Mies Hezemans was 31 jaar studentendecaan: ‘Sommige studenten moeten een schop onder hun kont krijgen’

Mies Hezemans was 31 jaar studentendecaan: ‘Sommige studenten moeten een schop onder hun kont krijgen’

Mies Hezemans was 44 jaar aan Tilburg University verbonden. Ze begon bij de introductiecommissie en was daarna ruim drie decennia actief als studentendecaan. Afgelopen zomer ging Hezemans met pensioen. Terugblikkend: ‘Als student moet je kritisch zijn. Ook op jezelf.’

Mies Hezemans. Beeld Ton Toemen

Een icoon van de universiteit, zo noemde rector magnificus Wim van de Donk studentendecaan Mies Hezemans in augustus bij haar afscheid. Hezemans, sinds 1979 aan Tilburg University verbonden, kreeg daarbij de universiteitspenning voor haar bijzondere verdiensten. ‘Een enorme eer,’ zegt Hezemans over het ontvangen van de belangrijkste onderscheiding van de universiteit. ‘Ik wist dat Wim op mijn afscheid zou komen, maar toen hij om een microfoon vroeg, dacht ik: o, hij gaat ook wat zeggen, wat leuk.’ Hezemans lacht er relativerend bij.

Hezemans heeft een filmpje van Van de Donks toespraak op haar mobiele telefoon staan. Ze laat desgevraagd een stukje zien, maar schuift het scherm snel van zich af en luistert ietwat ongemakkelijk naar de vleiende woorden. Een kort fragment van de opname is genoeg om te constateren dat Hezemans’ loopbaan nooit in één Univers-artikel te vangen is.

Haar betrokkenheid bij de universiteit en haar studenten was groot, merkte ook de Univers-redactie. Regelmatig mailde Hezemans tips door, of uitgeknipte krantenartikelen die door haar gescand waren en handmatig van een datum voorzien. Of de redactie bepaald nieuws of een gebeurtenis toch niet gemist had?

De ratten in de gangen

We spreken Mies Hezemans (Heerlen, 1961) op een zonnige septembermiddag. De campus is na de zomervakantie weer volop tot leven gekomen. Overal waait een wind van frisse moed voor een nieuw collegejaar, en ook Hezemans is even terug op de plek waar ze ruim vier decennia aan verbonden was. Op haar verzoek spreken we niet in een kantoor af. ‘Het is prachtig weer, ik wil graag naar buiten.’

Terwijl we over de campus lopen, komen de verhalen los. ‘Tilburg University was van oorsprong een kleine universiteit en de lijntjes waren heel kort.’ Al wijzend: ‘In dit gebouw heb ik gewerkt, en daar, en daar, ik had een werkruimte in Prisma (P), waar nu de parkeerplaats is.’

Als we even voor Cube stilstaan: ‘Gebouw P was zo oud, daar liepen de ratten op een gegeven moment door de gangen. Nu staat Cube op dat stuk grond.’ Ze kijkt met twijfel naar de jeu de boulesbaan: ‘Hier was ongeveer de ingang van het gebouw.’ En terwijl we verder lopen: ‘Waar het personeelsfietsenhok staat en Esplanade gebouwd is, was vroeger nog gewoon bos.’

De student als consument

‘In 1979 kwam ik via de TIK (Tilburgse Introduktie Kommissie, nu TOP, red.) bij de afdeling Studentenzaken en Welzijn terecht,’ zegt Hezemans als we eenmaal aan een picknicktafel achter het Koopmansgebouw zitten. Als student taal- en literatuurwetenschap, ze bewoonde een kamer in de Boomstraat, was ze in de jaren 80 betrokken bij de jaarlijkse introductieweek.

‘Toen in 1986 de studiefinanciering bij wet werd vastgelegd, is er een jaar later een Steunpunt Studiefinancieringen op de KUB (Katholieke Universiteit Brabant, red.) opgezet. Geheel onwetend ging ik daar toen aan de slag.’ Hezemans voegde zich vervolgens bij jaarlijkse overleggen met IB-Groep, nu beter bekend als DUO. ‘In 1991 werd de ov-jaarkaart ingevoerd.’ Het sein om eindelijk eens af te gaan studeren, geeft Hezemans aan. ‘Weet je, in die tijd was de werkloosheid enorm groot, dus als alternatief bleef je maar studeren.’

In 1992, op haar 31e, werd ze actief als studentendecaan. ‘Langzaam zag ik het geboortejaar van de studenten die zich bij mij meldden oplopen. Rond de eeuwwisseling gingen ze ‘u’ tegen mij zeggen. Ja, dat was confronterend, want je constateert op zo’n moment dat ze ineens anders tegen je aankijken,’ zegt Hezemans weemoedig.

Ze merkte in haar jaren als decaan dat zich een gedragsverandering bij studenten voltrok. ‘De student is in een consument veranderd. Ze willen rechten hebben zonder daar consequenties aan te verbinden.’ Het is schools geworden, concludeert Hezemans: ‘Alles moet op een presenteerblaadje worden aangeboden, terwijl je in mijn optiek als student juist kritisch hoort te zijn. Ook op jezelf.’

Het is een verandering die zich op breder vlak dan alleen op de universiteit aftekent, meent ze. ‘Als je ziet hoe ouders en kinderen nu met elkaar omgaan, zo gaan studenten tegenwoordig ook met hun decaan om. Ze zijn van thuis uit gewend dat alles voor ze geregeld wordt, en dat verwachten ze ook van ons.’

