Professor in gesprek met boerenzoon: ‘De boer kan het nooit goed doen’

Professor in gesprek met boerenzoon: ‘De boer kan het nooit goed doen’

De agrarische sector moet ingrijpend veranderen om onze wereld leefbaar te houden, waarschuwde Carla Koen, hoogleraar Technologie Strategie en Entrepreneurship, in een opiniestuk. Dat was tegen het zere been van boerenzoon en derdejaars student bedrijfseconomie Perrin Rietveld. Volgens hem worden boeren te vaak in het verdomhoekje geduwd. Univers nodigde hen uit in de Esplanade om met elkaar in gesprek te gaan.

Perrin Rietveld en Carla Koen. Foto: Dolph Cantrijn

Perrin Rietveld en Carla Koen. Foto: Dolph Cantrijn

In het opiniestuk Wat intensieve landbouw ons echt kost waarschuwde TiU-professor Carla Koen een halfjaar geleden voor de gevaren van de intensieve veehouderij en landbouw in Nederland. Haar betoog? We maken ons nu vooral zorgen over de gevolgen van stikstof. Een thema dat al maanden de media beheerst en de overheid aanzette tot het nemen van scherpe maatregelen. Maar er is meer aan de hand. Veel meer.

In het kort. Door het opeenpakken van (landbouw)dieren zullen er onvermijdelijk vaker infectieziektes ontstaan die van dier op mens kunnen overspringen, de zogenaamde zoönosen. Zoals recentelijk Q-koorts, de Mexicaanse griep en natuurlijk COVID-19. Daarnaast raakt ons grondwater vervuild, wordt antimicrobiële resistentie een steeds acuter probleem en zorgt luchtverontreiniging voor een toename aan (zeer ernstige) luchtwegaandoeningen.

Wie het stuk las kon niet anders dan zich verontrust afvragen waarom de overheid deze urgente problematiek niet daadkrachtig aanpakt?

Bezorgdheid was niet de eerste emotie die bedrijfseconomiestudent aan Tilburg University en boerenzoon Perrin Rietveld voelde toen hij het opiniestuk van Koen las. Eerder boosheid, en teleurstelling. Vooral over het feit dat nu ook een professor van zijn eigen universiteit de boeren aanviel. Reden voor hem om op Facebook te reageren op haar stuk. Klopte het wel wat de professor schreef? Waar haalde zij die feiten vandaan? En waarom wordt de schuld telkens weer bij de boeren gelegd?

Univers nodigde hen (vlak voordat de coronacrisis losbarstte) uit om met elkaar in gesprek te gaan. Niet om vanuit de loopgraven op elkaar te schieten, maar om elkaars werelden en standpunten beter te begrijpen.

Het gesprek

Perrin Rietveld: “Uw artikel kwam in de herfst van 2019, in de tijd van al die protesten. Iedereen in de boerensector was een beetje boos. De landbouw kwam steeds maar weer in een kwaad daglicht te staan. Alsof alle boeren kwaadwillend zijn en niets geven om hun omgeving. Alles was negatief en dit artikel was wederom negatief. De constatering dat zelfs mijn eigen universiteit nu pessimistisch ging doen, was voor mij de druppel waardoor ik besloot om te reageren.”

Carla Koen: “Ik snap jouw gevoel. Ik snap jou helemaal. Maar een artikel in NRC… je kunt niet echt nuanceren. Ik zat nu al ruim boven het woordlimiet. Mijn betoog was niet bedoeld als aanval op de boeren, maar als een signaal naar de politiek. Dit zijn alle feiten, doe daar iets mee. Staar je niet blind op stikstof, daar gaat het niet alleen om. Met die eenzijdige focus op heel nauwe thema’s help je de hele agrarische sector op den duur om zeep.

“De overheid moet een antwoord formuleren op de vraag: wat is een haalbaar en duurzaam toekomstperspectief voor de Nederlandse agrarische sector? Op welke manier moeten we dat inrichten? En wat kunnen wij als overheid voor de boeren doen? Er zijn heel veel kleine boeren die goed bezig zijn, maar desalniettemin kapotgaan. Terwijl er ook veel grote intensieve bedrijven zijn, waar we last van hebben, die gesubsidieerd worden. Hoe krom is dat?”

