Lesboeken economie geven vrouwen vertekend beeld van hun maatschappelijke kansen

Lesboeken economie geven vrouwen vertekend beeld van hun maatschappelijke kansen

In de lesboeken economie spelen mannen de hoofdrol. Daardoor krijgen vrouwen een vertekend beeld van de maatschappij en hun kans om bijvoorbeeld een topfunctie te vervullen. Dit moet veranderen, betogen Henriëtte Prast en Jellie Stinstra.

Beeld: Jacob Lund / Shutterstock

‘Het vak economie bereidt leerlingen voor op een adequate deelname aan het maatschappelijk verkeer’, aldus het uitgangspunt van de commissie die moest adviseren over het vak economie in het middelbaar onderwijs. Het is slecht gesteld met deze voorbereiding.

De makers van het lesmateriaal zijn economen, waaronder leraren economie, en blijkbaar hebben die een sterke gender bias. Het lesmateriaal voor economie in de onderbouw schetst een maatschappij waarin vrouwen en de sectoren waarin ze werken onbelangrijk zijn.

Wij onderzochten de personages in het lesmateriaal voor economie in de onderbouw van vmbo, havo en vwo. We telden ruim 3.600 personen, waarvan twee keer zoveel mannen als vrouwen. Er bevinden zich in het lesmateriaal meer voetballers (twaalf, allen man) en wielrenners (negen, allen man) dan verpleegsters (drie, allen vrouw). In het lesboek De kern van de economie is zelfs maar een op de vijf personages vrouw.

Het lesmateriaal is een karikatuur van de werkelijkheid en beschrijft de arbeidsverdeling in het Nederland van meer dan een halve eeuw geleden.

Rechter als mannenberoep

De volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) typische mannenberoepen komen veel voor: bouwvakkers, stratenmakers en smeden alleen al zijn samen goed voor 103 personages. De zorg daarentegen, waar meer vrouwen werken, is vertegenwoordigd met 55 personages (waarvan slechts acht in het lesmateriaal van havo en vwo) Ook het onderwijs, een sector met relatief veel vrouwen, komt er bekaaid vanaf met slechts 29 personages.

In de werkelijkheid kent Nederland 400.000 bouwvakkers, 480.000 werkenden in de zorg op mbo- en hbo-niveau, en 350.000 mensen in het onderwijs. De meest voorkomende zorgfunctie in het lesmateriaal is die van ambulancebroeder (acht, allen man). De meest voorkomende onderwijsfunctie is leraar (zeventien, waarvan zestien mannen).

‘Meisjes presteren minder door genderstereotypering’

De 24 ambtenaren in het lesmateriaal zijn allemaal man, in de realiteit is rond 50% van de ambtenaren vrouw. Er worden ook 24 personages opgevoerd als ‘politicus’, onder wie geen enkele vrouw. In de werkelijkheid is 62% van de rechters vrouw, maar de enige rechter in het lesmateriaal is man. Ook de enige huisarts in de economieboeken is een man, terwijl maar liefst 58% van de huisartsen in Nederland vrouw is.

Dit beeld van de maatschappij is om meerdere redenen zorgelijk. We hebben het over leerlingen van 12 tot 15 jaar oud, een belangrijke leeftijd voor het ontwikkelen van identiteit en zelfvertrouwen. Uit onderzoek weten we dat meisjes onzeker worden door genderstereotypering en daardoor minder presteren dan ze zouden kunnen. Het activeren van stereotypes zoals in het lesmateriaal vergroot bovendien de kans dat mensen zich daar naar gaan gedragen.

Stereotypes

Impliciet ontmoedigt het lesmateriaal meisjes om een opleiding en loopbaan in financieel-economische richting te kiezen. Het nagenoeg ontbreken van vrouwelijke rolmodellen geeft meisjes de boodschap dat een topfunctie niet voor ze is weggelegd. Dat kunnen we moeilijk een voorbereiding op ‘een adequate deelname aan het maatschappelijk verkeer’ noemen. Het houdt Nederland aan de onderkant van de ‘Glass Ceiling Index’ van The Economist.

De onderbelichting van zorg en onderwijs ontmoedigt leerlingen (jongens en meisjes) tevens om die richting op te gaan, wat gezien de personeelstekorten problematisch is – met alleen ambulancebroeders lossen we dat niet op.

‘Er is werk aan de winkel’

Onderzoek laat zien dat stereotypering in het klaslokaal van invloed is op de mate waarin leerlingen zich bij een vak thuis voelen. Leerkrachten geven onbewust signalen over wat een leerling wel en niet kan en wat wel en niet bij haar of hem past. Ook bevestigen studies dat hoe groter de gender bias van een leerkracht is, hoe vaker de leerlingen een stereotype studie en loopbaan kiezen.

Om leerlingen voor te bereiden op een adequate deelname aan het maatschappelijk verkeer is nog heel wat werk aan de winkel. Een paar suggesties aan het volgende kabinet. Benoem een commissie die adviseert over het elimineren van gender bias in lesteksten. Beoordeel de gender bias van individuele economen, en verbind daar conclusies aan voor hun geschiktheid, bijvoorbeeld bij advisering over beleid en lesgeven. En benoem een minister voor Gelijke Kansen en Gezinszaken.

Henriëtte Prast is hoogleraar economie aan Tilburg University. Jellie Stinstra is docent-onderzoeker aan de Hanzehogeschool en NLH Stenden University.

Dit artikel verscheen eerder in het FD.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.