

“Tegenwoordig wordt hysterie vaak afgedaan als een malle ouderwetse ziekte, zonder te realiseren dat de beginselen van hysterie en psychosomatische klachten van dezelfde aard kunnen zijn. In beide gevallen is er (vaak) sprake van een psychische oorzaak die leidt tot fysieke klachten, alleen de verschijningsvorm is wel veranderd.

“Zoals de hysterie zich destijds uitte, dat zien we tegenwoordig niet veel meer. Een studie van de originele Freud is in mijn ogen echter nog steeds zeer bruikbaar om ook de klachten die we vandaag nog in de praktijk tegenkomen, te begrijpen. Het is jammer dat hij de afgelopen decennia significant terrein heeft verloren in Nederland.”

Wat is volgens jou de reden hiervan?

“Freud werd beticht van onwetenschappelijkheid. Zijn onderzoek was voornamelijk gericht op casestudies: door uren met mensen in gesprek te gaan poogde hij persoonlijke processen in kaart te brengen. Zijn methode was kwalitatief in plaats van kwantitatief. Dit wil zeggen dat hij de focus legde op de menselijke ervaring en die probeerde te verstehen. Iets zo subjectief en ondoordringbaar als het onbewuste is ook nauwelijks op een objectieve manier te onderzoeken. Het is niet aanwijsbaar in het brein noch om te zetten in een cijfer.

“De psychoanalytische theorie past steeds minder in het huidige tijdsgewricht, maar is des te meer nodig”

“Het is deze wijze van onderzoek doen die niet goed te verenigen is met de actuele opvatting over het bedrijven van wetenschap. Ik durf te stellen dat de hedendaagse manier van psychologisch onderzoek doen voor 99% gestoeld is op kwantitatieve normen. Bewijsbaarheid staat centraal; meten is weten. Het resultaat moet uiteindelijk altijd vertaald kunnen worden naar objectief waarneembare resultaten, zoals bijvoorbeeld scans en cijferuitslagen.

“De omslag van een kwalitatieve naar een kwantitatieve wetenschap heeft Freud wellicht de das om gedaan. Zijn beweringen zijn volgens velen niet hard te maken. Ik zou deze dominantie van de kwantitatieve methode graag veranderd zien in een meer evenwichtige wetenschap waarin de kwalitatieve analyse serieuzer wordt genomen.”

Freud wordt wel eens omschreven als een ‘dichter van de geest’. Dichters weten bepaalde fenomenen tot in grootse nauwkeurigheid en wonderlijke schoonheid te beschrijven zonder dat het per se op waarheid hoeft te berusten. Een dichter kan immers niet worden weerlegd. Zou deze titel hem beter staan dan wetenschapper of doet dit hem tekort?

“Ik denk dat hij beide is. Literair gezien is hij écht heel goed. Zelden heb ik iemand zo’n zorgvuldige en beeldende reflecties zien geven van zo’n gecompliceerd fenomeen als het onbewuste en de daaruit voortvloeiende psychodynamiek. Bovendien grijpt hij niet zelden terug naar het verleden om met historische mythen en sagen de innerlijke processen in de mens te duiden. Zijn werk heeft dus zeker een hoog poëtisch gehalte.

“Het zou Freud echter tekortdoen hem niet als wetenschapper te betitelen. Hij was opgeleid als neuroloog en heeft geprobeerd zijn theorieën te staven met een wetenschappelijke basis zoals bijvoorbeeld beschrijvingen van energiebanen in de hersenen. Hij heeft dit destijds echter niet kunnen onderbouwen met de scantechnologie waar wij nu over beschikken. Gelukkig is er steeds meer interesse in de theorieën van Freud op neurologisch vlak – en dit heeft de nieuwe discipline van de neuropsychoanalyse in het leven geroepen.”

Is de status van het Freudianisme in de therapeutische praktijk vergelijkbaar met die in de wetenschap?

“In de praktijk is het niet zo best gesteld met Freuds psychoanalyse. Het grootste manco van de psychoanalyse als behandelvorm is dat het tijd kost om een duurzaam resultaat te behalen en daardoor allesbehalve kostenbesparend is. Sinds de marktwerking in de zorg is ingetreden is de focus voor zorgaanbieders komen te liggen op efficiëntie en snel resultaat. Alternatieve therapiestromingen hebben de psychoanalyse op dit gebied voorbijgestreefd, waardoor het aan de kant is geduwd.

De verzamelde werken van Freud

“In de praktijk is de nadruk dus eveneens komen te liggen op kwantiteit in plaats van kwaliteit. Tijd en geld zijn bepalende factoren geworden. Psychofarmaca (medicatie) zijn een uitvloeisel van deze mentaliteit en vertegenwoordigen eigenlijk alles waar de psychoanalyse niet voor staat: het veronderstelt dat een ziekte wordt veroorzaakt door een tekort aan een bepaald stofje in de hersenen en dat het medicijn er de snelle remedie voor is.

“Met medicijnen worden klachten inderdaad op korte termijn verminderd, maar men vergeet dat ze vaak verslavend zijn. Tevens leert de patiënt weinig over zichzelf en de oorzaak van zijn lijden, wanneer enkel medicatie wordt ingezet. Uiteraard zijn er psychiatrische ziektebeelden waarbij medicatie absoluut noodzakelijk is, maar bij een groot aantal psychische klachten is dit niet het geval.