“De boer kan het nooit goed doen.”

Rietveld: “Heel veel boeren willen wel veranderen en verduurzamen, maar het kan niet. Er is geen geld voor. Er moeten dure investeringen gedaan worden, waarvan niet eens zeker is of ze op de lange termijn wel werken. Als dan later blijkt dat dit niet zo is, zit de boer met hoge schulden.”

Koen: “Exact! Daar zit precies de ambivalentie voor de boer. In Brabant denkt men bijvoorbeeld aan nieuwe stalsystemen die methaan en fijnstof afzuigen. Stel je voor dat je als boer zegt: oké, dat doe ik wel. Ten eerste krijg je dan een enorme financiële ketting rond je hals. Daarnaast moet je weten dat die stalsystemen evolueren. Onderzoek naar dit soort nieuwe oplossingen vindt plaats in een kleinschalige gecontroleerde omgeving. Pas als je het gaat opschalen ga je het echte effect zien. Soms valt dat dan flink tegen.

“De overheid zegt vaak veel te vroeg: ja, we hebben iets, dat gaan we verplicht stellen. Maar om zeker te weten of iets werkt heb je langdurig onderzoek nodig, op verschillende locaties. Het verleden laat zien dat de politiek daar het geduld niet voor heeft.

“Een ander voorbeeld is de discussie over hoe de boer het land moet bemesten. Eerst zeggen ze ‘injecteren’, dan weer ‘op het land gooien’. Altijd weer iets anders. De boer kan het nooit goed doen.”

Rietveld: “Daar ben ik het mee eens. De boer zit er tussenin, maar zit wel met de gevolgen. En als het misgaat wijst iedereen naar de boer. Het is moeilijk om toekomstplannen te maken als boer. Je weet niet hoeveel dieren je straks mag houden of hoe de stallen eruit moeten zien.”

Onzekere toekomst

Koen: “Ook de wetenschap zou meer verantwoordelijkheid moeten nemen door te zeggen: wij denken dat dit werkt, maar we moeten dat eerst op grotere schaal meten. Dat gebeurt nu moeizaam. Daarnaast zijn er grote bedrijven die met liefde die nieuwe ontdekkingen willen kopen om er geld mee te verdienen. De politiek gaat daarin mee.

“Ik vind dat de overheid eerlijk moet zijn over het feit dat er geen korte termijnoplossingen zijn. Laat die boeren niet investeren onder druk, in dingen waarvan we niet weten of ze wel gaan werken. Creëer mogelijkheden voor longitudinale onderzoeken, zodat we straks weten wat wel echt werkt. Hoe ziet het bedrijf van jouw familie er eigenlijk uit?”

Rietveld: “Wij hebben een melkveebedrijf met 90 koeien en 55 hectare grond, best wel extensief. Onze koeien lopen een groot deel van het jaar buiten. We doen ook aan agrarisch natuurbeheer, zoals het gras laten staan zodat de weidevogels er kunnen broeden.”

Koen: “Kijk aan, jullie zijn goed bezig!”

Rietveld: “Haha.”

Koen: “Ja, echt. Deze boer levert een sociale dienst. Een ecologische service aan de maatschappij. Dit moet hij niet doen, maar hij doet het wel. Hij beschermt de maatschappelijke ‘commons’, de vogels, de bodem, de lucht. Daar zou een vergoeding voor moeten staan, bijvoorbeeld een hogere prijs voor zijn producten. Maar dat is nu niet zo. Omdat vrijwel niemand inziet dat het een service is waar we allemaal baat bij hebben. Wil jij later het bedrijf van je ouders overnemen?”

Rietveld: “Dat weet ik nog niet. Naast mijn studie werk ik wel veel mee op de boerderij. Landwerkzaamheden, koeien melken, de boekhouding. Dus de affiniteit is er zeker, maar de onzekere toekomst houdt me tegen.

