Kinderartsen weten niet álles: met vragen over opvoeding kunnen ouders beter naar de GGD

Kinderartsen weten niet álles: met vragen over opvoeding kunnen ouders beter naar de GGD

Ouders van kinderen met een ontwikkelachterstand hoeven niet áltijd naar het ziekenhuis te gaan voor de beste zorg. ‘Kinderartsen zijn er voornamelijk voor het zieke kind’, legt voormalig Supply Chain Management-student Eva Caspers uit in haar masterscriptie. ‘Voor vragen over de opvoeding kunnen ouders beter aankloppen bij jeugdartsen van de GGD.’

Illustratie: Jeroen de Leijer

Waar gaat je scriptie over?

‘Mijn scriptie gaat over substitutie (vervangen, red.) van zorg voor kinderen met een ontwikkelingsachterstand. Om dit goed te begrijpen, is het belangrijk om te weten dat het Nederlandse zorgsysteem uit zorglijnen bestaat. De nullijnzorg gaat over preventieve zorg. Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan de vaccinaties van de GGD, maar ook de onderzoekjes die de GGD uitvoert bij kinderen op basisscholen. Onder de eerstelijnszorg kun je de huisarts schalen. De huisarts stuurt je eventueel door naar de tweedelijnszorg of derdelijnszorg. Dat is bijvoorbeeld het ziekenhuis.

‘In het verleden hebben kinderen met een ontwikkelachterstand een diagnose gekregen in het ziekenhuis. Om de kinderen in de gaten te houden, plant een kinderarts ieder jaar of iedere twee jaar een follow-uponderzoek in met deze kinderartsen. Kinderartsen van het Maximaziekenhuis in Eindhoven merken dat ouders tijdens deze vervolgonderzoeken vaak met relatief simpele medische vragen komen. Daarnaast stellen ouders vaak pedagogisch vragen (over de opvoeding en ontwikkeling van het kind, red.).

‘Het ziekenhuis vraagt zich af of zij wel de juiste partij is om ouders en kinderen met pedagogische kwesties te ondersteunen: want in hoeverre kan een kinderarts hiermee helpen? Kinderartsen zijn er voornamelijk voor het lichamelijk zieke kind, bijvoorbeeld om chromosoomonderzoek te doen. In mijn scriptie onderzoek ik of dat vermoeden klopt en ouders die hierbij hulp nodig hebben beter terechtkunnen bij andere zorgprofessionals.’

Waarom kloppen ouders bij het ziekenhuis aan met vragen over de opvoeding?

‘Tijdens een follow-uponderzoek vraagt een kinderarts altijd hoe het gaat en of de ouders nog tegen problemen aanlopen. Voor ouders is dit vaak het moment om hun hart te luchten. Vaak lopen ze al een tijdje rond met vragen of problemen en worden ze van instantie naar instantie gestuurd. Dat zorgt voor veel frustraties.

‘Een kinderarts is voor ouders een bekend en vertrouwd gezicht. Deze is al sinds de diagnose is gesteld, betrokken bij het gezin. Ouders zien zo’n arts min of meer als de coördinator van de zorg voor hun kind en vinden het niet prettig om hun verhaal continu bij nieuwe zorgverleners te herhalen.

‘Zij hebben liever één persoon die op de hoogte is van de situatie. Voor artsen is dat niet per sé een goede ontwikkeling. Naast het feit dat hun expertise niet ligt bij pedagogische kwesties zorgt het er ook voor dat het werk en de werkdruk zich opstapelen.’

Eva Caspers. Beeld: Jack Tummers

Wat kwam er uit jouw onderzoek?

‘Ik heb de follow-uponderzoeken van kinderartsen in het ziekenhuis vergeleken met cohortonderzoeken van de GGD. Dat zijn onderzoeken die op (speciaal) onderwijsscholen plaatsvinden. Daarbij stelde ik de vraag in hoeverre deze onderzoeken hetzelfde zijn en de zorg van de ene zorgprofessional naar de andere verplaatst kan worden.

‘Wat blijkt? Tot op zekere hoogte is het mogelijk om de follow-uponderzoeken die kinderartsen in het ziekenhuis uitvoeren, te verplaatsen naar de jeugdartsen van de GGD. Zo zijn de neurologische vervolgonderzoeken in het ziekenhuis hetzelfde als bij de GGD. Bij beide onderzoeken moeten kinderen bijvoorbeeld hinkelen om de coördinatie te analyseren en figuurtjes tekenen om te kijken hoe het gesteld is met de hand-oogcoördinatie.

‘Daarnaast blijkt dat de jeugdartsen van de GGD – in tegenstelling tot de kinderartsen in het ziekenhuis –  meer kennis en handvaten in huis hebben om ouders te ondersteunen met pedagogische kwesties.

‘Toch zijn er maar weinig ouders die weten dat ze bij de GGD-onderzoeken vragen kunnen en mogen stellen. Dat komt omdat ouders vaak sceptisch zijn en zich niet bewust zijn van de kennis en kunde van jeugdartsen van de GGD.’

Hoe moet je dat oplossen?

‘Dat is een goede vraag. Ik denk dat ouders veel meer zicht moeten krijgen op wat de GGD allemaal kan doen en welke hulp ze kan verlenen. Ik heb veel ouders van kinderen met een ontwikkelingsachterstand gesproken en ik had het idee dat zij de GGD lager inschatten dan het ziekenhuis. Ouders willen vaak het beste voor hun kind en denken dat alles in het ziekenhuis perfect is geregeld. In hun ogen is de kinderarts de beste adviseur.

‘Een kinderarts weet natuurlijk veel, maar is wel gebonden aan zijn of haar expertise en kan dus niet over alles de beste adviezen geven. Daarom denk ik dat het belangrijk is dat een kinderarts aan ouders uitlegt wat een jeugdarts van de GGD allemaal voor hun kan betekenen. Deze weet veel over sociale contexten en juist bij pedagogische vraagstukken is deze expertise handig.

‘Toch moet ik er wel bij vermelden dat het niet vanzelfsprekend is dat de substitutie van zorg naar GGD plaatsvindt. Net zoals veel andere zorgverleners kampen medewerkers van de GGD ook met een hoge werkdruk.’

Heb je nog een tip voor aanstaande scriptieschrijvers?

‘Ik heb heel veel interviews gehouden en protocollen bestudeerd. Als ik aanstaande scriptieschrijvers één tip mag geven dan zou ik ze meegeven dat het belangrijk is om een open blik te behouden. Het kan zijn dat je na een interview volledig mee wil gaan in iemands mening. Probeer dat niet te veel te doen. Hou een open en onafhankelijke mindset.’

Masterscriptie

Een literatuuronderzoek, experimenteren in het lab of toch in de weer met SPSS? De studenten van Tilburg University schrijven de meest uiteenlopende scripties. In de rubriek Masterscriptie licht Univers er maandelijks eentje uit.

Auteur: Eva Caspers
Titel: Providing pediatric care in the right place : A case study on finding substitution possibilities in secondary healthcare to preventive healthcare through the lens of modularity
Begeleider: Vincent Peters
Cijfer: 8,5

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.