“We moeten naar een cultuur waarin meer ruimte is voor zelfonderzoek”

“Mede door te strooien met medicijnen verliezen we in mijn ogen iets wezenlijks: het gesprek en zelfreflectie. Met de kortdurende klachtgerichte psychologie die nu in de praktijk wordt bedreven ontbreekt het aan een dieper begrip van de eigen natuur. Uiteindelijk gaat het om het helen van iemands psychische wonden en deze zitten verborgen in iemands persoonlijke narratieve geschiedenis; daar moet je mee aan de slag. De enige manier om hiertoe toegang te verkrijgen is het gesprek aangaan. Dit hoeft niet in alle gevallen met een psychoanalyticus, maar kan ook met elkaar.”

Hoe zou Freud tegen de huidige DSM aankijken – het gezaghebbende handboek voor het diagnosticeren van geestelijke stoornissen?

“Ik vermoed dat als hij zou herrijzen uit zijn graf en dit te zien zou krijgen, hij vliegensvlug weer zijn graf in zou willen duiken. Hij zou het te ongenuanceerd en te stigmatiserend vinden, denk ik. De DSM bestaat hoofdzakelijk uit classificaties op basis van observaties. Indien iemand gedrag X vertoont, dan noemen we dat Y. Het is een afvinklijst van symptomen.

“Er wordt geen onderliggende persoonlijkheidsdynamiek beschreven die aan de basis kan liggen van de stoornis. Elke stoornis is anders en uiterst persoonlijk. De DSM houdt zich niet bezig met de vraag hoe iemands individuele geschiedenis eruitziet en of bepaalde gebeurtenissen in diens leven worden verdrongen. Freud zou de huidige DSM daarom vermoed ik te arm vinden.”

Een verspreking, het is ons allemaal wel eens overkomen. Freud is befaamd voor het feit dat hij dit fenomeen heeft omgedoopt tot een vruchtbare bron van verborgen betekenissen – dit in tegenstelling tot anderen die beweren dat een verspreking niets anders is dan een onbenullig en nietszeggend spraakblundertje. Wat is exact Freuds idee over dit linguïstische verschijnsel en bestaat er volgens jou zoiets als een Freudiaanse verspreking?

“Het idee van een Freudiaanse verspreking is dat er een bepaalde gedachte sluimert in het onbewuste, die vervolgens in een verspreking geuit wordt “met onbewuste opzet”. De verspreking zou dus inzicht geven in wat de persoon in diens onbewuste bezighoudt.

“Voor Freud is een verspreking zelden toeval”

“Ik geloof niet – net als Freud overigens – dat achter iedere verspreking een diepere motivatie schuilt. Er bestaan ook versprekingen die ontstaan doordat woorden linguïstisch gewoonweg erg op elkaar lijken. Toch denk ik dat er zeker wat in de Freudiaanse verspreking zit. Hierbij denk ik aan het noemen van verkeerde namen of het uitspreken van het tegenovergestelde van datgene wat je eigenlijk wilt zeggen. Het uitspreken van een totaal ander woord is voor Freud een bewijs dat het in je gedachten geweest moet zijn. Freud gelooft niet in toeval. Waarom zeg je in godsnaam A als je B wil zeggen, dat is op z’n minst merkwaardig te noemen.

“Een bekend voorbeeld dat hij aanhaalt is dat van de voorzitter die de vergadering opent en daarbij per ongeluk uitspreekt dat hij de vergadering voor gesloten verklaart. Volgens Freud is hier sprake van een protest dat onderdrukt wordt: het geen zin hebben in de vergadering. In een onoplettend moment ontsnapt dit protest en wordt het hardop gezegd, zonder bewuste intentie.”

Naast kritiek op zijn pseudowetenschappelijke aanpak heeft Freud ook vanuit feministische hoek de wind van voren gekregen. Zijn werken zouden seksistisch en vrouwonvriendelijk zijn. Met name de passages over ‘penisnijd’ wekken vraagtekens op. Daarnaast zou hij vrouwen hebben beschreven als passieve wezens. Wat vind je hiervan? Tast het voor jou de geloofwaardigheid van zijn theorie aan?

“Ondanks dat het de grootsheid van zijn werk in mijn ogen niet aantast, heb ik wel degelijk moeite met zijn antifeministische kant. Maar ik heb er nog niet veel over gelezen tot nu toe, dat komt pas in zijn latere werken. Tegelijkertijd realiseer ik me ook dat hij een kind van zijn tijd was en in het Wenen van 1900 was weinig ruimte voor de emancipatie van de vrouw. De vrouw werd in die maatschappij ook een zekere passieve rol toebedeeld, wat denk ik wel bijdraagt aan het beeld dat hij schetst.

“Daarnaast denk ik dat mannen van nature meer jagend zijn en vrouwen meer ontvangend. Dat kun je passief noemen, maar het gaat in feite gewoon om een sociaal-biologisch verschil waar niet per se een oordeel over hoeft te zijn. Ik vraag me wel eens af hoe hij zou reageren op de feministische golf die is ontstaan na zijn dood; onverschillig of misschien zelfs gefrustreerd?”

Op je website zeg je dat het je ontbrak aan een diepgaander begrip van jezelf en van je omgeving. In welke mate heeft het lezen van Freud dit gat opgevuld?

“Het is vooral het hele project waar ik veel waarde aan hecht. Het heeft een nieuw doel en hernieuwde betekenis aan mijn leven gegeven. Tijdens mijn werk als GZ-psychologe pas ik de theorie nog slechts mondjesmaat toe. Het is op dit moment vooral een denkkader met betekenisvolle inzichten, geen praktische hulp.

“Als academicus geeft het me wel de verdieping waar ik behoefte aan had. Als de kennisrups die ik ben verrijkt het mijn leven ontzettend. En het lezen van Freud is ook therapeutisch. Je ontkomt er niet aan zijn inzichten af en toe op jezelf te betrekken.”

 


Geïnteresseerd? Lees hier alle blogs van Mariël Holtermans.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.