Uit hun voegen

In Amsterdam wordt op dit moment in een razendsnel tempo een soort containerconstructie gebouwd waar studenten vanaf september college moeten volgen. Terwijl in Maarssen, op zo’n drie kwartier fietsen van de universiteit, studentenkamers worden gebouwd raadt de Universiteit Utrecht internationale studenten zonder kamer af naar de Domstad te komen. Tegelijkertijd mailen ook andere universiteiten hun studenten in spe dat ze zonder huisvesting maar beter thuis kunnen blijven.

Door de toename van het aantal buitenlandse studenten barsten universiteiten uit hun voegen en is de kamernood in studentensteden steeds nijpender aan het worden. Dat wordt voor een groot deel veroorzaakt door het beleid van universiteiten. Zij hebben al dan niet uit naïveteit de Doos van Pandora geopend door in een paar jaar een groot aantal bachelorstudies in het Engels aan te bieden, zonder dat zij middelen hadden om te sturen op hoeveel studenten er instroomden.

Daarbij ontbraken een plan en vooral duidelijke sturing, met als gevolg dat sommige opleidingen die normaal honderd studenten trokken zich nu ineens geconfronteerd zagen met duizenden aanmeldingen. In dat soort gevallen rest er niets dan de botte bijl: een studentenstop, waaronder ook Nederlandse studenten lijden.

Een aantal universiteiten, onder wie de UvA en de Rijksuniversiteit Groningen, hebben zich zelfs zo in de problemen gebracht dat ze een noodkreet slaakten. ‘Den Haag moet ons helpen,’ zo klonk het vanuit Amsterdam. Zover kwam het in Tilburg niet, maar zelfs daar klonk voor het eerst in decennia het geluid dat men niet meer wilde groeien. In Den Haag zagen ze hen aankomen: eerst een probleem creëren, en dan naar de politiek kijken om het op te lossen.

Toch maakte de vorige minister van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap een wetsvoorstel om de internationalisering binnen de perken te houden. Het is een van de weinige plannen van Ingrid van Engelshoven waar men aan universiteiten opgewekt op reageerde. Met haar wetsvoorstel Taal & Toegankelijkheid konden universiteiten specifiek een studentenstop instellen voor Engelstalig onderwijs binnen een opleiding, waardoor Nederlandse studenten altijd nog het Nederlandstalige onderwijs konden volgen.

Vorige week werd dat voorstel door haar opvolger Robbert Dijkgraaf – reminder: die is van dezelfde partij en zit in dezelfde coalitie als haar voorgang – ineens ingetrokken. Hij wilde toch nog eens goed over het probleem nadenken. Nu is er niemand voor slecht doordachte wetgeving, maar er is ook niemand voor te late wetgeving.

Een nieuwe wet door de Tweede en de Eerste Kamer loodsen kost over het algemeen zo’n twee jaar. Als we er rekening mee houden dat er in september dit jaar een nieuw voorstel wordt ingediend, dan wordt die wet in september 2024 goedgekeurd en kan hij met heel veel haast gaan gelden voor het academisch jaar in 2025. Dat is drie jaar extra kamernood, drie jaar extra ruimtetekort op campussen, drie jaar extra waarin Nederlandse studenten voor een plekje moeten concurreren met studenten van over de hele wereld.

De verwachtingen voor de nieuwe minister Robbert Dijkgraaf waren hooggespannen. En als je, zoals deze week, honderden miljoenen mag uitdelen is het moeilijk om het verkeerd te doen, maar die miljoenen kunnen zomaar dweilen met de kraan open blijven als hij een van de grootste problemen niet goed aanpakt.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.