Antje Beers: ‘Ik heb mijn leven te danken aan de vakgroep Staats- en Bestuursrecht’
Ze is twintig jaar, rechtenstudente en nogal politiek actief. Antje Beers is burgerraadslid in Breda, deed mee met de Provinciale Statenverkiezingen, is stagiair bij de CDA Eerste Kamerfractie en kandidaat bij de Tweede Kamerverkiezingen. Ze is nummer 36 op de lijst van het CDA.
1. Wat wilde je als kind graag worden?
‘Dat is wel grappig. Als klein kind was ik altijd bezig met dieren. Ik had konijnen. In vriendenboekjes schreef ik toen dat ik wilde werken in een dierenwinkel, of een dierentuin. Op de basisschool wilde ik advocaat worden, en op de middelbare school officier van justitie. Ik heb daar nog een werkstuk over gemaakt. En nu weet ik het niet meer.’
2. Waar ben je het meest trots op?
‘Het meest trots ben ik op mijn persoonlijke groei. Ik was als kind heel verlegen en superstil. Thuis was ik druk, maar buitenshuis heel stil. Uiteindelijk kreeg ik meer zelfvertrouwen en ben ik steeds meer uit mijn schulp gekropen. Wel is het zo dat als mijn medestudenten ’s avonds aan het feesten zijn, ik bijvoorbeeld aan de ontwikkelvisie over de Stedelijke regio Tilburg-Breda zit. Ik ben dus nog steeds een beetje anders.’
3. Waar lig je wakker van?
‘Als ik in bed ga liggen, val ik meteen ik slaap. Maar nu ik bezig ben met mijn scriptie, over het evenredigheidsbeginsel, lees ik zo ontzettend veel, daar blijf ik als ik in bed lig over nadenken. En laatst heb ik in bed nog liggen denken aan de schoonmakers van deze universiteit. Iedereen loopt langs hen heen, en niemand zegt hallo. Daar maak ik me dan druk om, om mensen die niet gezien worden. Ik vind dat we als samenleving meer naar elkaar moeten omkijken.’
4. Wat is voor jou een perfect avondje uit?
‘Ik ben heel veel avonden niet thuis. Fractievergaderingen, raadsvergaderingen, in de trein als ik terugkom van mijn stage in Den Haag. Op een vrije avond zit ik het liefste thuis op de bank. Alleen of met vrienden. Als je altijd op weg bent, heb je dat wel nodig. Lekker rustig aan doen, dat is voor mij een perfecte avond.’
5. Welke film zou je iedereen aanraden?
‘Er zijn twee films waardoor ik erg ben gaan nadenken over de loop van het leven, die ik mensen zou aanraden. The Curious Case of Benjamin Button: in die film zie je dat alles tijdelijk is, ook de relaties met de mensen die je ontmoet. Daar moet je van genieten. En Where the Crawdads Sing, daar ging ik ook van nadenken over het leven en over de mensen in mijn leven en die ga ik dan ook bewuster liefhebben.’
6. Wat weten maar weinig mensen over jou?
‘Een leuk weetje: ik besta door deze universiteit. Je kunt ook zeggen dat ik mijn leven heb te danken aan de rechtenfaculteit. Mijn ouders hebben elkaar hier ontmoet, in het oude gebouw A (heet nu Cobbenhagen gebouw, red.). Mijn vader was docent en mijn moeder student. Niet bij hem, maar ze kwamen elkaar tegen toen bij haar een college uitviel.
‘Laatst heb ik in bed nog liggen denken aan de schoonmakers van deze universiteit’
‘Zonder de vakgroep Staats- en Bestuursrecht had ik niet bestaan. Die hele vakgroep kwam naar hun huwelijk. Na mijn geboorte kregen ze ook felicitatiekaartjes van Alis Koekkoek en Ernst Hirsch Ballin.’
7. Stel, je hebt een tijdmachine. Naar welk tijdvak reis je terug en met wie drink je koffie?
‘Ik kan heel veel personen noemen, maar eigenlijk zou ik dan het liefste teruggaan naar de jaren nul van deze eeuw, naar de jaren rond mijn geboorte. Dat ik dan kan praten met mijn opa en mijn oma, die zijn rond die tijd gestorven. Ik heb campagne gevoerd voor het OV in Baarle-Nassau. Toen kwamen er mensen naar me toe die mijn opa nog kenden, hij is daar wethouder geweest. En ik schijn op hem te lijken. Dus naar die tijd zou ik terug willen.’
8. Wat moet er echt anders aan de universiteit?
‘Daar heb ik heel veel ideeën over. Bijvoorbeeld dat het je op dit moment niet gemakkelijk gemaakt wordt om veel naast je studie te doen. Ik loop op dinsdag stage in de Eerste Kamer en daarnaast doe ik nog veel meer. Maar er worden geen colleges opgenomen, dus er zijn weinig mogelijkheden om het terug te kijken.
‘Dat maakt het ook moeilijk voor mensen die bijvoorbeeld mantelzorg doen, of vrijwilligerswerk. Er zou meer flexibiliteit moeten zijn om zelf je studie in te richten. Bijvoorbeeld door per studiepunt te betalen.’
9. Wat moet er in onze maatschappij echt veranderen?
‘Daar kan ik een heel boek over schrijven, misschien dat ik dat wel eens doe. Ik hoop dat we als samenleving meer naar elkaar toe groeien. Ik zie nu zoveel verdeeldheid en dat is niet goed voor de lange termijn. En als je naar de politiek kijkt, wat vaak ontbreekt is een visie: hoe kun je een probleem in de toekomst voorkomen?
‘Er zou eigenlijk een jongerentoets moeten komen voor wetgeving, en ook een bejaardentoets. Zodat je kunt zien wat het effect van maatregelen is voor verschillende generaties.’
10. Wat zou je eigenlijk (meer) moeten doen?
‘Wat ik meer zou moeten doen is: niks. Ik zou eigenlijk wat meer tijd moeten besteden aan mijn vrienden en ik hou ook te weinig tijd over om af en toe helemaal niets te doen.’
11. Wat zijn je plannen voor na je studie?
‘Ik denk dat het leven zich niet laat leiden en voorspellen. Ik heb geen idee waar ik terecht zal komen. Iets maatschappelijks waarschijnlijk. Het belangrijkst vind ik dat het een plek is waar ik me prettig voel, waar een goede sfeer is en waar ik gewaardeerd word.’
12. Nooit meer sporten of nooit meer naar een concert?
‘Je doet of het allebei iets leuks is, maar ik hou niet van sporten en ik ga bijna nooit naar een concert. Alleen soms, naar een klassiek concert met vrienden. Maar sporten is natuurlijk wel gezond, dus eigenlijk zou ik me ertoe moeten zetten om een sport te vinden die ik wel leuk vind. Dan ga ik maar nooit naar een concert.’
13. Auto of OV?
‘Als vechter voor een beter openbaar vervoer zeg ik natuurlijk: OV. Maar dan moet het wel beter werken. De aansluiting van trein en bus en overstap op een andere trein zijn nu vaak slecht. Vervoersongelijkheid is een probleem. Ik heb veel irritaties over het huidige OV. Dat moet dus verbeterd worden, daar zet ik me graag voor in.’
Advertentie.