“Ik twijfel of ik het familiebedrijf wil overnemen. De onzekere toekomst houdt me tegen”

“Onze stallen zijn al ouder, die moeten we over niet al te lange tijd aanpassen. We weten alleen niet hoe. Het is nu allemaal heel onzeker. Je weet niet waar het naartoe gaat of wat de overheid van je verwacht. En je hebt ook niet de middelen om overal maar in mee te gaan. Stel je bouwt nu een stal en over een paar jaar zeggen ze, nee, het moet toch zo….”

Koen: “Dat is gruwelijk ellendig. Ik begrijp daarin de boeren die op het Malieveld gaan staan en tegen de politiek zeggen: geef ons een stip op de horizon. Geef ons duidelijkheid. Een tijdspad van wat we kunnen verwachten. Als bedrijf bepaal je op basis daarvan je investeringen.”

Van dierlijk naar plantaardig

Koen: “Er moet kabinet-overstijgend beleid komen. En dat kan ook al, we hebben als wetenschappers zoveel rapporten geschreven, allemaal om de boeren te helpen. Vorig jaar zat ik in een taskforce met de opdracht om minister Carola Schouten te adviseren over de transitie naar een duurzame wijze van landbouw in Nederland, die voor de boeren ook genoeg opbrengt om van te leven. Schouten nam ons rapport, Goed boeren kunnen boeren niet alleen, in oktober in ontvangst. Helaas is er vooralsnog weinig mee gedaan.”

Rietveld: “Veel boeren, waaronder ikzelf, hebben daar weinig van meegekregen. Kunt u meer vertellen over de conclusies van dat rapport?”

Koen: “Vanuit de wetenschap weten we al langer dat de huidige wijze van voedselproductie, waarin intensieve veeteelt een belangrijke rol speelt, niet veel langer houdbaar is. Wij pleiten daarom voor een systeem van kringlooplandbouw, waarin er zuinig met grondstoffen en onze leefomgeving wordt omgegaan. Bijvoorbeeld door veevoer te produceren in eigen omgeving en niet meer uit (Latijns) Amerika of Azië te halen.

“Maar daarmee ben je er niet. We zullen uiteindelijk naar een ander voedselsysteem moeten. Veel minder dierlijk voedsel en veel meer plantaardig. Dat is noodzakelijk om meerdere redenen. Ten eerste is het zonde om de schaarse grond die we hebben te gebruiken voor vee en veevoeding, terwijl we straks wereldwijd 9,5 miljard monden moeten voeden. Je moet landbouwgrond vooral gebruiken om eten voor mensen te produceren. En niet voor voedsel dat je eerst in dieren stopt.

Foto: Thorsten Blank

Foto: Thorsten Blank

“De huidige veestapel moet daarom drastisch worden ingekrompen. Ook omdat de mest en gassen die al die dieren produceren een belangrijke oorzaak zijn van de toenemende grond, water en luchtvervuiling. Er moet een transitie in gang worden gezet waarin mensen minder vlees en zuivel gaan eten. In de nieuwste rapporten daarover staat dat mensen, op de lange termijn, nog maar maximaal 10 gram dierlijke proteïnen per dag tot zich mogen nemen.”

Rietveld: “Ik denk dat als je realistisch bent, het inderdaad zo is dat die echt intensieve landbouw en intensieve veeteelt op de lange termijn niet goed is. Maar de consument speelt ook een rol. Mensen willen niet veel betalen voor zuivel en vlees. Het is een kwestie van vraag en aanbod, als de vraag naar goedkope producten blijft, dan wordt het geproduceerd.”

Koen: “Klopt en daarom zou de overheid moeten zeggen tegen supermarkten: je gaat niet stunten met vlees, dat is niet ethisch. Het gaat over een levend wezen en niet over een bloemkool of wortel. De supermarkt moet vervolgens transparantie en volledige informatie geven over wat je koopt. Dit is een kip die komt uit de Oekraïne en die is op een vierkante centimeter opgegroeid. En dit is een kip uit Nederland die vrij heeft mogen rondlopen. Kies nu maar. Op dit moment ziet de consument niet eens wat hij koopt.

