Hoe een middeleeuwse legende doorwerkt tot in onze tijd

Hoe een middeleeuwse legende doorwerkt tot in onze tijd

God straft een joodse man die hosties heeft gestolen. In een synagoge worden de hosties met dolken doorboord om ze te ontheiligen. Tot ieders schrik beginnen de stukjes brood te bloeden. Waargebeurd mirakel, of zijn de feiten wat aangedikt?

In de erfgoedcollecties van de Universiteitsbibliotheek bevindt zich een gedrukt boek uit het begin van de zeventiende eeuw. De titel luidt: Historie van het H. Sacrament van Mirakelen berustende tot Bruessel inde Collegiale Kercke van S. Goedele. In het boek wordt verhaald over een deels op feiten berustende, middeleeuwse legende die tot in de jaren 70 van de vorige eeuw een rol speelde in de joods-christelijke betrekkingen.

Het waren, naast de inhoud van dit boek, voorstellingen van het verhaal in glas-in-loodramen, schilderijen en wandkleden in de Brusselse Sint-Michielskathedraal (voorheen Sint-Goedelekerk) die de gemoederen bezighielden. Maar om de discussies te kunnen begrijpen, moet eerst het verhaal worden verteld.

Lees verder na de afbeelding

De diefstal van het Heilig Sacrament door Jan van Loven (Historie van het H. Sacrament van Mirakelen, p. 12; foto Paul Slot/Brabant-Collectie)

In 1370 worden, zo vertelt de legende, in opdracht van een joodse man hosties gestolen in een kerk in Brussel. Deze man wordt hierna echter vermoord. Zijn vrouw ziet hierin een straf van God en brengt de hosties daarop naar de joden in Brussel. In de synagoge worden de hosties ontheiligd, dat wil zeggen: ze worden met dolken doorboord. Het miraculeuze gevolg is dat de hosties beginnen te bloeden.

De schrik die hierop volgt, zorgt ervoor dat ene Catharina de opdracht krijgt de hosties naar Keulen te brengen. Maar dit plan loopt spaak, omdat zij bij een pastoor de ontheiliging opbiecht. De daders worden gepakt en veroordeeld. Zij sterven op de brandstapel.

Tot zover het verhaal. Hoewel de toedracht en de feitelijkheden niet allemaal door bronnen kunnen worden gestaafd, is wel met zekerheid te zeggen dat er sprake is geweest van ontheiliging van hosties waarvoor een zestal joden ter dood is veroordeeld. We moeten dit verhaal vooral ook zien in zijn historische context. In de middeleeuwen is er vaak sprake van Jodenhaat en krijgen joden van veel zaken de schuld, zoals bijvoorbeeld van de pest.

Lees verder na de afbeelding

De ontheiliging van de hosties in de synagoge: “ende hebbende tselve met dagghen doorsteken, soo isser overvloedich bloet uut gheloopen” (Historie van het H. Sacrament van Mirakelen, p. 25; foto Paul Slot, Brabant-Collectie)

Kanunnik Etienne Ydens († 1615) van de Sint-Goedelekerk tekende het verhaal in 1605 op en gaf het in het Frans uit bij Rutger Velpius, die ook werkte voor hooggeplaatste personen als Alexander Farnese. Ydens droeg ook met andere geschriften bij aan de contrareformatorische strijd tegen ketterij. Drie jaar later, in 1608, verscheen ook een Nederlandstalige editie. Uit dat jaar is het Tilburgse exemplaar.

Veertien (van de in totaal zeventien) gravures in het boek dienen om het verhaal goed onder de aandacht van de lezer te brengen. Een ervan draagt de signatuur van Adriaen Collaert (circa 1560-1618), maar we kunnen ervan uitgaan dat alle gravures van diens hand zijn. Collaert was schoonzoon van en werkzaam bij de beroemde graveur Philips Galle. Mede aan de hand van de toelichting die bij de gravures staat gedrukt, is het verhaal goed te volgen en wordt het beschuldigende karakter ervan duidelijk.

Enkele decennia na de veroordeling van de joden had in 1402 een canoniek onderzoek plaatsgevonden naar de gebeurtenissen van 1370 en dan met name naar de authenticiteit van de hosties. De neerslag van dit onderzoek stond aan de basis van legenden over het Sacrament van Mirakel uit de tweede helft van de vijftiende eeuw. En het boek van Ydens heeft déze verhalen als vertrekpunt. De geschiedenis van de devotie, legende en iconografie bleven daarna onderwerp van onderzoek. Tot in onze tijd.

De Leuvense hoogleraar Judaïstiek Luc Dequeker (1931-2021) heeft er uitgebreid onderzoek naar gedaan en erover gepubliceerd. Hij richtte zich niet alleen op de (on)geloofwaardigheid van het mirakel van de bloedende hosties, maar ook op de schuldvraag van de joden.

Lees verder na de afbeelding

De terechtstelling van de veroordeelde joden. NB De schaamstreek in het geraadpleegde boek is met potlood ‘dichtgekrast’. (Historie van het H. Sacrament van Mirakelen, p. 45; foto Paul Slot, Brabant-Collectie)

Dequeker was ook betrokken bij de kwestie die in de jaren 70 speelde, toen de Joodse gemeenschap in België aan het bisdom Mechelen-Brussel vroeg om de uitbeeldingen van het verhaal die in de Sint-Goedelekerk in Brussel aanwezig waren, te verwijderen. Ze zouden historische onjuistheden bevatten en de toenmalige Jodenhaat in de hand hebben gewerkt.

Na diepgaand overleg werden de voorstellingen uiteindelijk niet uit de kerk verwijderd, maar werd op een bronzen plaat in de kapel van het Sacrament van Mirakel het standpunt van het bisdom Mechelen-Brussel uiteengezet:

De diocesane autoriteiten van het bisdom Mechelen-Brussel hebben in de geest van het Tweede Vaticaans Concilie en na kennisname van het historisch onderzoek, in 1968 de aandacht gevestigd op het tendentieuze karakter van de beschuldiging en de legendarische voorstelling van het ‘mirakel’.’

Men erkende dat de beschuldigingen antisemitisch van aard waren en was er na het onderzoek ook van overtuigd dat het mirakel een legendarische inkleuring had gekregen. De uitkomsten van Dequeker’s onderzoek naar de legende en alles eromheen waren helder: de ontheiliging van de hosties moest het mirakel van het bloeden verklaren en omgekeerd legitimeerde het geloof in het mirakel de beschuldiging.

Dit zeventiende-eeuwse boek is een mooi voorbeeld van hoe erfgoedcollecties met het ene been in het verleden kunnen staan, en met het andere in de moderne tijd.

Ad van Pinxteren is Informatiespecialist bij de Brabant-Collectie.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.