Hoe een kindertekening kan helpen bij het vroegtijdig opsporen van hoogbegaafdheid
Een kleuter die een mens tekent met een haarband, tanden of wimpers. Het kan een teken zijn van hoogbegaafdheid, blijkt uit promotieonderzoek van Sven Mathijssen. Hij hoopt begaafde kinderen eerder in beeld te krijgen.

Liever spreekt kinder- en jeugdpsycholoog Sven Mathijssen niet over ‘hoogbegaafde kinderen’, maar over kinderen met kenmerken van hoogbegaafdheid, zo verduidelijkt hij op zijn lichte flexwerkplek in het Maria Montessorigebouw. Uitkijkend over de levendige Nijmeegse universiteitscampus vertelt hij enthousiast over zijn pas afgeronde promotieonderzoek aan Tilburg University.
‘Anders impliceer je een soort van prototype, waar kinderen wel of niet aan kunnen voldoen. Maar het is geen homogene groep, er zijn verschillende kenmerken van hoogbegaafdheid. Niet ieder kind laat dezelfde kenmerken zien.’
Als plaatsvervangend hoofdopleider bij de Radboud International Training on High Ability (RITHA), leidt Mathijssen leraren, psychologen en orthopedagogen op, die werken met kinderen en volwassenen met kenmerken van begaafdheid. Ook in zijn werk als hoofdredacteur van Talent, een tijdschrift voor onderwijsprofessionals, deelt hij er kennis over.
En dat is hard nodig, want het fenomeen wordt volgens de psycholoog regelmatig niet herkend. Met alle gevolgen van dien: ‘Als je niet wordt gezien in je behoeften en niet krijgt wat je nodig hebt om je talenten te ontwikkelen, kun je afgestompt raken en heel ongelukkig worden.’
‘Dit geldt uiteindelijk voor alle kinderen, maar ik denk dat kinderen met kenmerken van hoogbegaafdheid meer risico lopen in ons reguliere onderwijssysteem’, aldus Mathijssen.
Hoogbegaafdheid is geen nieuw begrip, waardoor wordt het toch nog vaak over het hoofd gezien?
‘Het is geen standaard onderdeel van leraren- en psychologieopleidingen in Nederland. Als je niet bent opgeleid in het zien van bepaalde kenmerken, dan weet je ook niet goed waar je op moet letten.’
Opvallend slimme kinderen betitelen we al snel als hoogbegaafd, maar wat is hoogbegaafdheid precies?

‘Daarop eenduidig antwoord geven is lastig. Bij alles wat ik ga zeggen zullen er mensen zijn die het daar niet mee eens zijn. Mijn visie baseer ik op de literatuur en mijn ervaringen uit de praktijk. Kort samengevat: kinderen met kenmerken van hoogbegaafdheid geven aanwijzingen voor een bepaalde potentie, talenten en behoeften, waarin het reguliere onderwijs niet voorziet. Er is dus speciaal aanbod nodig om die talenten te kunnen ontwikkelen.
‘Constateren dat een kind deze kenmerken vertoont, zegt eigenlijk nog vrij weinig. Je wilt weten welke kenmerken, en vooral: wat betekent dat in de schoolse context? Als een kind bijvoorbeeld heel sterk is in het bedenken van allerlei ideeën, maar vervolgens zo opgaat in het brainstormen dat het niet kan concretiseren, dan ligt er uiteindelijk niks op tafel. Zo’n kind heeft hulp nodig met knopen doorhakken.’
Heel begaafd zijn is dus geen voorspeller van succes?
‘Nee, een bepaalde potentie komt niet automatisch tot uiting, daarover zijn wetenschappers het wel eens. Dat is afhankelijk van persoonlijke factoren, maar ook hoe belangrijk je het zelf vindt. Stel iemand is heel goed in wiskunde, maar vindt het niet bijster interessant, die gaat waarschijnlijk geen wiskunde studeren om dat talent verder te verdiepen. Er zijn ook kinderen die in heel veel dingen goed zijn, dan moet je kiezen, wat jaag ik na? Ook daarin kun je vastlopen.’
Waarin kun je zoal hoogbegaafd zijn?
‘Als je vraagt naar de consensus in de literatuur, dan komt bijna altijd een hoge intelligentie terug. Wat niet per se hetzelfde is als een hoge score op een IQ-test. Er zijn verschillende domeinen waarop je talent kunt laten zien. Kinderen kunnen intellectueel of creatief begaafd zijn. Ze kunnen uitblinken in sport, muziek of kunst. Intelligent gedrag komt dus op verschillende manieren tot uiting, een IQ-test is één van de middelen om te achterhalen: wat speelt hier en wat is er nodig?’
In je proefschrift onderzoek je een andere manier om hoogbegaafdheid te ontdekken, namelijk door kindertekeningen te bestuderen. Wat kan een tekening ons vertellen over mogelijke talenten?
‘Bij het maken van tekeningen komt creativiteit kijken en dat wordt door veel onderzoekers als een van de belangrijke facetten van hoogbegaafdheid gezien. Creatief kunnen denken, out of the box, met ongewone oplossingen komen voor een probleem. Juist door dat raakvlak vonden we het de moeite waard om te onderzoeken wat een menstekening hierover kan zeggen.’
Hoe heb je dit concreet aangepakt?
‘We lieten onder andere 206 kinderen van vier tot en met zes jaar een mens tekenen. Twee jaar later vroegen we aan de ouders of hun kind onderwijsaanpassingen heeft gekregen: heeft het een klas overgeslagen, neemt het misschien deel aan een plusklas of krijgt het onderwijsverrijking (het aanbieden van extra of andere lesstof die het kind meer uitdaagt, red.)? Oftewel, heeft dit kind meer nodig op school dan standaard wordt aangeboden?
‘Op basis van de antwoorden hebben we de tekeningen in twee groepen verdeeld, kinderen die verrijkt onderwijs kregen of regulier onderwijs. Door nader te bestuderen wat de kinderen precies hadden getekend, konden we ‘bijzondere kenmerken’ onderscheiden. Kenmerken die op minder dan vijftien procent van de tekeningen voorkwamen, of alleen of vaker door de ‘verrijkte’ kinderen werden getekend.

