Wetenschap ontdekt het gebroken vrouwenhart
Niets breekt vaker en gemakkelijker dan een vrouwenhart. Deze zin lijkt rechtstreeks te komen uit een populaire popsong, maar is in werkelijkheid de conclusie van wetenschappelijk onderzoek dat wordt verricht aan de TiU, onder andere door cardioloog en hoogleraar Jos Widdershoven.
“Van alle patiënten met een gebroken hart, is 95 procent vrouw”, zegt hij, in zijn werkvertrek in het TIAS-gebouw. Steeds vaker moeten Widdershoven en zijn medeonderzoekers concluderen dat coronaire aandoeningen bij vrouwen wezenlijk andere oorzaken kennen en andere behandelingen vereisen dan die bij de man.
Sinds 1 januari 2012 bekleedt Widdershoven aan de universiteit de leerstoel ‘Integrative Cardiology’. De cardioloog, ook nog actief als specialist in het ETZ, valt met zijn leerstoel onder het onderzoeksinstituut CoRPS, het Center of Research on Psychology in Somatic diseases.
De faculteit is onderdeel van het instituut voor gedragswetenschappen en het departement voor klinische en medische psychologie. De inzet is cardiologie en psychologie met elkaar te verbinden, via gedegen onderzoek en onderwijs met uiteindelijk een verbeterde patiëntenzorg als uitkomst.
Vrouwen zijn eeuwenlang verkeerd behandeld
Widdershoven heeft zich gespecialiseerd in cardiopsychologie, en doet met name onderzoek naar het ontstaan van hartfalen bij vrouwen. Zijn oordeel is soms niet mals over de manier waarop andere specialisten naar het ‘andere geslacht’ kijken.
“Ik ben er van overtuigd dat wij mannen medisch gezien vrouwen eeuwenlang fout behandeld hebben. Medicijnen worden voornamelijk getest in mannen, zijn gemaakt voor mannen en worden op de markt toegelaten door mannen. Vrouwen reageren anders dan mannen op medicatie en hebben veelal baat bij lagere doseringen dan mannen.”
Dat inzicht is helaas landelijk nog lang niet tot elke instantie doorgedrongen. Widdershoven: “Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen bijvoorbeeld accepteert ondanks onze aanbevelingen de in andere landen al wel toegelaten speciaal op vrouwen gerichte laag gedoseerde medicatie niet op de Nederlandse markt. Wij moeten die groep patiënten daarvoor naar het buitenland verwijzen.”
Geheim achter aandoening
Een inventieve promovenda vroeg Widdershoven recent of zij onderzoek mocht doen naar een specifieke groep vrouwen. ‘Goed onderzoek draagt bij aan betere zorg’, is het motto van de hoogleraar, dus een dergelijke klus leek hem een prima idee.
“Zij wil kijken naar vrouwelijke patiënten met hartklachten die lijken te ontstaan in de kransslagader, maar bij wie die kransslagader eigenlijk volkomen normaal functioneert. Wat is dan wel het probleem?” Het promotieonderzoek kan mogelijk leiden tot nieuwe inzichten en betere behandelopties, verwacht de hoogleraar.
Een gebroken hart is dus ook zo’n haast unieke vrouwenkwaal. Het geheim achter de aandoening is nog niet geheel ontrafeld.
Widdershoven: “Van plotselinge heftige emotionele gebeurtenissen is bewezen dat die een hartstilstand kunnen veroorzaken. Als voorbeeld: waneer de politie aan de deur verschijnt en de moeder het bericht krijgt dat haar zoon een ernstig ongeval is overkomen.” Haar hartspier verstijft van schrik, ze kan ter plekke neervallen.Lees ook:
‘Paula Mommersteeg ontwikkelt een tool die vrouwelijke hartpatiënten helpt bij het maken van lastige zorgkeuzes‘Dat ruim negen op tien patiënten met het gebroken hart syndroom vrouwen zijn, vaak na de menopauze, heeft wellicht te maken met hun veranderde hormoonhuishouding. Mogelijk zijn hartcellen van vrouwen dan gevoeliger voor stresshormonen omdat de oestrogeen waarden in het bloed zijn afgenomen.
“We kijken echter ook naar hun medische geschiedenis, we hopen voorspellende factoren in kaart te kunnen brengen”, kondigt de hoogleraar aan.
Grote rol voor E-Health
Acute stress is in alle gevallen slecht. Bij het ontstaan, maar tevens voor het genezingsproces van hart- en vaatziekten. Zoals dat bij vele aandoeningen het geval is. Het effect van dit soort psychologische risicofactoren op de prognose van patiënten is een speerpunt op de afdeling van Widdershoven.
“We willen kijken hoe we in de toekomst de hoog-risico patiënt nog beter kunnen identificeren en of we bij die patiënten gedragsveranderingen teweeg kunnen brengen die hun gezondheid positief beïnvloeden.”
Widdershoven ziet daarbij een grote rol voor E-Health: het op afstand gericht begeleiden van risicogroepen. “Dan kunnen we patiënten iedere dag monitoren en aansturen. Niet zoals nu om de zoveel maanden even op de polikliniek de voortgang bespreken, maar direct thuis, in het dagelijks leven, aan de hand van op afstand afleesbare data. Als het de goede kant opgaat krijgt de patiënt onmiddellijk positieve feedback. Dat werkt.”