Visueel taalkundige Neil Cohn: ‘Strips lijken misschien eenvoudig, maar er zit zoveel meer complexiteit in’

Visueel taalkundige Neil Cohn: ‘Strips lijken misschien eenvoudig, maar er zit zoveel meer complexiteit in’

Wat definieert een taal? Als wetenschapper die zowel uit het cognitieve veld als uit de taalkunde put, is visueel taalkundige Neil Cohn bijzonder geïnteresseerd in het beantwoorden van deze vraag. Door dit te combineren met zijn diepe fascinatie voor tekenen en strips, beweert Cohn dat de structuur van opeenvolgde getekende beelden vergelijkbaar is met die van gesproken taal en gebarentaal. Daarmee introduceert hij een derde soort taal, visuele taal genaamd.

Tilburg, 3 mei 2021 Onderzoeker Neil Cohn bij de kunstwerken op zijn kamer. Foto: Dolph Cantrijn

Al op jonge leeftijd kwam Neil Cohn in de stripwereld terecht door zijn zelfgemaakte strips te verkopen. Sindsdien is zijn fascinatie voor strips en tekenen nooit meer weggegaan. Naast het maken van de illustraties voor zijn eigen boeken, maakt en publiceert hij af en toe ook zelf strips. Toch houdt Cohn het niet bij een puur artistieke benadering. Vanaf het moment dat hij linguïstiek ging studeren, begon hij zijn hobby ook vanuit een meer wetenschappelijke invalshoek te bekijken. Het was toen dat hij bepaalde patronen in strips ontdekte die identiek waren aan die in taal. Dit bracht hem ertoe zijn eigen theorie van taal te bedenken.

Neil, wat is taal volgens jou?

“Taal bestaat uit een woordenschat en een grammatica. Samen vormen die een systeem van patronen dat opgeslagen is in de hoofden van mensen. Wanneer de patronen in mijn hoofd voldoende overeenkomen met de opgeslagen patronen in jouw hoofd, delen we een taal. Op dat moment zijn we in staat om de ideeën in ons hoofd uit te drukken en met elkaar te communiceren. Tijdens dit interview bijvoorbeeld, is de set van patronen die we delen Engels. Bij taal gaat het dus om de mate van deelbaarheid.”

Welke soorten taal zijn er?

“Wij kunnen ons uitdrukken door middel van drie vormen van taal, namelijk gesproken taal, gebarentaal en visuele taal. Gesproken talen zijn patronen die gebaseerd zijn op opeenvolgende klanken die uit onze mond komen, terwijl gebarentalen hun oorsprong vinden in de opeenvolgende bewegingen van ons lichaam. We gebruiken ons lichaam ook om betekenissen uit te drukken die niet tot volledige talen leiden, zoals in gebaren of ‘lichaamstaal’.

“Gesproken taal kent vele duizenden variëteiten waarvan Engels en Nederlands er enkele zijn. Ook gebarentaal kent veel variaties, zoals bijvoorbeeld de Amerikaanse en de Nederlandse gebarentaal. Net als bij gesproken talen zullen mensen elkaar niet kunnen verstaan als ze ieder een andere gebarentaal gebruiken.

In essentie is schrijven het tekenen van geluiden

“Ik geloof dat getekende opeenvolgende beelden ook als een taal kunnen worden geclassificeerd, omdat ze op dezelfde soort structuur berusten als gesproken taal en gebarentaal. Dit is wat ik visuele taal noem. Net zoals we spreken in een gesproken taal zoals het Chinees, tekenen we in een visuele taal.

“Visuele taal wordt overwegend gebruikt in strips en elke strip is getekend in zijn eigen visuele taal. Voorbeelden van beeldtaal zijn de stijl die gebruikt wordt in Japanse manga of de Amerikaanse superheldenstijl. Ook Europa heeft zijn eigen karakteristieke genre met beroemde strips als Suske & Wiske en Kuifje.”

Hoe zit het met schrijven?

“In tegenstelling tot schrijven zijn deze talen intrinsiek natuurlijk voor ons. Zij maken deel uit van ons cognitieve systeem en als soort hebben wij deze capaciteiten vanaf het allereerste begin gebruikt. Mensen hebben bijvoorbeeld altijd getekend. Dat is te zien aan grottekeningen, die de wanden versieren met symbolen en illustraties.

“Schrijven is echter volstrekt onnatuurlijk. In sommige culturen is de geschreven taal niet aanwezig, terwijl ze in andere moest worden uitgevonden. Schrijven vormt een brug tussen het gesproken en het visuele rijk. Het is de omvorming van de gesproken manier om ons uit te drukken tot de grafische of virtuele manier om ons uit te drukken. Men zou kunnen zeggen dat schrijven in wezen het tekenen van geluiden is”.

Als het vermogen om gesproken taal, gebarentaal en beeldtaal te gebruiken natuurlijk is voor de mens, betekent dat dan ook dat wij ze niet hoeven te leren?

“Nee, alle talen vereisen een verwervingsproces waarbij mensen – hetzij door passieve imitatie, hetzij door actieve instructie – vertrouwd raken met de structuur van een taal. Zij moeten de woordenschat en de grammatica leren om er ten volle gebruik van te kunnen maken.

“Toch is men in staat om de basisonderdelen van een taal te gebruiken zonder oefening. Denk maar aan handgebaren; we kennen er allemaal een paar zonder ze actief te hebben moeten oefenen. Toch betekent dit niet dat we gebarentaal kennen.

