Schildklier, stress en sociale media: grootschalig TiU-onderzoek naar welzijn zwangere vrouwen

Schildklier, stress en sociale media: grootschalig TiU-onderzoek naar welzijn zwangere vrouwen

De Tilburgse onderzoekers Myrthe Boekhorst en Victor Pop volgen al drie jaar lang een groep van ruim vierduizend zwangere vrouwen, en voorlopig stoppen ze daar nog niet mee. Met de Brabant Studie hopen ze verregaand inzicht te krijgen in wat het betekent om zwanger te zijn en moeder te worden. “Het wordt mijn erfenis.”

Beeld Hollie Santos / Unsplash

Vanaf zes maanden voor de bevalling tot decennia erna gaan de onderzoekers een vinger aan de pols houden bij Brabantse moeders. Met enquêtes en bloedonderzoek willen ze zicht krijgen op de fysieke én mentale aspecten van zwangerschap en het moederschap. De Brabant studie is voor Victor Pop, voormalig huisarts en hoogleraar Eerstelijns Zorg, de zesde en laatste lichting die hij monitort.

Eerdere lichtingen werden bijvoorbeeld gevolgd tijdens de HAPPY-studie. Orthopedagoog en postdoc-onderzoeker Myrthe Boekhorst promoveerde in 2020 op resultaten uit dat onderzoek. Zij coördineert nu de grootschalige Brabant-Studie, waar het aantal meetmomenten waarop bloed wordt afgenomen is verhoogd. Dat gebeurt bij 12, 20 en 28 weken zwangerschap.

Rond hetzelfde moment vullen deelnemers een uitgebreide enquête in over hun mentale en fysieke fitheid. Omdat de onderzoekers gegevens verzamelen op drie verschillende tijdstippen kunnen ze het verloop van klachten in kaart te brengen: die verminderen, verergeren of blijven gelijk.

Van neuropsychologie tot human resources

Door klachten te combineren met andere variabelen, uiteenlopend van bloedscores tot de vraag of er sprake is van een gewenste zwangerschap, ontstaan patronen in zwangerschapsproblematiek. Die grote hoeveelheid informatie is een goudmijn voor zowel sociale als medische disciplines.

Boekhorst: “Ons departement, Medische en Klinische Psychologie, is de initiatiefnemer van de Brabant Studie, maar het project is een samenwerking tussen meerdere departementen. Cognitieve Neuropsychologie, Sociale Psychologie en Ontwikkelingspsychologie doen ook mee, net als Human Resource Studies en het departement Methoden en Technieken.”

“Gezamenlijk hebben we een heleboel vragen,” vervolgt Boekhorst. “Met het geprikte bloed onderzoeken we hoe de schildklier zich biologisch gedraagt tijdens de zwangerschap. We willen ook weten of dat orgaan samenhangt met psychologische problemen als angst of depressie.”

“Met de enquête,” zegt ze, “waar alle departementen aan bijdragen, kijken we hoe de mentale gezondheid van vrouwen tijdens de zwangerschap en daarna verloopt. Daarvoor kijken we naar verschillende factoren die mogelijk samenhangen met onder andere depressieve klachten. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van sociale media tijdens de zwangerschap.”

(Lees verder na het kader)  

De mythe van de roze wolk

Victor Pop. Beeld: privé

Victor Pop promoveerde in 1991 op het eerste Nederlandse onderzoek naar postnatale depressie. De relatie tussen mentale klachten en het functioneren van de schildklier fascineert hem sindsdien. Naar aanleiding van de HAPPY-studie publiceerde hij het boek De mythe van de roze wolk, over de periode na de bevalling. Omdat daar weinig aandacht voor is, zette Pop (samen met psycholoog Aja Leemans) de ervaringen van ‘zijn’ deelnemers op een rijtje.

Zo bevat het boek een lijst met meest voorkomende klachten na de bevalling, zoals haaruitval en concentratieproblemen. Ook bracht hij in kaart welke informatie jonge moeders misten in de voorbereiding op het ouderschap, bijvoorbeeld over de sleur van het thuiszijn met een baby tot het teruggaan naar het werk.

“Human Resource Studies heeft weer een heel andere invalshoek. Zij kijken naar de terugkeer naar het werk na de zwangerschap,” vult Pop aan. “Dat is ook ontzettend relevant. Onlangs was nog in het nieuws hoe zwangere vrouwen worden achtergesteld bij het solliciteren, en hoe lastig het voor hen is om na de bevalling weer terug te gaan naar het werk.”