‘Op basis van het wel of niet tekenen van een of meer van deze bijzondere kenmerken, konden we uiteindelijk voor zeventig procent voorspellen of een kind verrijkt of regulier onderwijs kreeg. Behalve bij de zesjarigen, mogelijk door de te kleine steekproef of misschien door aanpassingsgedrag. Kinderen die naar school gaan, passen hun tekeningen vaak aan elkaar aan.’
Welke bijzondere kenmerken zagen jullie zoal op de tekeningen?
‘Vierjarigen uit de verrijkte groep tekenden bijvoorbeeld wimpers, een neusbrug of haarband. En de vijfjarigen een iris, tanden, grote handen of een duim.
‘Samen met mijn copromotor, Max Feltzer, heb ik heel veel tekeningen bekeken en gescoord. Dat deden we los van elkaar, blind en onafhankelijk. We wisten niet of de tekening van een jongen of meisje was en hoe oud het kind was. Als we het echt niet eens waren, gingen we er soms samen voor zitten: is dit een neusgat of een neuspiercing?’
Wat is de praktische waarde van dit onderzoek?
‘Mijn proefschrift heeft bewezen: het kan. Maar hoe het nu precies zit? Het liefst zou ik nu onderzoeken of we op basis van menstekeningen kunnen voorspellen of een kind wel of niet verrijkend onderwijs nodig heeft. En dan over twee jaar kijken, klopt die voorspelling? Zo’n concreet screeningsinstrument is er nog niet.’
Wat kan zo’n screeningsinstrument ons uiteindelijk opleveren?
‘Je kunt niet ieder kind door de mangel halen, dat is duur en tijdrovend. Daarom onderzoeken we hoogbegaafdheid meestal pas als er zich problemen voordoen. Een kind vertoont opstandig gedrag, of wat ik als psycholoog vaak hoorde, ouders geven aan dat ze hun kind een beetje kwijtraken. Dat wil je voor zijn.
‘Als je met een tekening zou kunnen filteren: bij dit kind is het misschien wel goed om verder te kijken, dan heb je een eenvoudig en goedkoop middel waarmee je vroegtijdig signalen kunt opvangen.
‘Wat ik absoluut niet zou doen is zeggen: ‘aha, deze vijfjarige tekent een iris, hup naar de verrijkingsklas’. Een tekening zegt niet wat iemand precies nodig heeft, maar het kan een kind wel in de schijnwerpers zetten. Waardoor je weet: deze leerling moeten we goed in de gaten houden, want waarschijnlijk behoort die tot de groep die meer nodig heeft dan de school standaard aanbiedt. Als een tekening dat doel kan dienen hebben we heel veel bereikt.’