Hoe een gedicht de duiven redt: de glazen gang op de campus

Hoe een gedicht de duiven redt: de glazen gang op de campus

Elke maand plaatst projectleider Academisch Erfgoed Pieter Siebers kenmerkende gebeurtenissen, personen, gebouwen of objecten in historisch perspectief. Deze keer: de glazen gang tussen het Cobbenhagengebouw en het Koopmansgebouw.

Hij ligt er verlaten bij, de verbindingsgang tussen het Cobbenhagengebouw en het Koopmansgebouw, de twee oudste gebouwen op de campus. Sterker, hij is afgesloten waardoor de toch al schaarse campusbezoekers zich buitenom van het ene naar het andere gebouw begeven. Met een vroeg ontluikende lente is dat overigens geen bezwaar, en zelfs blijkt de tijdelijk gesloten gangpartij tot enige discussie te leiden.  Medewerkers vragen zich af of die gang er altijd is geweest, en of het geen noodvoorziening is – zoals bijvoorbeeld de mensa.

De gang is ontworpen door Jos. Bedaux, architect van de beide gebouwen die zo met elkaar verbonden worden. Hij dateert van 1972, kort nadat het huidige Koopmansgebouw in gebruik werd genomen. Aan een nieuw gebouw met een grote vloeroppervlakte was dringend behoefte nadat was gebleken dat het Cobbenhagengebouw, tot dan toe het enige gebouw op de campus, te klein werd om de groeiende hoeveelheid studenten en medewerkers te kunnen huisvesten. Toen de universiteit zich in 1962 op de campus vestigde, na 35 in de binnenstad te hebben vertoefd, telde de instelling een kleine 1200 studenten. In 1972 waren dat er al bijna 3400.

Hier geen posters hangen

De gang bood uiteraard een fraaie blik op de parkachtige omgeving, maar de meters brede glazen ramen hadden ook een grote aantrekkingskracht op studentenorganisaties om hun posters op te hangen. Het waren de jaren ’70, die bol stonden van acties, demonstraties, vergaderingen en wat dies meer zij en de aankondigingen daarvan vond men in de glazen gang. Het karakter van die posters veranderde, de tijd die kwam was er eerder een van feesten, borrels, galadiners, verenigingsactiviteiten dan van politiek gemotiveerde druksels.

Intussen groeiden de bomen en struiken en werd de campus allengs een meer luisterrijke plek. Behalve voor hen die door de gang liepen, en daartoe behoorden ook hoge gasten. Het werd tijd voor ingrijpen en midden jaren ’80 verscheen, op een van de kozijnen, een bordje. Daarop stond: Gelieve hier geen posters te hangen. Getekend: R.H.A.M. Kraakman, secretaris van de universiteit. Het bordje bleek – zoals dat gaat met bordjes in een academische omgeving – veronachtzaamd te worden.

Duiven en roofvogels

Het bordje bleef, maar de posters bleven ook. Totdat in het begin van de 21e een Yvonne van Rooy aantrad als collegevoorzitter. Die had niet zoveel met bordjes en verordonneerde dat de posters gewoon weg moesten, en wel naar de mensa. Na enig ritueel studentengesputter was het een feit: de glazen gang was weer zoals de glazen gang bedoeld was. Het zicht op het park was prachtig en de tevredenheid zou alom zijn geweest als er niet regelmatig dode duiven werden aangetroffen. Die hadden zich – opgejaagd door roofvogels – te pletter gevlogen tegen de nieuwe transparantie, daarbij matgrijze afdrukken van hun karkassen achterlatend tegen de ramen.

Er kwam een oplossing. Na samenspraak tussen de universitaire kunstcommissie en hoogleraar Jaap Goedegebuure werd dichter (en wetenschapper) Rutger Kopland in 2004 bereid gevonden een gedicht op maat te maken, waarin de gang zelf en het academisch leven het onderwerp zijn. Het ontwerp is van bureau Kinkorn, het gedicht is in het Nederlands en in het Engels (in een vertaling van Willem Groenewegen) aangebracht, in de kleuren van de universiteit. Sindsdien sneuvelen er minder duiven, al wordt er af en toe nog een karkas aangetroffen.

Rutger Kopland

Het gedicht van Kopland is ook nu voor buitenwandelaars te lezen, maar voor wie thuis achter het scherm zit hierbij de tekst.

In deze glazen gang lopen

In je hoofd flarden van een dagdroom

wat je had moeten zeggen

Ja je had moeten zeggen

Wat overblijft is de vraag waar

is de wereld

Zo’n mooie diepzinnige uitspraak

En je spiegelbeeld loopt doorzichtig

met je mee dwars door het park

de bomen het gras de merels

Door wat daar is buiten je hoofd

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.