‘Goed’ en ‘fout’ kunnen dicht bij elkaar liggen

‘Goed’ en ‘fout’ kunnen dicht bij elkaar liggen

In de rubriek ‘Sprekend verleden’ nemen we een duik in de rijke Erfgoedcollecties van Tilburg University. Deze keer vertelt Joep van Gennip, Programmamanager Universitair Erfgoed, over de roemruchte carrière van Barend van Spaendonck en de verdenkingen die er waren van economische collaboratie met de Duitse bezetter.

Uitreiking eredoctoraat aan Barend van Spaendonck, 1956. Beeld: fotocollectie Tilburg University

Aan universiteiten worden sinds jaar en dag eredoctoraten uitgereikt aan personen die zich op een bijzondere manier dienstbaar hebben gemaakt voor de maatschappij. Zo ook aan Tilburg University, waar mevrouw Mariëtte Hamer enkele maanden geleden een eredoctoraat ontving ‘vanwege haar bijzondere verdiensten die in het teken stonden van het dienen van het publieke belang’.

Ook de voorlopers van onze universiteit kenden deze traditie. Zo werd in 1947 het eerste eredoctoraat aan de Katholieke Economische Hoogeschool uitgereikt aan de bekende sociaal bewogen priester Henri Poels, die overigens al een wetenschappelijk doctoraat op zak had.

Katholiek bestuurder

In 1956 werd het derde eredoctoraat aan de nog jonge Tilburgse instelling overhandigd en wel aan de jurist Barend van Spaendonck (1896-1967), die een vooraanstaand katholiek bestuurder en werkgever was in de eerste helft van de twintigste eeuw. Daarnaast was hij vanaf de oprichting van de hogeschool in 1927 tot in de jaren 1960 secretaris van het Curatorium, het toenmalige College van Bestuur, van de Katholieke Economische Hoogeschool.

Ook was hij een vooraanstaand lid van de Katholieke Volkspartij, lid van de Sociaaleconomische Raad, oprichter van het Bureau Van Spaendonck voor de secretariële ondersteuning van de Tilburgse textielindustrie, en directeur van het Rijksbureau voor Wol en Lompen. Iemand die zijn sporen meer dan verdiend had, zou je zeggen.

Verdenkingen van collaboratie met de Duitse bezetter

Direct na de Tweede Wereldoorlog waren er echter verdenkingen tegen hem gerezen van economische collaboratie met de Duitse bezetter. Hangende het onderzoek hiernaar, had de Nederlandse overheid hem uit al zijn openbare functies ontheven. De Katholieke Economische Hoogeschool, op dat moment nog geen door het rijk gefinancierde instelling, nam die beslissing over en schorste Van Spaendonck als secretaris van het Curatorium.

Dat gebeurde tijdens de Curatoriumvergadering van 1 mei 1945, enkele dagen voor de officiële bevrijding van ons land. Omdat het Curatorium van de Tilburgse R.K. Leergangen hetzelfde bestuur vormde als die van de hogeschool, werd ook daar Van Spaendonck de wacht aangezegd. Echter, met behoud van salaris.

De justitiële commissie die zijn wandelgangen moest nagaan oordeelde op 6 februari 1946 dat hij werd ontslagen van rechtsvervolging en dat hij weer in zijn openbare functies kon worden hersteld. Het zuiveringsrapport dat hieraan ten grondslag lag, stelde dat de opvattingen van mr. Van Spaendonck nogal materialistisch gericht zijn. Als gevolg hiervan heeft zijn verzet tegen de maatregelen van de bezetter […] zich in hoofdzaak daar geuit, waar de materiële belangen van het Nederlandsche volk in het algemeen en de belangen van de (textiel) industrie in het bijzonder op het spel stonden, terwijl hij in andere gevallen een opportunistische houding aannam daar, waar juist een principieel afwijzende standpunt op zijn plaats zou zijn geweest.

Uniformen van de politie en brandweer

Dit laatste betrof met name het continueren van de levering van uniformlaken aan de overheid, in dit geval de Duitse bezetter, als directeur van het eerder genoemde Rijksbureau voor Wol en Lompen. Van Spaendonck stelde, terecht, dat dit laken ook werd gebruikt voor uniformen van de politie en de brandweer en dus (ook) het Nederlandse civiele belang diende.

Dat hij echter eind mei 1940 de hoeveelheid laken in Nederland had laten inventariseren voor de bezetter werd met name bekritiseerd door de Tilburgse textielfabrikant Henri Blomjous, die als (onder)voorzitter van het Curatorium van de Hogeschool nota bene Van Spaendoncks naaste collega was! Hij was dan ook gehoord door de onderzoekscommissie. Verder kon Van Spaendonck ten laste worden gelegd dat hij een voordracht had gehouden voor een door de Duitsers in Den Haag georganiseerd industriecongres en daarover iets had gepubliceerd in een pro-Duits blad.

Anti-Duits en zeer onsociaal

Dit waren bij elkaar niet de zwaarste vergrijpen. Daar kwam nota bene bij dat het NSB-bureau hem in oktober 1940 juist had gekarakteriseerd als anti-Duitsch, anti-Nationaal-Socialist en zeer onsociaal voelend. Ook de zuiveringscommissie had Van Spaendonck in het rapport uit 1946 er nog voor geprezen dat hij was aangebleven als directeur en daarmee het ‘Nederlandsch belang’ had gediend.

Dit soort zaken waren niet zwart (fout) of wit (goed), maar, om in de woorden van historicus Chris van der Heijden te spreken, eerder grijs gebied. Dit sluit aan bij het digitale oorlogsmonument van Tilburg University waarin aan studenten werd gevraagd: ‘wat zou jij doen?’ tijdens de oorlog. Verzet, ‘collaboratie’, accommodatie of niets? En waar liggen de grenzen tussen deze gebieden? Prangende vragen die ook nu, met de oorlog in Oekraïne, helaas nog hoogst actueel zijn.

Jarenlange inzet

Hoe dit de verdere relatie tussen beide Tilburgse Curatoriumleden heeft bepaald, is niet bekend. In juni 1946 was Van Spaendonck weer terug op zijn post als secretaris van het Curatorium van de hogeschool, terwijl Blomjous nog steeds (onder)voorzitter was. Laatstgenoemde overleed in 1953. Enkele jaren later, in 1956, nam Bernard van Spaendonck afscheid als secretaris van beide Curatoria. Aan het einde van dat jaar, bij de 29ste Dies Natalis, ontving hij tenslotte een eredoctoraat van de Katholieke Economische Hogeschool ‘wegens zijn bijzondere verdiensten op sociaal en economisch gebied’.

Helaas ontbreken de beraadslagingen voor het verlenen van dit eredoctoraat in de universiteitsarchieven, maar, aldus het Nieuwsblad van het Zuiden, zijn grote bijdrage aan verschillende vormen van sociale en financiële zekerheid voor de Tilburgse textielarbeiders hebben zeker bijgedragen aan die positieve beslissing. Ongetwijfeld ook zijn jarenlange inzet voor de Tilburgse hogeschool. ‘Goed’ en ‘fout’ kunnen dicht bij elkaar liggen.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.