‘Media berichten kritiekloos en eenzijdig over Deventer moordzaak’

‘Media berichten kritiekloos en eenzijdig over Deventer moordzaak’

De speelfilm De Veroordeling over de Deventer moordzaak oogst in de media niets dan lof, omdat het de verspreiding van nepnieuws uitmondend in een trial by media terecht aan de kaak stelt. Maar die lof is onterecht, stellen filosofen Herman de Regt & Hans Dooremalen. De filmmakers maken zich ook schuldig aan het verspreiden van het nepnieuws, namelijk dat Ernest Louwes op basis van zijn aangetroffen dna terecht veroordeeld is voor de moord op de weduwe Wittenberg.

De veroordeling van Louwes is volgens ons juist een gerechtelijke dwaling – onderzoek ten behoeve van een herzieningsverzoek loopt zelfs nog. Intussen opent de speelfilm met de mededeling “gebaseerd op feiten”, maar die feiten zijn zeer selectief, en de makers presenteren vrolijk onjuistheden.

De film is gebaseerd op het boek De Deventer moordzaak (2009) van journalist Bas Haan, waarin hij beschrijft hoe hij van standpunt veranderde in die moordzaak. Van het idee dat (‘boekhouder’) Louwes onschuldig is en (‘klusjesman’) Michaël de Jong de moordenaar, wisselde Haan precies naar het tegenovergestelde: Louwes is toch de dader en De Jong is niet eens verdacht.

Het was Maurice De Hond die in alle media De Jong onterecht bleef portretteren als moordenaar. Daardoor heeft hij, volgens Haan, het leven van De Jong en zijn vriendin verwoest. De film zet dit alles emotioneel sterk aan en voor de kijker is aan de onschuld van De Jong niet te ontsnappen.

Die filmische onschuld wordt nog overtuigender door Louwes als de terecht veroordeelde uit te beelden. Haan, en dus de film, past deze geniepige retorica toe: “Of Louwes òf De Jong deed het, Louwes is de moordenaar, dus De Jong heeft het niet gedaan”.

Laat daarbij onvermeld dat Louwes een gecheckt alibi heeft en dat zijn dna helemaal niet door geweld op de blouse van mevrouw Wittenberg is gekomen, en geen bioscoopganger twijfelt nog aan de schuld van Louwes. Hij lijkt terecht veroordeeld.

Dezelfde retorica zit in de populaire podcast De Deventer mediazaak van Annegriet Wietsma: een tenenkrommende, kritiekloze vertaling van het boek van Haan, bedacht en geproduceerd door bind, tevens de productiemaatschappij van de speelfilm.

‘Ze verspreiden nepnieuws en zetten vol in op een trial by media’

Het gedateerde boek van Haan wordt kritiekloos gelezen, de eenzijdige verpodcasting beluisterd, en de gedramatiseerde commerciële verfilming bekeken, waarna journalisten prijzen hoe Haan, Wietsma en bind, nepnieuws en trial by media krachtig veroordelen.

Helaas: Haan, Wietsma, bind, en hun volgers doen precies dat: ze verspreiden nepnieuws over Louwes, gaan door met het verwoesten van zijn leven en zetten vol in op een trial by media. Dat is onacceptabel volgens hun eigen standaard!

Wie de moeite neemt het boek Leugens over Louwes (2011) te lezen van Ton Derksen – emeritus hoogleraar wetenschapsfilosofie van (o.a.) Tilburg University – snapt dat Louwes het niet gedaan kan hebben, omdat hij een gecheckt alibi heeft (dat weten Haan en Wietsma ook). Louwes’ dna is op een vriendelijke manier op de blouse terecht gekomen toen Louwes ’s ochtends op de vermoedelijke dag van de moord, bij Wittenberg op bezoek kwam.

De hoeveelheid dna is overigens minimaal: één keer niezen is genoeg om van minuscule hoeveelheden dna tegenwoordig een profiel te maken. Overigens, moordenaars laten vaker geen dna achter dan wel, dus het feit dat alleen Louwes’ dna is aangetroffen zegt ook nog eens niets.

Het rechercheteam dat nu vervolgonderzoek doet, zou simpelweg moeten checken of Derksens bevindingen juist zijn. Maar zelfs als dat wordt geconstateerd, is een herziening van de Deventer moordzaak onzeker. We hebben namelijk Derksens nieuwe boek Het Falen van De Hoge Raad, dat binnenkort uitkomt, gelezen.

‘Het is haast onmogelijk om een herzieningsverzoek door de Hoge Raad te krijgen’

Daarin legt hij haarfijn uit dat het in zaken als de Deventer moordzaak haast onmogelijk is om een herzieningsverzoek door de Hoge Raad ingewilligd te krijgen, zelfs wanneer een nieuw feit (een novum) wordt gepresenteerd. De Hoge Raad zegt al gauw dat het hof eerder ‘in algemene zin’ daar al naar gekeken heeft: het novum is geen novum – het herzieningsverzoek wordt afgewezen.

Als hier geen kwader trouw in het spel is, dan gaat het om valkuilen in ons denken binnen het strafrecht en de verslaglegging daarvan. We dienen daarom drie zaken beter te organiseren:

(1) daar waar het gaat om het opleiden van politie, justitie en degenen die over rechtszaken rapporteren, moeten we opleidingen beter inrichten: denkfouten moeten expliciet en prominenter besproken worden. Op die manier voorkomen we (hopelijk) gerechtelijke dwalingen;

(2) daar waar het gaat om herzieningsverzoeken, moet er een van de Hoge Raad onafhankelijke herzieningsraad komen die niet alleen kijkt naar nova, maar ook naar mogelijke denkfouten die gemaakt zijn in de originele rechtszaak. Op die manier erkennen we (hopelijk) gerechtelijke dwalingen als zodanig; en

(3) journalisten moeten leren dat waarheidsvinding belangrijker is dan het hebben van een scoop, of het kritiekloos napraten van populaire journalisten die hun werk niet goed gedaan hebben. Dat voorkomt (hopelijk) de verspreiding van nepnieuws en de daaruit volgende trials by media.

Herman de Regt & Hans Dooremalen zijn werkzaam op het Departement Filosofie waar ze o.a. een cursus kennisleer geven waarin denkfouten in juridische dwalingen aan de orde komen. 

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.