Surveillant op hakken

Dat de universiteit een afspiegeling van de maatschappij is, heeft ze vaak ervaren: ‘Alles wat in de krant staat, komt vroeg of laat aan je bureau. De campus is wat dat betreft net een klein dorp. Maar wat je de laatste tijd ziet, is dat studenten op allerlei manieren op scherp staan. Misschien is het een gevolg van het ‘wokisme’, maar er wordt veel meer naar spijkers op laag water gezocht.’

Vanwege de privacy van studenten mag Hezemans niet op specifieke gevallen ingaan, maar ze kan ter illustratie wel wat algemenere voorbeelden geven: ‘Klachten over tentamens waarbij een surveillant te hard praat en studenten uit hun concentratie haalt, of klachten over surveillanten die op hakken lopen en zo een tentamen verstoren.’ Hezemans’ gezichtsuitdrukking spreekt ondertussen boekdelen.

‘Voor de studenten waar écht iets mee aan de hand is, ga ik door het vuur. Deze studenten zijn bovendien heel coöperatief. Ze denken mee en zijn daarnaast behoorlijk streng voor zichzelf. Dan willen ze ondanks ziekte of een persoonlijk verlies toch hun tentamens maken of gaan afstuderen. Terwijl er uitgerekend voor dit soort omstandigheden voorzieningen zijn om iemand bijvoorbeeld tijdelijk te ontlasten.

‘Mijn ervaring is dat hoe erger de omstandigheden zijn, hoe sterker de student is. Als je een jaarlijkse donatie doet, mag je een slogan aandragen die op een stoel van de grote collegezaal in Cube wordt gezet. Ik koos voor deze tekst: Everyone you meet is fighting a battle you know nothing about. Be kind. Always.’

Welkom in het echte leven

‘Het andere uiterste zijn studenten waar geen woord uitkomt, en nul initiatief,’ aldus Hezemans. ‘Die moeten een schop onder hun kont krijgen. Dat zijn kinderen van curling ouders, die kunnen heel moeilijk relativeren. Dat komt deels door hun levensfase, maar ik zou toch vooral willen zeggen: welkom in het echte leven. En ja, hierin gaat weleens wat mis!’ Ze voegt toe: ‘Ik ben natuurlijk een beetje beroepsgedeformeerd, dus dit geldt zeker niet voor alle studenten. Met de meeste van hen gaat het gewoon goed.’

De prestatiedruk waar veel studenten mee kampen, doen ze zichzelf aan, vermoedt Hezemans. ‘Soms denk ik: zet die mobiele telefoon gewoon eens uit, of haal die app eraf. Dat zou al zoveel onrust wegnemen. Voor mensen die lang ergens in blijven hangen en geen actie ondernemen, heb ik weinig geduld. Hier komt dat relativeringsvermogen weer bij kijken. Want hoe erg is iets nou op een heel mensenleven?

‘Kom op, voordat je afhaakt: maak eerst eens iets af. Niemand loopt op een pad dat alleen maar rechtdoor gaat, iedereen neemt afslagen. Dat je iets langer over je studie doet, dat het misschien meer geld kost en dat je wellicht een klein gat in je cv hebt, dat zijn uiteindelijk echt geen onoverkomelijke dingen.’

Hezemans ziet ook studenten die tegen heug en meug een universitaire studie volgen, maar die waarschijnlijk veel beter af zijn op een hbo. ‘Het idee dat iedereen een academische opleiding moet volgen is bizar. Soms past zo’n opleiding helemaal niet, of nog niet. Ga iets anders doen, ga leven en kom over een paar jaar terug in plaats van je op je tenen door die studie heen te wurmen. Je hóéft niet te studeren.’

Geld door de brievenbus

Hezemans’ partner John was studentendecaan aan de TU in Delft. Ze kennen elkaar van een commissie waar ze allebei in zaten. ‘Decaan zijn is natuurlijk een unieke baan. Er is in Nederland maar een beperkt aantal decanen, en er is geen opleiding voor. Het is daarom fijn om het er thuis ook over te kunnen hebben. Bijvoorbeeld over hoe ver je voor een student gaat.

‘Ook al ben je nog zo betrokken, er ligt altijd een grens. Bij een student met financiële problemen, waarvan ik wist dat hij bij mij in de buurt woonde, heb ik wel eens gedacht: ik zou een briefje van honderd door je brievenbus willen stoppen. Maar nee, in de praktijk doe je dat natuurlijk niet.’

Op de vraag hoe Hezemans de universiteit en haar werk los gaat laten, reageert ze hard lachend: ‘Dat is niet zo moeilijk, hoor. Ik ga mijn sociale contacten ophalen, en los van de stapels met boeken die nog op mij liggen te wachten, wil ik graag lange afstanden gaan fietsen. Zoals de Vennbahn-route, die gaat door Duitsland, België en Luxemburg. Verder heb ik moeten leren om voor het komende jaar nergens ‘ja’ op te zeggen, want waarschijnlijk wil ik binnen de beschikbare tijd weer veel te veel gaan doen.’

Vaste krachten

Zonder ondersteunend personeel geen universiteit. Univers is op zoek naar de mensen die er al jaren voor zorgen dat de universiteit draait.

Werk jij al meer dan twintig jaar bij Tilburg University, of ken jij iemand die een mooi verhaal te vertellen heeft? Neem dan contact op met de redactie van Univers: univers@uvt.nl.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.