Goede voornemens koop ik af
Nieuwe sportkleren, een tennisracket en een stapel boeken. Judith Zijdenbos slaat enthousiast spullen in om werk te maken van haar goede voornemens. En toch komt er helemaal niets terecht van al die mooie plannen. ‘Verder dan de benodigdheden in huis halen voor mooie ambities kom ik meestal niet.’
De meeste goede voornemens zullen bij de gemiddelde Nederlander alweer ver achter in de kast beland zijn. Deze voornemens worden meestal pas op 31 december van stal gehaald om weer, soms afgestoft, soms niet eens, de volgende jaarwisseling mee te maken. Jaar in, jaar uit hebben mensen de intentie om meer boeken te gaan lezen, meer te gaan sporten of nu écht aan die moestuin te gaan beginnen. Ik ben ‘mensen’.
Met goede voornemens op zichzelf is naar mijn mening niets mis. Het probleem is het geld dat deze goedbedoelde doelstellingen me ieder jaar weer kosten. Om meer te gaan sporten heb je nou eenmaal sportkleren nodig, toch? Ik keek rond in mijn huis, en aan bewijs van geldverkwisting was geen gebrek.
Allereerst viel mijn oog op de uitpuilende la vol ‘broodnodige’ sportkleding. Deze la bevat onder andere een volledige tennisoutfit, inclusief racket én tennisballen, met alle kaartjes er nog aan. Het kopen van sportkleren is me tot dusver een stuk beter afgegaan dan het sporten zelf.
Een korte blik in de huiskamer deed mijn aandacht doen stilstaan bij een absurd hoge stapel ongelezen boeken náást de boekenkast, want de kast is inmiddels vol. Boeken uitkiezen en kopen aan de hand van een kort verhaal op de achterkant blijkt toch laagdrempeliger dan jezelf daadwerkelijk door 897 pagina’s Mulisch worstelen. Veel van de boeken zijn namelijk geen realistische instapmodellen, maar pittige pillen die slechts aan een enkeling besteed zijn. In de nieuwjaarsvreugde denk ik altijd onterecht dat ik een van deze enkelingen ben.
Naast de stapel boeken zie ik mijn moestuin, gerealiseerd in een omgebouwde Ikea vitrinekast (ik heb niet eens een tuin) er zielig bijliggen. Drie verschillende soorten potgrond, hydrokorrels en meerdere soorten zaden gaan niets aan je Hortus Botanicus verbeteren, als je ze niet uit de verpakking haalt. Op tuinkers na, heb ik nooit wat van mijn eigen productie kunnen eten. Mijn ‘moestuin’ is een weelderige jungle van ongebruikte spullen geworden, waarin slechts het kweken van schuldgevoelens tiert.
Al deze spullen hebben één ding met elkaar gemeen. Ze fungeren als een nieuwe identiteit. Een identiteit die ik wil zijn, maar niet ben. Een combinatie van ongeremde naïviteit, een flinke dosis zelfbegoocheling en een gat in mijn hand zorgen ervoor dat ik spullen blijf kopen om een schijn van mijn ‘droompersoonlijkheid’ te verwezenlijken. Verder dan de benodigdheden in huis halen voor deze mooie ambities kom ik meestal niet.
Een droomleven koop je, of eigenlijk de illusie daarvan. Ik én mijn volle huis zijn daar het levende bewijs van. Gelukkig is er elk jaar weer de mogelijkheid om de voornemens bij te stellen of gewoon weer een nieuw voornemen te kopen.
Judith Zijdenbos volgt een postmaster Lerarenopleiding Nederlands aan Tilburg University.