De actieve student wil zijn tijd zo efficiënt mogelijk besteden

De actieve student wil zijn tijd zo efficiënt mogelijk besteden

Wat drijft de actieve student, die liever niet in de collegebanken zit maar zoveel mogelijk ervaring wil opdoen? Tom Grosfeld heeft een vermoeden: ‘Een bestuursjaar is een goede investering. Een saai college heeft een minder hoog rendement.’

Tom Grosfeld. Beeld Ton Toemen

Als student vond ik de verkiezingen tussen SAM en Front altijd een van de hoogtepunten van het academische jaar. Om weer iets te proeven van die stemming, las ik dit jaar de interviews met de lijsttrekkers. Het stelde me gerust hoe weinig er is veranderd. SAM is er nog altijd voor alle studenten, Front vooral voor de actieven. 

Ik vind Front de leukste. Met name omdat ik zelf juist graag zo passief mogelijk was als student. 

De drang om een actieve student te zijn lijkt me sterk vormgegeven door de tijdgeest die ons oplegt om niet alleen te excelleren binnen de studie die we volgen, maar ook op andere terreinen uit te blinken. Colleges volgen, maar ook werken aan een onderscheidend cv door bestuurservaring op te doen, een inhoudelijke bijbaan te nemen, op uitwisseling te gaan, vrijwilligerswerk te doen, noem maar op. De universiteit lijkt die ambitieuze plannen soms alleen maar in de weg te staan. 

Veelzeggend is dat studenten volgens Front aangeven dat colleges te lang duren, saai zijn of dat de docent de slides letterlijk opleest. Dat beeld ontroert me: de ambitieuze student die zijn beperkte tijd zo efficiënt mogelijk wil besteden en een docent die zich niets van dat tempo aantrekt. 

Het deed me denken aan het ‘zelf als ondernemer’, een term die in 1979 door de Franse filosoof Michel Foucault werd geïntroduceerd tijdens een reeks colleges die hij gaf aan Collège de France, gebundeld in het boek De geboorte van de biopolitiek.

Hij bedoelde daarmee dat de moderne mens, beïnvloed door het neoliberalisme, zijn bestaan op een nieuwe manier vormgaf: hij was druk bezig een bepaald kapitaal te verzamelen dat hem als individu zou verrijken, waarbij hij telkens in ervaringen moest investeren die hem een hoog rendement opleverden. Het werd steeds belangrijker om alles uit de tijd te halen, want hoe efficiënter hij daarmee omging, hoe meer hij ‘waard’ werd als professional. 

In dat licht kunnen we de ‘actieve’ student zien: hij ziet overal mogelijkheden om zijn ‘merk’ of cv te verbeteren. Een bestuursjaar is een goede investering. Een saai college heeft een wat minder hoog rendement. 

Al heeft Front daar wel een oplossing voor: colleges moeten ‘nuttiger’ worden. Bijvoorbeeld door van tevoren kennisclips te delen, een soort korte samenvattingen van de stof. Tijdens het college kan daar vervolgens dieper op worden ingegaan. De vraag is natuurlijk of studenten daar dan nog bij zijn, of dat ze hun tijd optimaler willen besteden. 

De colleges van Foucault werden overigens drukbezocht. In een poging de toeloop wat in te dammen, verplaatste hij zijn colleges van het einde van de middag naar negen uur ‘s ochtends, in de hoop dat studenten dan zouden slapen. Het had geen zin. De collegezaal bleef tjokvol. Daar was geen kennisclip of interactie voor nodig. Foucault stond daar gewoon wat te vertellen, de studenten luisterden.

Tom Grosfeld is journalist en alumnus van Tilburg University.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.