“Het gaat over een levend wezen en niet over een bloemkool of wortel”

“Daarnaast moet er een eerlijke prijs gegeven worden aan de boeren. Boeren die het nu goed doen, krijgen geen vergoeding voor wat ze goed doen. Veel ruimte voor de dieren, ecologisch verantwoorde voeding, natuurbeheer, noem het maar op. Boeren die dat allemaal niet doen kunnen voor lagere kosten produceren en hun producten dus goedkoper aanbieden. Wij zeggen, daar moet een CO2-taks op, die we vervolgens geven aan boeren die het wel goed doen. Door die CO2-taks wordt de kiloknaller uit Oekraïne veel duurder dan de free range uit Nederland.”

Rietveld: “Ik vind dat interessante gedachte. Ja misschien kan dat wel werken.”

Koen: “Ja, daar hebben we ook maanden over nagedacht. Hoe krijgen we zo’n systeem goed en eerlijk voor de boeren. Maar zo’n taks kun je natuurlijk niet alleen in Nederland invoeren, daarvoor moet je andere landen meenemen. Je moet een gelijk speelveld creëren. Daarom zijn we ook uitgegaan van een lange periode waarin deze transitie moet plaatsvinden. Een planning tot 2050. In 5 jaar kun je zo’n omslag niet bereiken.”

“Maar er gebeurt nu ook al veel. We zien op microniveau nieuwe vormen van landbouw ontstaan, die richting geven aan wat het uiteindelijke model zou kunnen zijn om Nederland gezond te maken. Er zijn heel veel boeren die goed bezig zijn.

“We moeten bestuderen hoe die dat doen en aan hen vragen welke ondersteuning ze daarbij nodig hebben. Beleid, regelgeving en financiering moet daarop worden afgesteld. En er moet een transitiefonds komen voor boeren die willen omschakelen naar een duurzamere werkwijze.”

Grijze haren

Koen: “Als overheid moet je een stip op de horizon hebben: waar willen we naartoe, wanneer moet die transitie af zijn en wat moeten we nu al gaan doen om in 2050 bij dat ideale plaatje te komen?

“En je moet eerlijk zijn, niet alle bedrijven kunnen blijven. We hebben teveel intensieve boeren, we hebben niet genoeg land. Voor een deel zal daar een goede afvloei-regeling voor moeten komen. Maar kijk eerst ook eens naar de natuurlijke afvloei. Niet iedere boerenzoon wil het bedrijf overnemen. Niet iedere boer heeft opvolging. Om die informatie te krijgen moet je met de boeren samenwerken.”

“Je moet eerlijk zijn, niet alle bedrijven kunnen blijven”

Rietveld: “Klopt. In mijn omgeving zijn er zeker gemotiveerde mensen die het familiebedrijf willen overnemen. Voor mijzelf moet er wel echt een toekomst zijn wil ik die stap maken.”

Koen: “Wat zou er moeten gebeuren zodat jij het bedrijf van je ouders voortzet?”

Rietveld: “Nou, voornamelijk dat er een duidelijk uitvoerbaar toekomstplan komt. Dat houdbaar is voor de langere termijn. En vervolgens voldoende geld oplevert, zodat je ervan kunt leven.”

Koen: “Logisch, het is een bedrijf, je zou er van moeten kunnen leven.”

Rietveld: “Precies. Het kan niet alleen een hobby zijn.”

Koen: “Zie je iets in de maatregelen die ik voorlegde? Zaten die in de goede richting voor jou?”

Rietveld: “Ik vind dat goede ideeën. Dit gesprek was sowieso heel anders dan ik verwacht had, maar wel positief anders. Van dat rapport had ik nog nooit gehoord. En ik denk veel andere boeren ook niet. Wat u allemaal vertelt heeft, dat weet de helft niet hoor.”

Koen: “Nee en ik snap niet dat ons rapport, nota bene in opdracht van de minister gemaakt, niet met de boeren besproken wordt. De minister moet eigenlijk met de boeren aan tafel gaan en zeggen: ik heb deze plannen, met deze maatregelen. Kunnen jullie je daar in vinden, wat zijn de bezwaren? Hoe gaan we dat uitrollen? Dat gebeurt dus niet.

“Ik krijg er grijze haren van als ik Carola Schouten hoor roepen: ik ben minister van alle boeren. Dan denk ik: Doe wat! Doe wat alsjeblieft. Je hebt de plannen liggen.”

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.