Geef universitair (hoofd)docenten het promotierecht

Recente investeringen in het Nederlandse hoger onderwijs zullen leiden tot een toename van promovendi. Dat betekent dat het tijd is om het ius promovendi open te stellen, betoogt Tilburg Young Academy. Niet alleen hoogleraren, maar ook universitair docenten en universitair hoofddocenten zouden het promotierecht moeten hebben.

Image: Ben Bergmans

De afgelopen decennia heeft de enorme toestroom van nieuwe studenten aan de Nederlandse universiteiten geleid tot een ongezonde werkdruk voor vrijwel al het wetenschappelijk personeel, dat door een aanzienlijke toename van de onderwijslast vaak gedwongen werd zijn onderzoekstaken ’s avonds en in het weekend uit te voeren. Met de onlangs aangekondigde nieuwe investeringen in het Nederlandse hoger onderwijs zal eindelijk geprobeerd worden deze situatie te verhelpen, aangezien het dan mogelijk gemaakt wordt een aanzienlijk aantal nieuwe wetenschappelijke medewerkers op het niveau van universitair docent aan te werven. En er is meer: met individuele startersbeurzen van 300.000 euro kunnen deze nieuwe collega’s hun nieuwe academische functie een kick-start geven.

Los van de vraag of deze startersbeurzen in eerste instantie een goed idee zijn, zullen ze ongetwijfeld leiden tot een toename van het aantal beschikbare promotieplaatsen aan Nederlandse universiteiten. Promovendi zijn aantrekkelijk voor universiteiten, omdat ze de tijd hebben om arbeidsintensief onderzoek te doen en elke promotie de universiteit een serieuze financiële bonus oplevert. In het kader van de nieuwe startersregeling zullen universitair docenten over de middelen beschikken om een promovendus in dienst te nemen en het is niet onwaarschijnlijk dat universiteiten hen – vanwege alle voordelen die zij meebrengen – sterk zullen aansporen om dit te doen.

Elke promovendus heeft een promotor nodig, in het huidige systeem typisch een ervaren hoogleraar die – omdat hij hoogleraar is – het recht heeft om PhD students te promoveren: het ius promovendi. Als zodanig zullen de nieuwe universitair docenten de drang voelen om formeel een hoogleraar bij hun project te betrekken. Dit sterk hiërarchische systeem is om ten minste vier redenen problematisch gebleken, en de nieuwe regeling inzake startersbeurzen zal de zaken helaas alleen maar erger maken.

Vier redenen om het ius promovendi open te stellen

Ten eerste hebben hoogleraren al te veel werk op hun bord. Wij kennen geen enkele hoogleraar die erin slaagt zijn/haar taken uit te voeren binnen de uren die bij zijn/haar aanstelling horen. Het zijn dan ook vaak de “jongere” collega’s die het leeuwendeel van de (dagelijkse) begeleiding op zich nemen. Een verhoging van het gemiddelde aantal promovendi dat per hoogleraar wordt begeleid, zal deze situatie niet verbeteren – au contraire!

Ten tweede is het twijfelachtig om het recht om promovendi te begeleiden uitsluitend te baseren op iemands rang in de academische hiërarchie. Hoogleraar zijn staat niet gelijk aan een deskundige en ondersteunende promotor zijn. In het huidige systeem begeleiden veel hoogleraren projecten over onderwerpen waarin zij geen expert zijn, omdat er relatief weinig promotoren zijn in vergelijking met het relatief grote aantal promovendi. En het is algemeen bekend dat de promotor een enorme invloed heeft op het succes van het promotietraject. Idealiter kiezen promovendi hun promotor daarom uit een grotere pool van kandidaten. Op die manier zouden zij de beste wetenschappelijke en persoonlijke match kunnen vinden, waardoor de ernstige sociale veiligheidsproblemen die het huidige systeem met zich meebrengt, worden verminderd.

Ten derde is het gebrek aan evenwicht tussen mannen en vrouwen – in 2022! – bij hoogleraren verbijsterend: slechts ongeveer een kwart van alle hoogleraren aan Tilburg University is vrouw. In deze over het algemeen middeleeuwse context, stimuleert het huidige systeem universitair docenten en hoofddocenten om een hoogleraar bij hun project te betrekken, indien zij externe financiering ontvangen die het mogelijk maakt een of meer promovendi aan te trekken. Als vooral hoogleraren het ius promovendi kunnen hebben, houdt dit een mannelijk gedomineerd systeem in stand waarin “junior” en vrouwelijke collega’s veel van het toezicht doen, maar de verdiensten elders terechtkomen. Promovendi vormen een heterogene en diverse groep en zouden moeten kunnen werken met een heterogene en diverse groep van meer ervaren rolmodellen.

Ten vierde is de situatie in Tilburg een bijzonderheid als we het vergelijken met zusteruniversiteiten die eveneens bekend staan om het produceren van hoogwaardig onderzoek. De beperkingen rond het ius promovendi zijn ongebruikelijk in de Verenigde Staten, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Andere Nederlandse universiteiten zoals de UvA en de VU staan universitair docenten en hoofddocenten wel het ius promovendi toe, en we hebben hen sindsdien niet zien tuimelen op de internationale ranglijst van universiteiten. De huidige situatie benadeelt dus een aanzienlijke groep van de wetenschappelijke staf van TiU ten opzichte van hun (inter)nationale collega’s.

Stap in de goede richting

De oplossing voor deze problemen is duidelijk: verstrek het ius promovendi standaard aan universitair hoofddocenten en, na een portfoliocheck, aan universitair docenten. Universitair hoofddocenten en veel universitair docenten hebben jarenlange ervaring en zijn doorgaans niet minder bekwaam dan hoogleraren om hun promovendi zo goed mogelijk te begeleiden. Wij achten het onwaarschijnlijk dat zij toezichtstaken uitbesteden aan een nagelstudio, hun promovendi voorzien van verzonnen gegevens, zoveel mogelijk studenten promoveren alleen om geld te verdienen, of meewerken aan een promotieverdediging waarbij het diploma niet wordt uitgereikt.

In de huidige tijden van Erkennen en Waarderen moeten de verdiensten van het promotorschap gaan naar de persoon of personen die ze toekomen in het kader van de intellectuele, begeleidende en morele steun die tijdens het promotietraject is geleverd. Het openstellen van het ius promovendi voor de primaire promotor van de promovendus is inderdaad een noodzakelijke, juiste en tijdige eerste stap in die goede richting en zal de vier hierboven geschetste ernstige problemen oplossen.

Vertaald door Language Center, Riet Bettonviel

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.