Léon Hanssen over de vagebond: wie wil niet in een Volkswagenbusje zomaar wat rondtrekken?

Léon Hanssen over de vagebond: wie wil niet in een Volkswagenbusje zomaar wat rondtrekken?

Moest het niet eens wat luchtiger, deze keer? Na een stapel monografieën en biografieën over schrijvers, kunstenaars en historici zou Léon Hanssen met zijn nieuwste boek Handboek voor de vagebond een andere weg inslaan. Maar een vagebond leeft, beweegt en denkt nu eenmaal voorbij een drempel. Gaandeweg werd het boek theoretischer, uitgebreider van opzet en een slordige 250 pagina’s dikker dan voorzien. Want alleen een randfiguur, een persoon die buiten de maatschappij valt, is de vagebond niet.

Foto: Ton Toemen

Foto: Ton Toemen

Voor de beginnende vagebond stelde Hanssen, onderzoeker aan TSHD, een aantal geboden op. Ze geven houvast in een gesprek met de cultuurhistoricus, die in de louche historische figuur van de wandelende vagebond een metafoor ziet voor de wetenschap en voor het leven zelf.

Een vagebond weet nee te zeggen

Hanssen: “Traditioneel gezien was de vagebond een zwerver. Iemand die zichzelf in leven hield met bedelen en het maken van muziek, maar ook door lichte criminaliteit en zakkenrollerij. Dat imago raakte hij kwijt in de negentiende eeuw, toen hij begon tot de verbeelding van kunstenaars en intellectuelen te spreken vanwege zijn vrijheid en verzet. En nog altijd is de vagebond een belangrijke culturele figuur.

“De vagebonden van nu laten van zich horen in een wereldwijde trend, waarvan een tiny house buiten de stad het symbool is. Het zijn de jongeren die niet voortdurend subject willen zijn van digitale surveillance en agency, en niet onbewust gestuurd willen worden door de Googles van deze tijd. Zij onttrekken zich aan verwachtingspatronen, en vragen zich af of ze wel moeten beantwoorden aan het perfecte plaatje van een succesvolle carrière en een mooi huis.

“De vagebonden van nu wonen in tiny houses”

“Ze doen ook niet mee aan het beeld dat de westerse maatschappij van zichzelf heeft, en slaan zich niet op de borst om verworvenheden als vrijheid en vooruitgang. Vanuit wat ik het vagebondistisch denken noem, zien ze dat iedere vorm van transparantie ook bedoeld is om iets te bedekken, en elke vorm van inclusiviteit is bedoeld om iets uit te sluiten. Elke vorm van vrijheid is bedoeld is om bepaalde vormen van onvrijheden te versluieren.

“Ze kiezen ervoor in een tiny house te gaan wonen, of met een zware rugzak te voelen wat het betekent om moe te worden. Net als de vagebond ervaren ze dat vrijheid betekent dat je helemaal niks meer te verliezen hebt.”

Een vagebond maakt en draagt zijn eigen huis

“Het gevaar schuilt erin dat het vagebondisme een mode wordt, of een lifestyle. Dat is iets dat je in de hedendaagse cultuur terugziet: de vagebond is een modeverschijnsel geworden. In winkels wordt je doodgegooid met doe-het zelf-boeken voor tiny houses.

“Wie wil tegenwoordig niet in een camper of een Volkswagenbusje maar wat rondtrekken? Dat is paradoxaal, want in de essentie gaat het de vagebond erom dat je loskomt van het de groep. De ware vagebond zal zich niet laten exploiteren.

“De vagebond is een modeverschijnsel geworden”

“Loskomen van de groep is misschien een kritische attitude, maar zegt op zich nog niets. Er ligt een kritisch denken aan deze trend aan ten grondslag, dat expliciet onder woorden gebracht moest worden. Die rol zag ik voor mijzelf als geesteswetenschapper weggelegd.”

Een vagebond laat zich niet vastpinnen

“Het vagebonderen, een concept gebaseerd op de historische figuur van de vagebond, staat voor die kritische vorm van denken. In mijn voorgaande onderzoek hield ik me bezig met het cultuurdenken in de periode waarin de vagebond zijn retour beleefde. In een vierluik onderzocht ik hoe protestantse Nederlandse cultuurdragers Piet Mondriaan, schrijvers Menno ter Braak, M. Vasalis en de historicus Johan Huizinga in de periode 1870-2000 tegen culturele vooruitgang aankeken. Hoe definieerden zij cultuurkritiek en hun culturele idealen?

“Kunstenaars zijn de ware wetenschappers”

“Ook in Handboek voor de vagebond voer ik figuren op die kritische vragen stellen bij het fenomeen ‘vooruitgang’. Filosofen als Friedrich Nietzsche en Walter Benjamin, en Huizinga ook, vroegen zich al af of onze westerse normen van maatschappelijke, culturele en institutionele vooruitgang wel zo onomstreden en onaanvechtbaar is als we allemaal met elkaar vinden. Zij waren vagebonden, figuren die zich losmaken van zulke noties. Ze lieten zien dat denken een belangrijk onderdeel van vagebonderen bevat.”

