Hoe sociale media het wantrouwen in instituties voeden
Steeds meer mensen lijken het vertrouwen in belangrijke maatschappelijke instituten kwijt te raken. Al langer wordt de neutraliteit van de rechtelijke macht in vraag gesteld door ultrarechtse partijen, net als die van de universiteit. Het kabinet en het RIVM krijgen regelmatig de wind van voren, onder meer van protesterende boeren en actiegroep Viruswaarheid. En zo nu en dan doet ook een BN’er een duit in het zakje. ‘Mensen kiezen nieuws dat past bij hun wereldbeeld.’
Sociale media zijn steeds vaker een katalysator voor een toenemend wantrouwen richting instituten. Maar waarom? “Het nieuwsaanbod is veel meer gefragmenteerd dan het was”, zegt Piia Varis, universitair hoofddocent bij het departement Culture Studies van Tilburg School of Humanities and Digital Sciences.
“Mensen kunnen uit een bijna eindeloos nieuwsaanbod kiezen, en het soort nieuws kiezen waar ze behoefte aan hebben, dat past bij hun wereldbeeld. Dat is het fundament waar sociale media op zijn gebouwd. En dus is het logisch dat samenzweringstheorieën snel rondgaan op die media.”
“Wanneer er iets gebeurt dat mensen niet goed kunnen uitleggen, wanneer er een zondebok nodig is, steken samenzweringstheorieën de kop op,” vervolgt Varis. “Complottheorieën gedijen door een simplistische verklaring te geven voor complexe fenomenen. Daarom zijn ze zo populair op sociale media.”
Moeilijker met de fax
Hoewel steeds meer mensen lijken te geloven in complottheorieën, is het iets van alle tijden. Toch is er wel wat veranderd. “Als je in het begin van de twintigste eeuw een gekke theorie had, moest je nog iemand vinden die erin wilde geloven”, vertelt Varis. “De kans was groot dat je tot dorpsgek werd gebombardeerd.”
“Nu kun je de meest waanzinnige ideeën online zetten. Je vindt altijd wel een paar gelijkgestemden. Vervolgens vormen zich online zelfs gemeenschappen om dat soort waanideeën. Mensen gaan elkaar steunen en aansporen. Zo’n dynamiek ontstaat een stuk minder snel als je met faxmachines moet communiceren.”
Online vormen zich gemeenschappen om waanideeën
Piia Varis
Die ontwikkeling heeft ook invloed op hoe het publieke debat verloopt, meent Varis. “Tegenwoordig zit iedereen in zijn eigen Facebook-groep en eigen WhatsApp-groep. Het is allemaal erg privé en daardoor niet meer zichtbaar in de publieke sfeer, zoals voorheen.”
“Daardoor wordt het publieke debat een erg ondoorzichtig proces. Maar dat gegeven kun je niet zomaar veranderen. Mensen zijn blij met hun gepersonaliseerde content. Het probleem zit verweven in het DNA van sociale media.”
De rechtstaat blijft niet overeind
Voor de informatievoorziening worden sociale media steeds belangrijker. Maar het is een voorziening die is uitbesteed aan Amerikaanse bedrijven. Dat maakt het probleem nog groter, vindt Ico Maly, ook als universitair hoofddocent verbonden aan het departement Culture Studies. “Er is sprake van beperkte democratische controle. Die media werken op een veel grotere schaal dan onze nationale democratieën.”
“Het afdwingen van rechten, zoals laster of eerroof, wordt bemoeilijkt,” zegt hij. “Het gebeurt wel dat bepaalde spelers, bijvoorbeeld trollen, tot de orde worden geroepen en worden bestraft. Maar vaak is het nog zo dat een overheid moet vragen iets te doen. Er is geen zekerheid dat de rechtstaat overeind blijft in dat domein. Als democraten zouden we dat ernstig moeten nemen.”
Privébedrijven bepalen wat wel en niet gezegd kan worden
Ico Maly
“Als we het ideaalbeeld van de democratische mens willen nastreven, van iemand die kritisch is opgeleid en goede informatie tot zijn beschikking heeft, dan is het problematisch dat privébedrijven de kaders en de grenzen van de publieke sfeer bepalen en wat wel en niet gezegd kan worden,” spreekt Maly zijn zorgen uit. Dat zou de rechtstaat juist moeten bepalen. “Er circuleren nu allerlei complottheorieën maar andersom gebeurt het ook. Dat legitieme kritieken op bepaalde staten of gebruiken worden geblokkeerd.”
Niet makkelijk op te lossen
Vraag rest: hoe kan de huidige situatie verbeterd worden? Maly gaat zich er het komende jaar met studenten over buigen. Varis wijst op het belang van onderwijs. “Onderwijs is een belangrijk instrument om de huidige desinformatie die circuleert tegen te houden. Als mensen kritischer leren denken zullen ze minder snel desinformatie delen.”
Maar het lost volgens Varis niet alles op. “Er wordt heel veel content gedeeld die sterke gevoelens opwekt om een boodschap over te brengen. Filmpjes die verontwaardiging oproepen, memes die een lach veroorzaken.”
“Een deel van de moeilijkheden zit bij beroemdheden die desinformatie verspreiden,” zegt Varis. De wijze waarop we met beroemdheden omgaan, waardoor ze bekend, authentiek en familiair voelen, is een culturele aangelegenheid. Dat is niet iets dat je van het ene op het andere moment oplost. Het is waarschijnlijk iets dat altijd in bepaalde mate zal blijven bestaan.”