“Hetzelfde geldt voor visuele taal; als je de vaardigheid wilt verwerven om te tekenen zoals in Japanse manga, moet je er serieus tijd in steken. Anders kom je niet verder dan de basisfiguren van het tekenen, zoals een eenvoudig smiley-gezicht, wat het visuele equivalent is van een gebaar.”

Wil je zeggen dat tekenen meer een kwestie van oefenen is dan van talent?

“Absoluut, iedereen kan leren tekenen. Net als elke andere taal, moeten we gewoon de woordenschat verwerven. Dit doen we door anderen te kopiëren en door onze omgeving na te bootsen. Hoe groter onze visuele woordenschat, hoe beter we tekenen.

“Elke taal heeft haar eigen woordenschat, die altijd gekoppeld is aan betekenis. In gebarentaal bestaat de woordenschat uit lichaamshoudingen en -bewegingen, terwijl die in gesproken taal uit reeksen klanken bestaat. Deze signalen worden geassocieerd met verschillende betekenissen. Een open en een gesloten vuist kunnen in gebarentaal verschillende associaties hebben, net zoals in het Engels de klank ‘bear’ in gesproken taal zowel harig dier als naakt kan betekenen.

‘Hoe groter onze visuele woordenschat, hoe beter we tekenen

“In visuele taal wordt betekenis gekoppeld aan afbeeldingen. Net als in de andere talen is dit niet altijd een een-op-een overeenkomst, aangezien een afbeelding meerdere betekenissen kan hebben. Denk maar aan de aubergine-emoji, die zowel een letterlijke als een figuurlijke betekenis heeft.”

Maar om van meerdere tekeningen een volwaardige visuele taal te maken is meer nodig dan woordenschat, toch?

“Dit is inderdaad waar de grammatica – het andere prominente element van taal – een rol gaat spelen. Om als taal te kunnen worden aangemerkt, moet de aaneenschakeling van beelden worden bepaald door een zekere opeenvolgende structuur. In de grafische wereld is dat een narratieve structuur, die als een grammatica fungeert en alle beelden zodanig samenbrengt dat ze betekenis krijgen.

“Hoewel alle vormen van taal op dezelfde onderliggende structuur berusten, zijn de kenmerken van deze opeenvolgende structuur voor elk van hen verschillend. In gesproken taal bestaat de grammatica uit zelfstandige naamwoorden en werkwoorden. In visuele talen brengen beelden vaak meer informatie over dan woorden, zodat ze in plaats daarvan een verhalende structuur gebruiken.

“De verhalende structuur van de visuele taal is het gemakkelijkst te vinden in strips. Hier zie je hoe de opeenvolgende beelden elkaar voortdurend verbinden en naar elkaar verwijzen, waardoor een vast patroon van regels ontstaat dat werkt als een grammatica.

“Emoji’s missen echter deze vorm van grammatica en complexiteit. Hoewel ze een uitgebreide woordenschat hebben die de betekenis aangeeft, is er geen overkoepelende structuur die de betekenis over een reeks van emoji’s leidt. Er is geen grammatica. Daarom kunnen ze niet worden beschouwd als een visuele taal.”

Een aanzienlijk deel van uw werk betreft cognitieve neurowetenschappen. Wat hebt u ontdekt over taal en onze hersenen terwijl u dit specifieke onderzoek deed?

“Het belangrijkste dat we ontdekten is dat tekenen, spreken en gebaren maken aan de oppervlakte weliswaar heel verschillend van elkaar lijken, maar dat ze onderliggend allemaal deel uitmaken van één en hetzelfde cognitieve systeem.

“Dat kun je zien aan de manier waarop ze elkaar vervangen, zoals in de beroemde zin ‘I heart Amsterdam’. Ze werken ook complementair aan elkaar, wat een van de belangrijkste redenen is waarom we emoji’s naast geschreven tekst gebruiken. Het laat zien dat het geïntegreerde systemen zijn. Als dat niet zo was, zouden we ze niet over en weer kunnen wisselen.

De betekenis van een beeld verschilt per cultuur

“Als we de hersenactiviteit van mensen meten terwijl we de verhaalstructuur van strips manipuleren, dan ontlokt dat vergelijkbare hersenreacties als wanneer we de structuur van bijvoorbeeld geschreven zinnen manipuleren.

“Ander onderzoek heeft hier enige overlap gevonden met hersenreacties die worden opgewekt door indringende muziek. Dit suggereert dat taal en muziek ook iets gemeen hebben.”

In uw laatste boek Who Understands Comics? stelt u de vraag of het vermogen om een opeenvolging van beelden te begrijpen universeel is. Hoe zou u deze vraag beantwoorden?

“Ik zou zeggen dat dat een mythe is. Het is de mens aangeboren om betekenis te geven aan afbeeldingen en zich ervan bewust te zijn dat een afbeelding verband houdt met een betekenis, maar wat die betekenis is, verschilt per cultuur. Bovendien beginnen kinderen pas tussen hun vierde en zesde jaar het vermogen te ontwikkelen om opeenvolgende beelden te begrijpen. En zelfs na deze leeftijd is er geen garantie dat beelden op dezelfde manier worden waargenomen.

“De meeste mensen begrijpen een reeks beelden inderdaad op dezelfde manier, maar dat komt omdat ze al zijn blootgesteld aan de visuele taal van die cultuur. Het begrijpen van een opeenvolging van beelden vereist dus dat je ermee vertrouwd bent, zoals in strips of prentenboeken.”

Vertaald door Language Center, Riet Bettonviel

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.