Ben Vollaard: “Sinds ik aan de universiteit werk, denk ik veel minder na”

Ben Vollaard: “Sinds ik aan de universiteit werk, denk ik veel minder na”

Nachtmerries, dagdromen en onvervulde wensen: in de rubriek ’13 vragen aan’ laten wetenschappers zichzelf van een andere kant zien. Deze keer: Ben Vollaard, universitair hoofddocent economie aan Tilburg School of Economics and Management.

Ben Vollaard

Ben Vollaard

1. Waar bent u het meest trots op?

“Ik hoorde wel eens iets merkwaardigs over de AD-haringtest. Ik heb de data erbij gehaald, om te kijken hoe het in elkaar zat. Daar kwamen dingen uit waarvan ik dacht, dit kan niet waar wezen. Het testpanel had een zakelijk belang in een haringleverancier. Toeval of niet, wie de vis daar haalde, scoorde aanzienlijk hoger. Dat mijn onderzoek heeft geholpen hier een einde aan te maken, daar ben ik trots op.”

2. Wat is uw grootste angst?

“Niet relevant bezig zijn, dat je dingen doet waar niemand iets om geeft. Ik wil contact met mensen die het echte werk doen, met schoonmakers en politieagenten, en daar iets aan bijdragen. Je kan als wetenschappers allerlei vergezichten hebben, maar die zijn niks waard als ze niet worden getoetst.”

3. Wat zou algemene kennis moeten zijn?

“Nederland is best een vies land, ik denk niet dat iedereen zich dat realiseert. De Noordzee is een van de vieste zeeën ter wereld, onze binnenwateren en grond zijn vervuild, de natuur is voor een groot deel de das omgedaan.”

4. Wat weten maar weinig mensen over u?

“Thuis zit ik op de tractor, ben ik dieren aan het voeren of maak ik een praatje met iemand die de sloot uithaalt. Een totaal andere wereld dan de wetenschap, waar we vooral met papier schuiven. Wetenschappers werken standaard in de avonden en weekenden door, ik doe dat minder. Zaterdag werk ik echt, zeg ik vaak voor de grap. Dan ben ik op het terrein bezig.”

5. Welke wijze les zou u geven aan uw jongere zelf?

“Focus, zodat je wat kan bijdragen. Er komen veel kansen op je af, je kan vandaag in het ene duiken en morgen in het andere. Als onderzoeker is het de uitdaging om nee te zeggen en zelf een duidelijk plan te hebben.”

6. Wie is uw grote voorbeeld en waarom?

“Arnold Schwarzenegger. Ik ben op zijn spoor gekomen toen ik in Californië woonde. Toevallig naast de Venice Gold’s Gym, waar het voor hem allemaal is begonnen. Hij is in Oostenrijk opgegroeid en had daar gewoon kunnen trouwen, kindjes krijgen, maar hij had een ander idee van zijn toekomst. Hij heeft zichzelf meerdere keren uitgevonden. Schwarzenegger heeft zoveel positieve energie en wilskracht, dat heeft mij altijd enorm geïnspireerd.”

7. Wat moet er echt anders aan de universiteit?

“Er moet voldoende vertrouwen zijn dat docenten hun werk goed doen. Op het gebied van onderzoek hebben we veel vrijheid, maar de universiteit is al een tijd bezig om het onderwijs eenvormig te maken. Alles moet vastgelegd worden, van het doel van een cursus tot aan tachtig subdoelen. Ik zie dit als wantrouwen richting de docent en verspilde tijd. Het idee is dat het onderwijs hier beter van wordt, maar ik geloof daar niet in. We moeten het meer zoeken in feedback van studenten of een onderwijsspecialist die een keer meekijkt.”

8. Welk aspect vindt u lastig aan uw werk?

“We doen veel verschillende dingen, waardoor we ons nooit kunnen focussen. Je wil goed college geven, maar elke seconde die je daaraan besteedt gaat af van je onderzoekstijd. Je moet de administratie doen en zou een boek willen schrijven. Alles bijt elkaar. Tegelijkertijd zal er nooit iets gebeuren als je denkt dat je geen tijd hebt. Ik probeer het belangrijkste als eerste te doen. Zo ga ik voordat de dag begint eerst een uur zitten aan een paper.”

9. Wat zou u eigenlijk (meer) moeten doen?

“Nadenken. Sinds ik aan de universiteit werk, denk ik veel minder na. In de praktijk ben ik negentig procent van mijn tijd kwijt met het ordenen en analyseren van data. Uiteindelijk weet ik bijvoorbeeld dat het antwoord 2,8175 is. Maar so what? Wat weten we nu meer en hoe past dit in het bredere plaatje? Daar zou het ook over moeten gaan.”

10. Fundamenteel onderzoek of toegepast onderzoek?

“Toegepaste vragen, met uitkomsten die echt gebruikt kunnen worden in de praktijk, drijven me. Als die praktische relevantie er niet was, stopte ik vandaag.”

11. Haring of oliebollen?

“Haring, ik hou wel van vis. De vetten zijn gezonder dan die van de oliebol. Tegelijkertijd is de ellende dat we de oceanen leegvissen, we moeten selectief zijn in wat we eten.”

12. Beyonce of Bach?

“Bach. Ik ben een redelijke omnivoor maar ik heb zo mijn voorkeuren.”

13. Nooit meer handen schudden of op afstand blijven werken?

“Ik hoop door de coronacrisis beter te scheiden waar echt persoonlijke interactie voor nodig is, en wat we ook vlot online kunnen afdoen.”

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.