‘Gelukkig hebben we geen medische faculteit’

Tilburg University heeft geen medische faculteit. Maar daar ligt Jan Anne Roukema, emeritus hoogleraar Kwaliteit van Leven, niet van wakker. Het geeft de vrijheid om niet alleen het lichaam, maar ook de geest van de patiënt te onderzoeken.

Jan Anne Roukema. Foto: Ton Toemen

Jan Anne Roukema. Foto: Ton Toemen

“Elk nadeel heeft zo zijn voordeel,” laat Roukema weten. “Ook hier in Tilburg. Omdat wij geen medische faculteit hebben, kunnen we in beginsel alles onderzoeken wat we willen in samenwerking met het ETZ. Een academisch ziekenhuis is veelal verplicht bezig met onderzoeken naar het nieuwste van het nieuwste op behandelvlak: nieuwe medicijnen, nieuwe apparatuur.”

Roukema kon dus de afgelopen jaren vrijelijk onderzoek doen naar de kwaliteit van zorg en het effect van die zorg op de hele mens, op het welbevinden van de patiënt. Vele jaren maakte hij als oncologisch chirurg het lijden van talloze kankerpatiënten van nabij mee. Vaak vroeg hij zich af wat het nut van verder behandelen zou zijn voor die ene man of vrouw met slokdarmkanker, darmkanker of borstkanker.

En welk groter doel dienen al die nationale bevolkingsonderzoeken? Duizenden Nederlanders die een envelop opsturen naar een laboratorium met daarin een buisje ontlasting om te worden onderzocht op de eventuele aanwezigheid van tekenen van darmkanker. Jaarlijks worden in zijn ogen honderden vrouwen onterecht ongerust gemaakt, als zij pas na weken te horen te krijgen dat het knobbeltje in hun borst, zoals dat te zien was bij de screening, slechts een onschuldige weefselophoping is.

Wat doet ziekte met de mens?

Voor hij naar Tilburg kwam werkte de arts in het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis in Amsterdam. In 1986 begint Roukema als oncologisch chirurg in Tilburg. Na enkele jaren van wetenschappelijk onderzoek in het ziekenhuis samen met de universiteit volgde in 2006 een officiële installatie als hoogleraar met de leerstoel ‘Kwaliteit van Leven’ bij de afdeling medische psychologie.

De centrale vraag waar het bij zijn onderzoek om draaide luidt: ‘Wat doet ziekte met de mens?’ Roukema vult aan: “En wat zijn de psychische en omgevingsfactoren waardoor iemand ziek wordt? Het zijn unieke onderzoeken die wij verrichtten, onderwerpen waar ze aan een medische faculteit niet toe komen.”

Wijlen Johan Denollet, hoogleraar medische en klinische psychologie, krijgt van Roukema alle eer voor diens baanbrekende onderzoek naar de rol van de Type D persoonlijkheid als risicofactor bij ontstaan van ziekten, zoals hartkwalen. Denollet toonde aan dat het Type D-mens eerder ziek wordt en tevens een veel slechtere prognose op genezing heeft dan patiënten die ‘losser’ in het leven staan. “Met onze vakgroep zijn we in de lijn van Denollet gaan onderzoeken of we kunnen voorspellen hoe een patiënt na de diagnose om zal gaan met zijn ziekte.” Interviews, ook met partners, en uitgebreide vragenlijsten vormden de instrumenten.

De patiënt heeft altijd gelijk

“Vaak blijkt dat de patiënt beter met een naderend einde om kan gaan, dan de partner.” Roukema stelt dat alleen de patiënt mag beslissen of hij of zij moet worden doorbehandeld. In de praktijk van alledag beslist echter vaak de dokter of iemand uit de directe omgeving van de patiënt.

“Een succesvolle behandeling richt zich op de patiënt als geheel. Dat klinkt als een zweverige vorm van holisme, maar als een arts niet fatsoenlijk naar de hele patiënt kijkt, kan hij die nooit fatsoenlijk behandelen. Het is niet de dokter die mag bepalen of er voldoende kwaliteit van leven na de behandeling overblijft voor zijn patiënt, dat is in alle gevallen aan die patiënt zelf om te bepalen. En de patiënt heeft altijd gelijk, als hij of zij zegt niet langer behandeld te willen worden.”

De door Roukema en zijn vakgroep ontwikkelde vragenlijsten vormen bij het verwerven van dat inzicht inmiddels een standaard leidraad.

Een van de promovendi aan de faculteit medische psychologie die door Roukema begeleid worden, verrichtte onderzoek onder ouderen die bij een val hun heup braken. Roukema: “De vraag die in het verleden nooit aan hen werd gesteld is: ‘wilt u geopereerd worden? We legden die mensen gewoon direct op de operatietafel. Vraag je het wel, blijkt uit dit onderzoek, dan zegt een groot aantal van deze oude patiënten: ‘Dokter laat maar, geeft u me maar pijnstillers.”

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.