Mannen, schiet niet meteen in de kramp als vrouwen een keer in het voordeel zijn

Mannen, schiet niet meteen in de kramp als vrouwen een keer in het voordeel zijn

Vrouwen krijgen eindelijk meer onderzoeksbeurzen dan mannen. Dat is een goed begin, schrijft columnist Tom Grosfeld, voor het rechttrekken van ongelijke sekseverhoudingen in de wetenschap. En geen reden om je meteen af te vragen of vrouwen worden voorgetrokken. ‘Waarom kunnen we niet gewoon even blij zijn?’

Tom Grosfeld. Beeld Ton Toemen

Vorige week las ik het nieuws over de 35 Vici-beurzen die NWO toekende aan onderzoekers, waarvan er twintig naar vrouwen en vijftien naar mannen gingen. Dat is goed nieuws: mannen waren enorm lang in het voordeel en dat lijkt nu eindelijk te worden rechtgetrokken. 

Toch vindt een deel van de mannen het moeilijk om daarmee om te gaan. Over het algemeen heerst er consensus over het feit dat vrouwen jarenlang structureel minder kansen kregen, maar tegelijkertijd wordt nu met strenge blik bekeken of vrouwen niet worden voorgetrokken. Het moet wel eerlijk blijven. 

Veelzeggend vond ik het – overigens genuanceerde – artikel van drie mannelijke hoogleraren waarin ze stelden dat vrouwen (iets) meer kans maken op een Veni-subsidie bij NWO dan mannen. Met de statistieken was niets mis. De onderliggende strekking, namelijk dat we moesten oppassen dat we niet doorschoten in het vergroten van het succes voor vrouwen, vond ik twijfelachtig.

Waar waren soortgelijke artikelen toen mannen werden voorgetrokken? En waarom kunnen we niet gewoon even blij zijn – en niet meteen in de pen klimmen – om het feit dat er eindelijk een begin wordt gemaakt aan het rechttrekken van fundamenteel ongelijke kansen tussen mannen en vrouwen? 

In het boek Seksisme is Kapitalisme van Doortje Smithuijsen, dat ik laatst toevallig las, laat ze zien hoe ongelijkheid tussen mannen en vrouwen diep verweven zit in onze samenleving. Ja, vrouwen mogen nu ook carrière maken, maar ze blijven ook verantwoordelijk voor de zorgtaken en het huishouden, moeten een goede moeder zijn en voldoen aan het schoonheidsideaal. 

Ook binnen hun werk worden ze gehinderd. Smithuijsen schrijft: ‘Carrière maken gaat toch iets lastiger als elke man die je ontmoet vindt dat je te veel met je werk bezig bent. Het gaat nog lastiger als je dat vervolgens zelf ook gaat vinden.’

In haar boek haalt ze daarnaast onderzoek aan dat laat zien dat hoe succesvoller de vrouw is in haar carrière, hoe minder succesvol de relatie. En: zowel mannen als vrouwen zijn minder tevreden met hun relatie zodra de vrouw substantieel meer gaat verdienen. Ook mensen die van buitenaf naar relaties kijken waarin de vrouw succesvoller is, beoordelen die relatie als minder positief. Ze vinden de vrouw bijvoorbeeld dominant, en de man een ‘watje’. 

Het zijn vooroordelen die impact hebben op onze relaties. Het veroorzaakt sociale druk die je als stel kan voorkomen door je te houden aan traditionele rolpatronen. 

Dat is wat onze cultuur nog altijd doet: het moedigt vrouwen aan prioriteit te geven aan het gezin en mannen aan hun carrière. 

Dat zijn de meer onzichtbare structuren waartegen vrouwen nog altijd moeten vechten. Vanuit die lens bekeken, vind ik het tamelijk lachwekkend dat we op basis van minimale statistische verschillen al zo gretig waarschuwen voor overcorrectie. Er is nog een lange weg te gaan. Onderdeel daarvan is dat mannen niet meteen in de kramp schieten wanneer vrouwen een keer in het voordeel lijken te zijn.

Tom Grosfeld is journalist en alumnus van Tilburg University.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.