‘Bro, ben je nou ironisch of gewoon vrouwonvriendelijk?’

‘Bro, ben je nou ironisch of gewoon vrouwonvriendelijk?’

Al jaren noemen Thomas Kaufmann en zijn huisgenoot elkaar ‘bro’. Dat was ooit erg grappig, maar nu niet meer. ‘Het gebro is te diep ingesleten. We krijgen niet meer uitgelegd dat het uit de hand is gelopen, dat we niet echt een karikatuur zijn geworden.’

Jaren geleden zijn mijn huisgenoot en ik elkaar ironisch ‘bro’ gaan noemen. Dat was, toen, een aantal weken erg grappig. Kostelijk moesten we er elke keer weer om lachen. Soms voegden we er nog een gek handgebaar aan toe, dan was het helemaal dijenkletsen geblazen. Bro, dachten we, wat zijn we toch twee malle kerels met ons ironische gebruik van jongerentaal.

Nu, jaren later, spreken we elkaar nog steeds consequent aan met ‘bro’. Ik heb weleens geprobeerd ermee te stoppen. Weleens gedacht: dit kan zo niet langer. Maar het gebro is inmiddels te diep ingesleten. We krijgen ook niet meer uitgelegd aan toevallige passanten dat het vroeger wel grappig was, dat het slechts uit de hand is gelopen, dat we niet écht de karikatuur geworden zijn die we eerst zo lacherig persifleerden.

Ironie is gevaarlijk. Niet alleen omdat je het risico loopt langzaam in de karikatuur te veranderen, maar ook omdat niet iedereen haar herkent. In dit geval kon dat ook niet. Voorbijgangers zijn zich vanzelfsprekend niet bewust van onze context. Zij zullen slechts denken dat we vroegrijpe aanstellers zijn en daar maar gedeeltelijk gelijk in hebben.

Sinds ik me bewust ben van de gevaren van deze contextgevoelige gewenningsironie, kijk ik anders de wereld in. Vandaag Inside bijvoorbeeld. Smakeloos? Natuurlijk. Racistisch? Waarschijnlijk. Maar misschien ook gewoon een uit de hand gelopen inside joke. Misschien is het eigenlijk wel gelaagd en satirisch grachtengordelengagement en voelen de mannen zich al jaren onbegrepen.

Over ruim een week is het tijd voor de Nacht van de Filosofie. De laatste jaren heb ik me sterk verwonderd over de aanwezigheid van een bepaald type mens. Het type oude, witte, gepensioneerde man met knellende trui en priemende oogjes. Het type dat dan de hele lezing driftig gaat zitten meepennen op een blocnote, om uiteindelijk aan de spreker (liefst vrouwelijk) te vertellen dat die Immanuel Kant niet begrepen heeft.

Onsympathiek, dacht ik altijd. Maar als ik het zo achter elkaar zet, lijkt het ergens ook wel weer geestig. Lekker ironisch de misogyne luis in de pels van de gevestigde filosofische macht uithangen.

Ik zal het ze volgende week eens vragen:

‘Bro, ben je nou ironisch of gewoon vrouwonvriendelijk?’

Thomas Kaufmann is alumnus van Tilburg University.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.