Nederlands als voertaal op de universiteit? Rem op internationalisering zorgt voor onrust bij internationale docenten

Nederlands als voertaal op de universiteit? Rem op internationalisering zorgt voor onrust bij internationale docenten

‘In het Nederlands lesgeven op een universiteit is heel anders dan een gesprekje voeren met de caissière van de lokale supermarkt’, stelt universitair docent Nadine Braun. Zij en andere docenten maken zich zorgen over de rem op internationalisering: ‘Moeten wij straks in het Nederlands lesgeven?’

Een hoorcollege op de Tilburgse campus. Beeld: Ton Toemen

De kwaliteit van het hoger- en wetenschappelijk onderwijs in Nederland gaat achteruit, waarschuwden bestuurders van veertien universiteiten en achttien organisaties eerder in een ingezonden brief in het AD. Door onder andere te hoge studentenaantallen krijgen studenten weinig persoonlijke aandacht van docenten.

Deze studentenaantallen zorgen voor nog meer problemen: zo kunnen veel studenten geen woning vinden in de stad waar zij studeren. Daarnaast zijn bepaalde opleidingen voor Nederlandse studenten door de vele inschrijvingen minder toegankelijk. Leden van de Tweede Kamer zien in de hoge aantallen internationale studenten een belangrijke oorzaak van de problemen. Om de knelpunten aan te pakken wil een meerderheid een einde maken aan de hoge studentenaantallen uit het buitenland.

Nederlands als voertaal

Een manier om internationale studenten te weren, is de taal waarin het onderwijs wordt gegeven veranderen. Buitenlandse studenten schrijven zich veelal in voor Engelstalige opleidingen. Door in te zetten op opleidingen waarbij Nederlands de voertaal is, zullen vermoedelijk een stuk minder studenten uit het buitenland zich voor deze opleidingen inschrijven.

Zelfstandig Kamerlid Pieter Omtzigt diende hierover onlangs een motie in. Omtzigt stelt dat universiteiten het Nederlands als onderwijstaal moeten omarmen. De wet hierover is volgens hem kraakhelder: ‘Er moet een dwingende reden zijn om onderwijs in het Engels te geven. Jezelf verschuilen achter het argument dat de wet nu niet duidelijk is, is geen optie. Er moet lesgegeven worden in het Nederlands, punt.’

Toch is lang niet iedereen enthousiast over deze plannen. In een recente faculteitsvergadering van TSHD sprak universitair docent Nadine Braun namens Lijst TSHD haar zorgen uit. De rem op internationalisering van het onderwijs zorgt volgens Braun – die zelf de Duitse nationaliteit heeft – voor onrust bij de internationale docenten van Tilburg University. Zij vragen zich af of internationale medewerkers straks in het Nederlands college moeten geven.

Onhaalbare verwachtingen

In een gesprek met Univers licht Braun de zorgen toe: ‘Het is normaal om de taal te leren van het land waarin je woont. Maar wetenschappelijk onderwijs geven in een taal die niet jouw moedertaal is, vergt veel tijd en oefening.’

Volgens Braun moeten docenten de taal waarin zij lesgeven goed beheersen: ‘Het komt de kwaliteit van het onderwijs niet ten goede wanneer docenten de Nederlandse taal onvoldoende beheersen. Als docent ben je een expert op een bepaald wetenschappelijk vakgebied. Een uitstekende beheersing van de taal is nodig om de complexe materie aan studenten uit te leggen.’

‘Studenten zijn geen labratten’

Daar word je in een gemiddelde taalcursus volgens Braun niet voldoende op voorbereid. ‘Ik heb verschillende Nederlandse taalcursussen gevolgd. Voor mij is het geen probleem om in het Nederlands te lezen, te schrijven of een informeel gesprek te voeren.

‘Maar in het Nederlands lesgeven op een universiteit is heel wat anders dan een gesprekje voeren met de caissière van de lokale supermarkt. In hoor- en werkcolleges moet het over de inhoud van een vak gaan. Dat is niet het moment om je taalvaardigheden te oefenen: studenten zijn geen labratten’, legt ze uit.

Tijdelijke contracten

Toch sluit Braun niet uit dat zij op termijn in het Nederlands les zal geven. Maar dan moeten er wel een aantal structurele veranderingen plaatsvinden in het beleid van de universiteit: ‘Wetenschappers komen uit allerlei landen samen op een universiteit om onderzoek te doen. Lesgeven is onderdeel van het takenpakket. Als er van buitenlandse medewerkers wordt verwacht dat zij dit in het Nederlands doen, moeten ze wel een toekomstperspectief op de universiteit krijgen.’

Daarmee doelt Braun op haar collega’s die een flexibel of tijdelijk contract hebben: ‘Het is een hele investering om een taal goed onder de knie te krijgen. Je kunt niet van medewerkers verwachten dat zij de Nederlandse taal leren als ze na twee jaar weer weg moeten. Een vooruitzicht op een vast contract verandert de zaak.’

Ontwikkelingsmogelijkheden

Volgens Braun moeten medewerkers daarnaast de mogelijkheid krijgen om hun professionele vaardigheden onder werktijd te ontwikkelen: ‘Het is lang niet voor alle medewerkers haalbaar om na een achturige werkdag nog een taalcursus te volgen. Dat verhoogt de werkdruk. Het is veel effectiever om medewerkers de gelegenheid te geven om zich tijdens werkuren te ontwikkelen.’

‘Wanneer er een bepaalde hoeveelheid ‘ontwikkelingstijd’ vrijkomt, kunnen internationale medewerkers deze bijvoorbeeld inzetten om een Nederlandse taalcursus te volgen. Medewerkers die de Nederlandse taal al goed beheersen, kunnen in die tijd andere ontwikkelingscursussen volgen’, legt ze uit.

‘Je kunt niet van medewerkers verwachten dat zij de Nederlandse taal leren als ze na twee jaar weer weg moeten’

Maar er is volgens Braun nog meer nodig: ‘Het zou ook een goed idee zijn als de universiteit regelmatig bijeenkomsten of evenementen organiseert waar onderzoekers in het Nederlands kunnen praten over wetenschappelijk onderzoek. Van zo’n bijeenkomst hangt inhoudelijk niet veel af, maar het is wel een mooie gelegenheid om op professioneel niveau met de taal te oefenen.’

Zelf ziet ze een leesclub of werkgroep wel zitten: ‘Ik zou het leuk vinden om regelmatig met een groep mensen af te spreken en in het Nederlands over wetenschappelijke literatuur te praten.’

Brief aan de Tweede Kamer

Of zulke veranderingen op de universiteit daadwerkelijk gaan plaatsvinden, is op dit moment nog niet duidelijk. Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Robbert Dijkgraaf, wil wel meer invloed op de instroom van buitenlandse studenten. Hij verwacht uiterlijk in mei zijn langverwachte brief met aanbevelingen over dit onderwerp aan de Tweede Kamer te versturen.

Update: de minister kwam 21 april met zijn reactie: lees er hier meer over

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.