Rien Wijnhoven: ‘Universitaire democratie zit in de gevarenzone’
Na tien jaar neemt Rien Wijnhoven afscheid als voorzitter van de universiteitsraad. De medezeggenschap staat volgens hem voor grote uitdagingen. ‘De groep mensen die zich echt hard maakt voor democratische besluitvorming wordt gevaarlijk klein.’
Hij geeft toe, het was even wennen toen hij in 2014 aantrad als voorzitter van de universiteitsraad. Snel knopen doorhakken en dóór, dat zit er niet altijd in tijdens vergaderingen. Maar Wijnhoven ontwikkelde zich tot een vurig pleitbezorger van de medezeggenschap.
Niet alleen in Tilburg, ook namens alle Nederlandse universiteiten, als voorzitter van het Landelijk Overleg Universitaire Medezeggenschap (LOVUM). Daar maakte Wijnhoven zich sinds 2016 hard voor verbetering van de positie van de universitaire medezeggenschap. Want de vertrekkend voorzitter is bezorgd. ‘Lang niet iedereen heeft de nodige waardering voor het democratisch proces. Er zijn universiteiten waar het bestuur de medezeggenschap vooral beschouwt als een lastige sta-in-de-weg.’
Moegestreden is hij niet. En over gebrek aan waardering heeft Wijnhoven ook niet te klagen. Tijdens zijn laatste universiteitsraadvergadering als voorzitter, bij de Jheronimus Academy of Data Science (JADS) in ’s-Hertogenbosch, sprak rector magnificus en collegevoorzitter Wim van de Donk lovende woorden. Wijnhovens’ sterke punt: het scheppen van een veilige sfeer tijdens vergaderingen, zodat studenten en medewerkers zich ook daadwerkelijk dúrven uitspreken.
Nee, het wordt simpelweg tijd om het rustiger aan te doen. ‘Ik ben inmiddels opa,’ lacht Wijnhoven, ‘het moment is daar om wat meer te gaan genieten van andere dingen.’ En met Hans Haans, al sinds 2000 actief aan Tilburg University, heeft de universiteitsraad een prima opvolger in huis.
Dat moet ook wel, want er gaat de komende jaren heel wat op de universiteit afkomen, waarschuwt Wijnhoven. ‘De rem op internationalisering, eventuele bezuinigingen vanuit Den Haag en vergeet niet alle discussies over sociale veiligheid. Er moeten lastige beslissingen worden genomen.
‘Het is noodzakelijk dat het bestuur ook in de toekomst scherp wordt gehouden. En dat medewerkers en studenten goed worden vertegenwoordigd en geïnformeerd. Juist dat maakt een gemeenschap sterk en hecht.’
Bij de laatste vergadering in JADS drukte je het bestuur op het hart: ‘Koester de medezeggenschap.’ Gebeurt dat in Tilburg voldoende?
‘Door het huidige College van Bestuur zeker. Dat heeft een goed beeld van de waarde en de positie van de medezeggenschap. Je merkt dat de medezeggenschap wordt opgezocht en bij de besluitvorming wordt betrokken. Koesteren gaat misschien wat ver, maar gewaardeerd: absoluut.’
‘Dat wil niet zeggen dat je het altijd met elkaar eens bent. Er worden bijvoorbeeld stevige discussies gevoerd over het strategisch plan. De raad is daarin ook kritisch geweest: mooi verhaal, maar de uitwerking moest écht beter, kom maar met een road map en implementatievoorstellen.’
In de universiteitsraad is er terugkerende kritiek op de informatievoorziening door het bestuur. Documenten worden te laat of onvolledig aangeleverd, waardoor het soms moeilijk is voor de raad om zijn adviserende en controlerende functie uit te oefenen. Dat is nog wel een verbeterpunt.
‘Dat is iets van alle tijden. Je moet je voorstellen: het bestuur kent de eigen dossiers van binnen en van buiten, maar kan niet altijd goed inschatten welke informatiebehoefte de medezeggenschap precies heeft. Daar voelt de medezeggenschap zich soms, terecht, tekort in gedaan. Dan is het ook mijn rol om het bestuur aan te sporen aanvullende informatie te geven.
‘Het besef van de urgentie van medezeggenschap neemt af, ook in Tilburg’
‘Vertrouwen en een adequate informatievoorziening, dat zijn misschien wel de twee belangrijkste ingrediënten voor een goed functionerende medezeggenschap. En veiligheid: dat je je veilig voelt als student en als medewerker om mee te denken en om kritisch te zijn. Want als universiteitsbestuurder moet je tegen kritiek kunnen. Dat hoort erbij. Dat is in de politiek niet anders.’
Historisch gezien lijkt de medezeggenschap in Tilburg stevig verankerd te zijn. Zo heeft Tilburg bij de verkiezingen het hoogste opkomstpercentage van alle universiteiten.
‘Klopt. Het speelt denk ik mee dat we een kleine en compacte campus zijn met korte lijntjes. Maar we mogen niet tevreden zijn en achteroverleunen. De opkomst daalt ook hier al een paar verkiezingen op rij. We moeten ons ook echt inspannen om voldoende kandidaten te werven voor de medezeggenschap, het zijn belangrijke signalen om in actie te komen.’
Als voorzitter van LOVUM luidde je twee jaar geleden de noodklok: de medezeggenschap zit in een neerwaartse spiraal, op alle universiteiten.
‘En dat vind ik nog steeds. Op sommige universiteiten is de opkomst bij de verkiezingen echt bedroevend laag. Bij negen universiteiten was er volgens de onderwijsinspectie sprake van een daling van het gemiddelde van 32 naar 21 procent in vier jaar tijd. Soms moeten studentenfracties noodgedwongen stoppen wegens een gebrek aan aanmeldingen.
