Zestig jaar Maranatha

In de rubriek Sprekend Verleden nemen we een duik in de rijke Erfgoedcollecties van Tilburg University. Deze keer vertelt Pieter Siebers, projectleider Academisch Erfgoed, over de geschiedenis van de Maranathakerk.

De Maranathakerk aan de Professor Cobbenhagenlaan. Beeld: Jan Korpershoek

Dit jaar is het zestig jaar geleden dat de studentenparochie Maranatha werd opgericht, waaruit de huidige studentenkerk aan de Cobbenhagenlaan is ontstaan. In december organiseert de parochie – tegenwoordig ook wel Tilburg University Chaplaincy geheten – meerdere programma’s, waaronder ‘Kerst op de campus’ op dinsdag 20 december en een nachtmis op de 24e.

Maranatha is een levendige parochie, maar niet meer zo vanzelfsprekend als in 1962, in een periode dat het katholicisme een prominente plaats innam in zowel het academisch leven als het Brabant van alledag. Er waren weliswaar al tekenen van secularisering maar veel studenten waren nog katholiek, niet alleen in naam. Voor studenten bestond al vanaf het begin van de Roomsch Katholieke Handelshoogeschool, zoals de universiteit in 1927 aanvankelijk heette, het studentenpastoraat. Dat werd vervuld door een zogeheten moderator, in de praktijk geestelijk raadsheer van T.S.C. Sint Olof, de enige studentenvereniging die Tilburg toen rijk was en waar vrijwel elke student lid van was.

De eerste moderator was pater Padberg, een Friese kloosterling van de in Tilburg gevestigde congregatie van Mill Hill. Bij zijn afscheid in 1934 zei hij over de studenten dat het ‘prachtkerels’ waren. “De volgzaamheid als ik iets afkeurde of als ik iets anders wenste was prompt, voor zover ik weet.” Dat Padberg lang niet alles wist, was ook hemzelf bekend.

De parochie

Het was – de woorden van de moderator ten spijt – de periode dat de volgzaamheid van studenten afnam, onder invloed van katholiek kritische bladen als De Gemeenschap en Roeping die onder andere het Roomse triomfalisme aan de kaak stelden en het gebrek aan eigentijdsheid. Hoewel er zich meerdere barsten in het katholieke bolwerk aandienden, ontstonden in en na de Tweede Wereldoorlog meerdere studentenparochies. Die richtten zich niet uitsluitend meer op de student die lid was van een gezelligheidsvereniging, maar ook op de groeiende groep van studenten die geen lid van een dergelijke vereniging wenste te worden, nogal eens spottend aangeduid als nihilisten.

In 1962 achtte de toenmalige bisschop Bekkers van het bisdom ’s-Hertogenbosch de tijd rijp voor een studentenpastoraat in Tilburg, met zicht op een eigen gebouw. De naam van de nieuwe studentenparochie werd ‘RK studentenparochie Wederkomst van Christus–Maranatha’, kortweg ‘Maranatha’. Dat is Aramees – een oude taal uit het Midden-Oosten – voor ‘Kom Heer!’ De apostel Paulus gebruikt de term in zijn brieven als groet en tevens komt Maranatha voor in de slotpassages van de Bijbel.

De eerste pastor en ‘bouwpastoor’ was Gérard Gelissen. Deze vroeg de Tilburgse architect Jos. Bedaux, die net daarvoor het hoofdgebouw van de hogeschool voltooid had, het Maranathacomplex te ontwerpen. Op 25 februari 1966 legde president-curator Van Boven de eerste steen aan de Professor Cobbenhagenlaan, in de nabijheid van de toenmalige mensa en het sportcentrum, een cluster op een paar honderd meter van de campus.

Vrijzinnigheid

De parochie richtte zich op het gehele hoger onderwijs in Tilburg, maar kreeg al snel te kampen met leegloop. De ontkerkelijking onder de studentenpopulatie nam een hoge vlucht, waar politiek engagement en maatschappelijke betrokkenheid toenamen. In het programma van Maranatha vertaalde zich dat in activiteiten als ‘politiek-materialistische bijbellezing’. Het Steunfonds van de universiteit – dat in belangrijke mate bijdroeg aan de exploitatie – vond het allengs moeilijker om nog geld te steken in de studentenkerk, waar steeds minder studenten kwamen. Begin jaren tachtig stond Maranatha na meerdere conflicten zelfs bijna twee jaar leeg.

De parochie hief zichzelf in 1983 op, waarna er in 1985 een doorstart kwam met de benoeming van pastor Hub Lenders. Maranatha ging in belangrijke mate fungeren als ‘huiskapel’ van de toen bloeiende, naastgelegen Theologische Faculteit Tilburg. Er ontwikkelde zich een levendige, liturgisch vrijzinnige praktijk, met meerdere pastores. Daarover ontstond onenigheid, ook al omdat het aantal studenten dat de kerk bezocht relatief gering was. Zowel de universiteit als het Steunfonds besloten in 2007 hun bijdrage in te trekken.

Levensvragen

De kwesties leidden in 2012 tot het vertrek van het voltallige kerkbestuur, maar vormden ook de opmaat tot de, inmiddels tweede, doorstart van een studentenkerk die steeds meer internationale studenten trekt. De nieuwe pastor Michiel Peeters begon onder meer met Engelstalige vieringen, die goed worden bezocht. Volgzaamheid is niet langer een motto. De levensvragen van nu staan centraal: “Wat is de zin van alles? Waar doe je het uiteindelijk allemaal voor? De ander en de samenleving begrijpen kan alleen als jouw eigen leven, in al zijn aspecten, als ‘jij’ – wie en wat je bent, niet enkel je functioneren en resultaten – serieus genomen wordt.”

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.