Een vagebond speelt, zonder zich in de ernst van het leven te kunnen vinden

“Kunstenaars fascineren me vanwege de wetenschappelijkheid van kunstzinnige processen en hun zoektocht naar de waarheid. Je zou kunnen zeggen dat kunstenaars de ware wetenschappers zijn, nog meer dan de wetenschappers zelf. Andersom zit er een kunstzinnig element in mijn werk. Qua stijl bijvoorbeeld. Ik heb mezelf enigszins geprobeerd te beteugelen, maar denk wel dat ik lichtelijk de grenzen heb overschreven van wat betamelijk wordt geacht voor een wetenschappelijke publicatie.

Foto: Ton Toemen

Foto: Ton Toemen

Een vagebond kiest voor ongebaande paden

“Cultuurwetenschappelijk onderzoek bevat in de kern een element van onvoorspelbaarheid. Voordat je begint, kun je eigenlijk niet zeggen waar je op uitkomt. Geesteswetenschappers hebben te maken met onmeetbaarheid, zaken die nog niet in kaart zijn gebracht en ze werken tot op zekere hoogte intuïtief.

“Veel hangt af van de invallen die we krijgen, van onverwachte inzichten en van serendipiteit, een gelukkige samenkomst van omstandigheden. Iedere geesteswetenschapper zal dit herkennen.

“Je moet in beweging zijn, openstaan voor onverwachte dingen”

“Mijn boek staat er vol mee, die momenten van verlichting. Veel belangrijke ontdekkingen en boeken, die tot de canon van het geesteswetenschappelijke goed behoren, zijn gedaan op momenten waarop de betreffende wetenschapper helemaal niet op zoek was naar schatten. Huizinga kwam tot het belangrijkste inzicht van zijn studie over Herfsttij der Middeleeuwen toen hij in Groningen langs het Damsterdiepkanaal wandelde.

“De vagebond is doordrongen van het belang van wandelen. Je geest moet in beweging zijn, openstaan voor onverwachte dingen en bovendien bereid zijn zich over te geven aan onbekende paden.”

Een vagebond heeft zijn zaak op niets gesteld

“Dit element van ontregeling hebben we grotendeels uitgebannen uit hedendaagse wetenschapsbeoefening. Als je nu onderzoeksfinanciering aanvraagt, moet je van tevoren al weten wat de opbrengst zal zijn. Het is een ongerijmdheid vooraf aan te geven dat je nog niet helemaal weet wat het onderzoek zal opleveren.

“Hierdoor hebben we ons vastgelegd op een vast stramien van wetenschapsbeoefening. Dat zorgt ervoor dat een heleboel publicaties sjabloonachtige producties zijn. Het leidt tot invuloefeningen, met bijbehorende inhoudelijke stilistische kenmerken. Dat maakt onderzoek op den duur wat voorspelbaar.

“Een heleboel wetenschappelijke publicaties zijn sjabloonachtige producties”

“Ik zeg dit niet met een geheven vingertje. Het vagebondisme zou geen dogma moeten zijn, dat is in strijd met het denken zelf en het past niet bij me om te prediken. Daarnaast geloof ik dat vagebonderen niet samengaat met het voorschrijven van dwingende methodes. Wel doet het me goed om allerlei trends te zien in het cultuurwetenschappelijk onderzoek waarin het denken van kunstenaars en creatieve elementen ingezet wordt.”

Een vagebond staat op vertrouwde voet met schaduwen, schimmen en spoken

“Vagebonderen gaat op een eenvoudige manier. Het gaat om het moment dat je tegelijkertijd in het hier en nu bent, maar ook ergens anders, in een andere tijd, wereld of op een ander terrein. Op de middelbare school zat ik eens in het muzieklokaal en keek door het raam naar het wuiven van boomtoppen. Die boomkronen werden geleiders, die het mogelijk maakten dat ik in het klaslokaal was, maar tegelijkertijd ook loskwam van die plek en een gevoel van vrijheid ervoer.

“Loskomen zet creativiteit en de verbeelding in gang. Het zorgt voor een vorm van denken en schept nieuwe mogelijkheden. Daar kunnen we ons wel wat meer mee bezighouden. Als wetenschappers richten we ons alleen op wat mogelijk is en niet op het onmogelijke. Zo zou het onmogelijk zijn om ín de geschiedenis zijn; om eenheid te creëren tussen het hier en het verleden.

“Maar daarvoor heb je alleen enorm veel verbeelding voor nodig. In een virtuele, online-omgeving zal het in de toekomst ongetwijfeld mogelijk zijn. De manieren van mentaal vagebonderen zijn de eerste aansporingen om die ruimte te verkennen.”

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.