‘We hebben te maken met een afnemend besef van de urgentie van medezeggenschap. Ook in Tilburg speelt dit probleem, ook al ziet het er hier wat rooskleuriger uit.’
Hoe komt dat?
‘Het actieve lidmaatschap van de medezeggenschap moet meer waardering en ondersteuning krijgen. We hebben hierover ook een brief geschreven aan Universiteiten van Nederland (UNL), toen het programma Erkennen en Waarderen startte: neem actieve deelname aan de medezeggenschap ook mee in dit programma, maak het onderdeel van een erkende carrière binnen de universiteit. Maar daar wilde UNL helaas niet aan en dat vind ik een gemiste kans.’
De medezeggenschap moet landelijk meer steun krijgen?
‘Iedereen, van UNL tot het Ministerie van Onderwijs, benadrukt het belang van de medezeggenschap. Dan wordt er gezegd: jullie zijn belangrijk, jullie houden de bestuurders scherp. Maar als puntje bij paaltje komt en je vraagt om een betere vergoeding of meer facilitaire ondersteuning, dan blijft het stil.’
Veel woorden, weinig daden.
‘Zeker. We hebben een symposium met LOVUM georganiseerd over het belang van medezeggenschap en politici uitgenodigd: bijna niemand van hen kwam opdagen. Dat is toch teleurstellend. De groep mensen die zich echt hard maakt voor democratische besluitvorming wordt gevaarlijk klein. Daar ben ik echt ongerust over.
‘Het systeem dat we nu hebben, met de universiteitsraad en de faculteitsraden, is op zich niet slecht. Maar we hebben de verantwoordelijkheid om de academische democratie levendig en relevant te houden. Als wij het al niet kunnen, dan moeten we het niet raar vinden dat ook landelijk de democratie onder druk staat.’
Waarom is die interne democratie zo belangrijk voor universiteiten?
‘Universiteiten zijn complexe organisaties. Alleen al vanwege de gelaagdheid, met een College van Bestuur, faculteiten en departementen. En daarnaast lopen hier allemaal professionals in het kwadraat rond. Zo weten veel hoogleraren vaak zelf wat het beste is voor hun vakgebied.
‘Al de aanwezige creativiteit, kennis en energie, die betrokkenheid ook, die moet je zien te stroomlijnen en samenbrengen. Sturen op hiërarchie, dat werkt niet. Befehl ist befehl, daar houden ze op de universiteit niet van.
‘Universiteiten moet je niet aan de markt overlaten’
‘Daarbij komt: universiteiten zijn publieke instellingen die grotendeels uit publieke middelen worden gefinancierd. De producten die je ontwikkelt, of het nu om onderzoek of onderwijs gaat, staan ten dienste van de maatschappij. Kennis en opleiding zijn publieke goederen. Dus bij dit type organisatie hoort interne democratische controle en medezeggenschap.’
Staan universiteiten nog wel genoeg in dienst van de maatschappij? Soms lijken ze vooral bezig met rankings en groei.
‘Toen ik hier in 1996 begon als hoofd Planning & Control zag je de opkomst van new public management: organisaties moesten efficiënt zijn, wendbaar, gericht op groei, et cetera. Dat heeft veel kapot gemaakt. Universiteiten zijn steeds meer buiten de samenleving komen te staan. Gedragen zich een beetje als grote bedrijven, denken in termen van concurrentie en competitie, van lijstjes en prestaties, willen allemaal zoveel mogelijk studenten binnen hengelen.
‘Wat je daardoor krijgt: publieke organisaties die met elkaar concurreren in een groeistrijd. Wie heeft de meeste studenten? Wie staat het hoogst op de lijstjes? Dat is verkeerd. Je ziet dat er tegenwoordig ook steeds meer kritiek op universiteiten komt. Het zouden maar meningenfabrieken zijn, opgesloten in hun eigen ivoren toren.
‘Universiteiten moeten hun bestaansrecht opnieuw goed uitleggen en het contact met de samenleving terugvinden. De medezeggenschap kan ook helpen om die slag te maken.’
Er komt wel meer kritiek op die zogenoemde perverse prikkel tot groei. Maar echt structurele verandering zien we nog niet, toch?
‘Vernieuwing blijft uit op dit vlak, erg jammer. Ik zou zeggen: universiteiten moet je niet aan de markt overlaten. Of in ieder geval niet aan de markt zoals die nu is. Universiteiten bouwen mee aan de maatschappij van de toekomst. Ze gaan voor een groot deel over de samenhang en inrichting van een maatschappij. Onderschat dat niet. Ook daarom is de eigen medezeggenschap zo belangrijk. Bij het vormgeven van die toekomst mogen er best wat ogen kritisch meekijken.’
Laat de raad daarbij wel vaak genoeg zijn tanden zien?
‘Dat kan vaker, zeker. Maar ik ben niet van de conflictschool: als het niet nodig is, moet je ook niet met de stormram naar voren. Vaak is het bestuur geneigd om op de wensen van de raad in te gaan. Als raad heb je sowieso al een corrigerende impact, simpelweg door er te zijn.
‘Bestuurders zijn zorgvuldiger als ze weten dat ze gecontroleerd worden. Slechte voorstellen, daarmee hoeven ze niet aan te komen zetten en dat weten ze. Ze moeten een goed verhaal hebben, anders krijg je kritiek en word je linea recta teruggestuurd naar de tekentafel.’
Verkiezingen
Deze week is het verkiezingstijd op de campus. Van faculteitsraad en divisiecommissie tot universiteitsraad: van 16 t/m 18 april kiezen studenten en medewerkers wie hun belangen vertegenwoordigen in de medezeggenschapsraden van Tilburg University.