Klassiek, country of heavy metal: ‘Opleidingsniveau en afkomst beïnvloeden je culturele smaak’

Klassiek, country of heavy metal: ‘Opleidingsniveau en afkomst beïnvloeden je culturele smaak’

Een culturele snob met een voorliefde voor klassieke muziek of juist een culturele omnivoor met een brede muzieksmaak? ‘Opleidingsniveau en sociale achtergrond beïnvloeden je culturele smaak’, legt voormalig sociologiestudente Romy Oomens uit in haar masterscriptie. ‘En dit houdt de sociale ongelijkheid in stand.’

Illustratie: Jeroen de Leijer

Waar komt de inspiratie voor jouw masterscriptie vandaan?

‘In het tweede jaar van mijn bachelor volgde ik het vak ‘Cultural Sociology’ bij Peter Achterberg. In een van de lessen vertelde hij over culturele smaak. Ik hou zelf enorm van muziek, bezoek graag concerten of festivals en ben dus een échte cultuurliefhebber. Voor mijn gevoel was mijn muzieksmaak heel uniek. Ik had altijd het idee dat de bands die ik graag beluister niet door iedereen worden gewaardeerd.

‘Na dit college kwam ik erachter dat mijn smaak voorspelbaarder was dan ik dacht. Je culturele smaak is namelijk gebonden aan de sociale klasse waartoe je behoort. Mijn ouders zijn niet hoogopgeleid. Ik heb daarentegen wel een universitaire studie afgerond en ben dus een ‘sociale stijger’. Toch delen mijn vader en ik grotendeels dezelfde muzieksmaak en gingen we zelfs samen naar Rock Werchter (een groot pop-rockfestival in België, red.).

‘Maar de afgelopen jaren ben ik ook muziekstijlen gaan waarderen die ik niet van huis uit heb meegekregen. Studeren op de universiteit zorgt ervoor dat je met andere mensen en andere muzieksmaken in aanraking komt. Ik vroeg me daarom af om mijn brede muzieksmaak een logisch gevolg was van mijn sociale achtergrond en sociale stijging. De keuze om mijn scriptie hierover te schrijven, was dan ook snel gemaakt.’

Waar gaat jouw scriptie over?

‘Ik onderzocht of opleidingsniveau en het stijgen op de sociale ladder – ook wel intergenerationele mobiliteit genoemd – iemands culturele smaak kunnen bepalen. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat hoger opgeleiden eerder een brede culturele smaak hebben dan lager opgeleiden. Maar het kan ook zo zijn dat specifiek sociale stijgers een brede culturele smaak hebben.

‘Ik heb in mijn onderzoek gekeken naar culturele smaak in de breedste zin van het woord: muziek, kunst, literatuur, tv-programma’s, films, eten en culturele activiteiten zoals het bezoeken van een opera. Daarbij is er een onderscheid in ‘highbrow’ en ‘lowbrow’ culturele activiteiten.

‘Hoewel het cultureel- en contextafhankelijk is wat als ‘highbrow’ en ‘lowbrow’ wordt gezien, typeren de meeste mensen de Franse keuken, klassieke muziek en een bezoek aan de opera als highbrow-cultuurvormen. Fastfood, heavy metal en een bioscoopbezoek zijn veelvoorkomende voorbeelden van lowbrow-cultuurvormen.’

Hoe heb je dat aangepakt?

‘Voor mijn onderzoek heb ik data gebruikt uit het Verenigd Koninkrijk en heb ik over die data een ‘latente klassen-analyse’ uitgevoerd. Daarmee kun je verschillende typen culturele consumenten identificeren. Je kijkt bijvoorbeeld of er bepaalde patronen veelvoorkomend zijn in de samenleving. Uiteindelijk heb ik op basis van bestaande theorieën vier typen culturele consumenten geïdentificeerd.

