Niemand van ons bezit de taal

“Het is eigenlijk ‘die’ en ‘hen’”, corrigeert mijn zusje me. Ze heeft helemaal gelijk, denk ik. Ondanks dat ik de post van bekende Nederlander Raven van Dorst wel had gelezen, was ik het toch even vergeten. Ik herhaal de zin, maar verander het woord ‘zij’ naar ‘die’. “Zeg ik het zo goed?”, vraag ik haar weifelend. De stem aan de andere kant van de telefoon klinkt bevestigend.

Beeld: Ton Toemen

Niet veel later zit ik in de trein, een plek waar mijn gedachten zich altijd op vredige wijze weten te ordenen. Het lijkt wel alsof de constante beweging van de voortstuwende trein de ruimte biedt om alles rustig op een rijtje te zetten. Bewegen, dat is wat de taal ook doet. Ze ontwikkelt voortdurend en daagt ons uit om haar bij te benen.

In herinnering ga ik terug naar een paar maanden geleden, naar een moment waarop ik het internet afspeurde om de geschiedenis van één enkel woord te begrijpen. Die van het woord ‘neger’. Dit betreft allicht een ander maatschappelijk thema, maar is het hier niet wederom de taal die beperkt of bevrijdt?

Het woord ‘neger’ vindt waarschijnlijk haar oorsprong in het woord ‘negro’, hetgeen Spaans of Portugees is voor zwart. Het woord heeft een turbulente geschiedenis achter de rug, een geschiedenis waarvan het niet los te denken valt. Ook in hedendaagse gesprekken over racisme komt vaak naar voren dat het woord ‘neger’ nog altijd sterk geassocieerd wordt met een verleden van slavernij en onderdrukking. Het woord is door de geschiedenis heen dus bovenal besmet geraakt.

Daarom is men de laatste jaren zoekende geweest naar een andere aanspreekvorm, eentje die niet de toon van een beladen geschiedenis behelst. Dat vraagt aanpassingsvermogen van de mens en vooral van oudere generaties, maar is het niet in ieder geval het proberen waard?

Eigenlijk gebeurt hier niks vreemds. De taal is een afspiegeling van onze geschiedenis, cultuur en tijdsgeest. De taal is veranderlijk, daar onze wereld veranderlijk is. Om je daar als individu tegen te verzetten zal weinig uithalen. Volgens mij was het Roland Barthes die eens zei dat de taal ons een tijdelijke en wankele verblijfplaats aanbiedt in een oceaan van woorden en betekenissen die het individu allerminst onder controle heeft.

Jij en ik worden geboren in een al gevormde wereld met een al bestaande taal. De taal was er al voordat wij er waren en zal er ook nog zijn lang nadat wij zijn verdwenen. Niemand van ons bezit de taal en tegelijkertijd moet eenieder zich erin geborgen voelen. Als de taal uitsluit, kan ze zich aanpassen om in te sluiten, zoals ze dat doet wanneer we een zogezegd alternatief vinden voor woorden als ‘zij’ en ‘hij’ en ‘neger’.

In dit geval misschien maar goed als we ons laten meevoeren door die oceaan. We hebben de keuze om een woord wel of niet te gebruiken, of te vervangen door een ander woord. Waarom zouden we dat niet doen, als het voor een ander mens het verschil maakt tussen vrijheid en beperking?

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.