Beetje betuttelend
Stop de betutteling! Dat was het belangrijkste programmapunt van de studentenraadspartij die ik samen met een aantal vrienden oprichtte. Waarom bepaalde de universiteit dat het campuscafé pas om vier uur bier mocht schenken?
Volwassen studenten, die studieleningen van duizenden euro’s per jaar mogen aangaan, kunnen toch ook zelf beslissen of ze na een tentamen om drie uur met een biertje op het terras willen zitten?
De betutteling ging echter niet alleen over bier. Het ging over veel meer dan dat: ook over het bindend studieadvies – dat toen net universiteitsbreed was ingevoerd – en over de verplichte aanwezigheid bij colleges. Je kon als student toch wel zelf beslissen of je een keer een werkgroep skipte? Uiteindelijk werd je toch beoordeeld op je tentamen, en zat je zelf op de blaren als je het te vaak deed.
Ik moest grimlachen toen ik deze maand een artikel las over de universitaire collegezalen die na de coronacrisis maar leeg blijven. Een Nijmeegse docent politicologie vertelt over een vak met 113 studenten waarbij hij maar een tiental van hen in de collegezalen ziet. Dat is geen Nijmeegs probleem. Aan iedere universiteit en hogeschool zijn de laatste maanden de alarmbellen afgegaan over de lege collegezalen en desolate campussen.
De eerste lockdown liep twee jaar geleden nog niet eens op zijn eind, en studenten claimden dat dit eens maar nooit weer moest zijn. Nooit meer online tentamens met cameracontrole, nooit meer thuis in bed colleges volgen via Zoom. Er werd gelobbyd, er werd petitie na petitie opgesteld, er werd zelfs op anderhalve meter afstand gedemonstreerd op het Museumplein. De boodschap was duidelijk: Dit. Nooit. Meer.
Hoe anders blijkt de realiteit nu te zijn. Deze studenten zijn met geen mogelijkheid meer naar de universiteit te krijgen, al helemaal niet nu bijna alle universiteiten na afloop nog opnames van de colleges online plaatsen. Alleen Tilburg University geeft het goede voorbeeld door daarmee te stoppen. Tot ongenoegen van de student die RTL Nieuws erover sprak overigens, die vindt het ‘wel een beetje betuttelend’. ‘Nu word ik eigenlijk gedwongen om bij sommige vakken naar college te gaan, omdat het niet meer wordt opgenomen.’
Deze week hoorde ik een hoogleraar zeggen dat we de nieuwe generatie studenten moeten opvoeden, moeten bijbrengen wat het inhoudt om te studeren: dat betekent aanwezig zijn bij colleges, en deelnemen aan discussies of gesprekken in werkgroepen. Het betekent niet dat je naar de universiteit komt als je dat kan regelen met je bijbaantje, maar dat je kunt werken als dat in je rooster past.
Universiteiten kiezen vooralsnog voor de zachte hand: studenten lokken met leuke events of gratis eten. Dat heeft overigens ook een voordeel: wie weet komt zo ook ooit dat biertje voor vier uur nog eens in beeld.