Romy Oomens. Beeld: Jack Tummers

‘Allereerst zijn er highbrow-snobs. Dit zijn vaak wat oudere, hoogopgeleide, culturele consumenten die een exclusieve en elitaire culturele smaak hebben. Zij gaan bijvoorbeeld graag naar de opera. Hiermee onderscheiden zij zich overduidelijk van de massa-consument, wiens smaak ze verafschuwen.

‘Daarnaast zijn er de hoogopgeleide, culturele omnivoren. Dit zijn vaak jongeren die een brede, inclusieve smaak hebben en zowel highbrow- als lowbrow-cultuurvormen omarmen. Zij houden bijvoorbeeld zowel van klassieke muziek als van heavy metal.

‘De mensen die in de derde groep vallen, zijn de laagopgeleide univoren. Zij hebben een hele beperkte smaak en vinden vaak op één ding na niets leuk. In het Verenigd Koninkrijk kan deze groep bijvoorbeeld voornamelijk countrymuziek waarderen. Tot slot is er nog een vierde groep: het popcultuurcluster. De vaak jonge mensen uit deze groep vinden eigenlijk alle populaire cultuurvormen leuk.’

Wat zijn de uitkomsten van jouw onderzoek?

Uit mijn onderzoek blijkt dat opleidingsniveau iemands culturele smaak beïnvloedt. Ook het stijgen op de sociale ladder beïnvloedt iemands culturele smaak, alleen niet op de manier die ik verwachtte. Ik dacht namelijk dat stijgen op de sociale ladder zou leiden tot een omnivoorsmaakpatroon: een gemengde smaak van lowbrow-cultuurvormen uit de kindertijd en highbrow-cultuurvormen door de nieuwe, sociale positie. Toch is dat niet het geval: de sociale stijgers identificeren zich eerder als highbrow culturele snob.

‘Daarnaast blijkt uit mijn onderzoek dat er grenzen zijn aan de tolerante, inclusieve smaak van culturele omnivoren. Zo wordt heavy metal – een genre dat men eerder classificeert als lowbrow – door de hoogopgeleide culturele omnivoor geaccepteerd. Maar countrymuziek keurt de culturele omnivoor af.’

Waarom is jouw onderzoek belangrijk?

‘Ik denk dat veel mensen niet in de gaten hebben dat je culturele keuzes, smaak en voorkeuren bepalen wie je ontmoet en tot welke klasse je behoort. Zo zijn de mensen die je tijdens een klassiek concert ontmoet vaak heel anders dan de mensen die je tijdens een Frans Bauer-concert leert kennen.

‘En dat is zorgelijk want zo houden cultuur en culturele smaak ongelijkheid in stand. Als iedereen in zijn eigen bubbel blijft, ontstaan er gescheiden sociale netwerken en belevingswerelden en zullen hoogopgeleide mensen niet zo snel ‘deuren openen’ voor iemand die ze niet kennen uit een andere sociale klasse.

‘Het is nu eenmaal zo dat hoogopgeleide culturele snobs nauwelijks in aanraking komen met laagopgeleide culturele univoren. Mijn onderzoek legt dit bloot en ik hoop dat beleidsmakers en organisaties meer zullen doen om culturele ongelijkheid tegen te gaan. 

‘Dit zouden ze kunnen doen door kinderen op jonge leeftijd met verschillende culturele activiteiten in aanraking te laten komen. Want hoe kun je iets zoals een museum leren waarderen als je hier nooit naartoe gaat? Niet gek dat veel mensen denken dat een museum een stoffige, saaie plek is waar alleen maar hoger opgeleiden komen.’

Masterscriptie

Een literatuuronderzoek, experimenteren in het lab of toch in de weer met SPSS? De studenten van Tilburg University schrijven de meest uiteenlopende scripties. In de rubriek Masterscriptie licht Univers er maandelijks eentje uit.

Auteur: Romy Oomens
Titel: Anything but Country and Western: analyzing cultural omnivorism in the United Kingdom
Begeleider: Peter Achterberg
Cijfer: 9,5

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.