In Tilburg ging de rode loper uit voor voormalig topman Shell
Shell is slecht voor klimaat en klimaatbeleid. De oliereus ontloopt welbewust haar verantwoordelijkheid en dat heeft desastreuze gevolgen voor mens en natuur. Dat de universiteit de rode loper uitrolt voor de voormalig topman is ongepast, stellen Juliette Schaafsma en Marleen Balvert. ‘Het is tijd voor kritische zelfreflectie.’

Twee gebeurtenissen op één dag. Wetenschappers van de Wereld Meteorologische Organisatie kondigden aan dat de grens van 1,5 graad opwarming op aarde waarschijnlijk al in de komende jaren wordt doorbroken. En in Tilburg mocht Jeroen van der Veer tijdens het zelfbenoemde Global Leadership Event op 17 mei vertellen over zijn decennialange ervaring in de top van Shell.
Een bezoek aan de UvA had hij afgezegd, bezorgd dat ‘het discussieklimaat op de universiteit niet bevorderlijk zou zijn voor een vruchtbaar gesprek’. In Tilburg hoefde hij een verhit klimaat niet te vrezen: hier ging kritiekloos de rode loper uit voor de man die door de organisatie was aangekondigd als iemand die weet ‘what it takes to succeed in the business world’ en bij uitstek kan uitleggen hoe een groot bedrijf het beste kan omgaan met stakeholders zoals de media, de overheid en NGO’s.
Twijfel zaaien
Hoe een bedrijf als Shell dat deed en doet, is geen geheim. Zo wist de olie- en gasreus eind jaren tachtig al van de desastreuze effecten van broeikasgassen op het klimaat en onze toekomstige leefomgeving, maar zette het daarna een lobby in gang om twijfel te zaaien over de klimaatverandering en om klimaatmaatregelen te voorkomen. Had het oppermachtige Shell toen haar verantwoordelijkheid genomen en leiderschap getoond, de wereld zou er anno 2023 aanzienlijk beter voor staan.
Een gemiste kans met globale repercussies. Inmiddels prijkt Shell in de top van bedrijven die de meest negatieve invloed hebben op het klimaat en het klimaatbeleid. Naar buiten toe doet het niettemin graag alsof het volop inzet op de energietransitie. Ook Van der Veer is niet te beroerd om deze boodschap te verspreiden.
Geen verantwoordelijkheid nemen
Meer dan ‘windowdressing’ is dat niet: de investeringen van Shell in duurzame initiatieven zijn slechts een fractie van de miljardeninvesteringen in de winning van fossiele brandstoffen. Wat dat betekent, weten de Ogoni-gemeenschappen in de Nigerdelta, die zich in de jaren negentig verzetten tegen de grootschalige vervuiling als gevolg van de oliewinning door Shell.
Bezorgd om een daling van de olieproductie, vroeg Shell de Nigeriaanse overheid om ‘iedere denkbare hulp om deze ongeregeldheden tot een minimum te reduceren.’ Het leidde tot een brute repressie, waarbij leden van de Ogoni-gemeenschappen werden gedood, gemarteld, en verkracht. Als CEO gaf Van der Veer aan géén verantwoordelijkheid te willen nemen voor de door Shell veroorzaakte problemen in landen als Nigeria, Brazilië en Zuid-Afrika.
Alle aanleiding dus om Van der Veer kritisch aan de tand te voelen. Maar aan de universiteit die zichzelf graag als ‘curious’, ‘caring’ en ‘courageous’ presenteert, bleek dit niet de insteek te zijn. De rol van het grote olie- en gasconcern werd nadrukkelijk niet geproblematiseerd en Van der Veer werd gepresenteerd als een rolmodel. Hij mocht vertellen over zijn boek ‘Van A naar B’, waarin hij een aantal simplistische leiderschapsformules ontvouwt.
Kansen gemist
Gevraagd naar waar hij spijt van had, vertelde Van der Veer de ‘wannabe’ leiders van de toekomst onbevangen over een niet goed lopende raffinaderij op Curaçao, door Shell om die reden verkocht. De Venezolaanse opvolger van het sterk vervuilde complex saneerde nog vele malen harder dan Shell al had gedaan en wist de rechten van de overblijvende werknemers (inclusief hun pensioenen) drastisch te beperken.
Had hij spijt dat hij zijn mensen zo slecht had overgedragen? Of van de op het eiland aangerichte milieu- en gezondheidsschade? Nee, Van der Veer had spijt dat hij zelf niet harder had opgetreden. Hier had hij wel het gevoel kansen te hebben gemist.
Kritische reflectie
Zelfreflectie, maatschappelijke verantwoordelijkheid en verantwoording afleggen, het hoort kennelijk niet bij Global Leadership. Gastheer Ronald de Jong wilde ‘niet polariseren’, alsof kritische reflectie en discussie per definitie polariserend zijn.
Het klopt dat we elkaar ‘allemaal nodig hebben’ om de grote vraagstukken van deze tijd op te lossen. Maar het verhaal van Van der Veer maakt duidelijk dat dat niet lukt als grote spelers wegkijken van hun verantwoordelijkheden en van de schade die zij hebben aangericht, of deze vooral bij anderen leggen. In Tilburg kwam hij er nog mee weg ook.
Het Global Leadership Event riep de pijnlijke vraag op of we er aan deze universiteit voldoende in slagen om onze studenten de kennis, vaardigheden en houding mee te geven die nodig zijn om de wereld beter te maken. Tijd dus voor kritische zelfreflectie: hoe kunnen we een gesprek met een zelfverklaard fossiel als Van der Veer zo kritiekloos ingaan? Hier liggen kansen, nee opdrachten die we als zelfrespecterende instelling niet mogen laten liggen.
Juliette Schaafsma is hoogleraar aan de Tilburg School of Humanities and Digital Sciences. Marleen Balvert is als universitair docent verbonden aan het departement Econometrics and Operations Research en het Zero Hunger Lab.