Waar interdisciplinair onderzoek in de sociale- en geesteswetenschappen vaak een droom blijft door praktische bezwaren en uiteenlopende belangen, is het volgens Pop een vanzelfsprekendheid bij geboortecohorten, de term voor een grote groep zwangere vrouwen. Pop: “Dit soort onderzoek is een fascinerend kruispunt van allerlei wetenschappelijke wegen. Over de hele wereld volgen verloskundigen, endocrinologen, psychologen en neuropsychologen samen kinderen door de tijd heen.”

Sterke fundering in Brabant

In het onderzoek is ruimte voor het volgen van 4000 vrouwen, en aan potentiële deelnemers hebben de onderzoekers geen gebrek. Pop: “Zwangere vrouwen zijn een geweldige groep om onderzoek mee te doen. Niet één bevolkingsgroep is zo bereid om mee te doen aan wetenschappelijk onderzoek.”

Dat komt mede omdat de schildklier in standaard zwangerschapszorg niet in de gaten gehouden wordt en in de Brabant Studie wel, denkt Boekhorst. “Bovendien vinden vrouwen het erg fijn om hun beleving van de zwangerschap en de bevalling te delen.”

De intake van deelnemers gebeurt via lokale verlospraktijken, waarmee Pop goede contacten onderhoudt. “Als ze zich voor het eerst melden bij een verloskundige worden ze meteen op de studie geattendeerd. Daarin zijn we behoorlijk uniek, in andere landen gebeurt dat in het ziekenhuis.”

Tijdens de uitbraak van de coronapandemie bleek dat een groot voordeel. “In andere landen kwam de intake bij geboortecohorten stil te liggen omdat ziekenhuizen overspoeld werden. Wij konden gewoon door.”

(Lees verder na het kader)

Betrokken partner tijdens zwangerschap

Myrthe Boekhorst. Beeld: privé

Voor haar proefschrift Maternal mental health in the transition to parenthood, waarop ze vorig jaar promoveerde, richtte Myrthe Boekhorst zich onder meer op het verloop van depressiviteit bij zwangere vrouwen.

De betrokkenheid van partners bij de zwangerschap bleek tot haar verrassing doorslaggevend voor dat verloop. “Vrouwen met een toename van depressieve klachten ervoeren steeds minder steun van de partner bij het vorderen van de zwangerschap. Bij de vrouwen met afnemende klachten nam de mate van partnersteun toe.”

Maar er speelde nog iets anders mee in de keuze voor onderzoeksgebied Brabant. Pop: “Rotterdam, Groningen en Maastricht hebben allemaal een studie die is vernoemd naar de plaats. Groningen volgt 65.000 inwoners! Ik vond het verdorie tijd dat de krachten gebundeld werden en Noord-Brabant ook een cohort kreeg.”

Dat de universiteit het daar mee eens was, blijkt uit een flinke financiële injectie van de faculteit Social and Behavioral Sciences. Die vulde beschikbaar onderzoeksgeld uit de departementen aan tot een half miljoen euro voor een periode van vijf jaar.

Bevallen tijdens de lockdown

Hoewel de Brabant Studie een project voor de lange termijn is, beginnen de eerste onderzoeksresultaten al binnen te komen. Pop: “Tijdens de eerste lockdown hebben we interviews afgenomen bij een aantal deelnemers over hun beleving van de zwangerschap en daarna. Vervolgens is voor de overige deelnemers een vragenlijst ontwikkeld die specifiek over corona ging.”

Die wees uit dat vrouwen zich tijdens de pandemie meer zorgen maakten over hun zwangerschap en de gezondheid van het kind, en bovendien banger waren voor de bevalling. Boekhorst: “Vrouwen waren in die tijd met name bang voor besmetting. Ook vonden ze het verminderde medisch contact vervelend. Afspraken gingen niet door, of partners mochten niet mee.”

Toch zaten er ook positieve kanten aan. “Sommige vrouwen die net bevallen waren, hebben de lockdown niet altijd als heel negatief ervaren. Ze vonden het bijvoorbeeld juist prettig dat de partner thuiswerkte en daardoor kon ondersteunen tijdens de opvoeding.” Pop vult aan: “We kwamen er ook achter dat veel jonge stellen het fijn vonden dat de deur niet werd platgelopen.”

“Wij haalden positieve elementen uit uitgebreide enquêtes en interviews met verloskundigen en met de moeders zelf. Dat is de meerwaarde van ons onderzoek,” zegt Pop. “De klassieke fout van wetenschappers is dat ze op basis van hun klinische ervaring denken: dit zal mijn doelgroep wel bezighouden. Ze vergeten dat ze als dokter alleen negatieve elementen van het spectrum zien, en niet de positieve.”

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.