Omar Dweik: ‘Mijn rebelse kant is geworteld in Palestina’

Omar Dweik: ‘Mijn rebelse kant is geworteld in Palestina’

Als twintiger voelde Omar Dweik, zoon van een Palestijnse vader en een Nederlandse moeder, zich vaak een ‘buitenlander die zijn muil moet houden’. Maar sinds 7 oktober 2023 vragen landelijke media hem om het Palestijns-Israëlische conflict te duiden. Op de universiteit ligt het onderwerp nog gevoelig, merkt de promovendus. ‘De academische vrijheid om je over het conflict te uiten, wordt onderdrukt.’

Omar Dweik wil onderzoeken hoe activisten in Palestina en Israël leven. Beeld: Ton Toemen

Read this interview in English.

Het is herfst 2022 als Omar Dweik (30) in de luwte begint aan zijn promotieonderzoek naar de manier waarop Israëlische en Palestijnse jongerenactivisten algoritmes inzetten om hun berichten te verspreiden. Via anonieme accounts brengt hij gespreksonderwerpen, politieke overtuigingen en taalgebruik in kaart, op zoek naar de bouwstenen van hun denkwereld.

Soms stuit hij op een interessante discussie tussen beide groepen. Maar dan breken op 7 oktober 2023 gewapende aanhangers van de Palestijnse militante beweging Hamas door het grenshek tussen Gaza en Israël en vermoorden 1.200 Israëliërs.

Terwijl het geweld on the ground escaleert, worden platforms als Instagram en TikTok overspoeld door meningen. Dweik besluit zich te focussen op trending hashtags op X, vertelt hij, in een TL-verlichte studieruimte van de Tilburg School of Humanities and Digital Sciences.

Internationals in Tilburg

Chinees, Duits, Braziliaans: lange tijd zijn internationals uit alle hoeken van de wereld naar Nederland getrokken. De wetenschap houdt zich niet aan landsgrenzen en Dutch universities willen goed scoren op het academische wereldtoneel. Maar er kwamen wel heel veel internationals deze kant op: collegezalen en studentenhuizen zitten overvol en veel opleidingen worden alleen nog in het Engels gegeven.

Tijd voor een ommekeer, klinkt het nu. De politiek wil minder internationals en Engels aan universiteiten. Universiteiten maken plannen om de internationalisering terug te dringen. En zo gaat het steeds óver internationals. Maar wie zijn zij eigenlijk? En hoe zien zij hun toekomst voor zich? In deze rubriek gaat Univers in gesprek met internationale studenten en medewerkers van Tilburg University.

In de drie uur dat we praten masseert hij regelmatig zijn schouderspieren. ‘Gisteren heb ik de hele avond op de bank gelegen met nek- en hoofdpijn, omdat ik verstijf door alle gruwelijke beelden. Mijn stressniveau ligt constant hoog.’

Wat valt je op aan het online discours?

‘Enorme polarisatie. Op sociale media is het Palestina-Israël conflict een voetbalwedstrijd. Alles wat mijn team doet is goed en alles wat hun team doet is slecht. De discussie is volledig weggevallen, want termen als kindermoordenaar of terroristenknuffelaar roepen meer engagement op dan een genuanceerd gesprek.

‘Dat heeft real life consequences. De doden in Gaza en in Israël zijn direct te linken aan de verharding in de publieke opinie. Beide kanten verheerlijken geweld jegens burgers. Dat maakt een pleidooi voor een staakt het vuren moeilijker dan ooit.’

‘Een van de meest opvallende trends vond ik de like retweet-post. ‘If you’re pro-Israël, retweet’ of ‘If you’re pro-Palestine press like’. Dat iemand te midden van deze tragedie likes en retweets verzamelt vind ik het dieptepunt van menselijkheid. Dat je gaat polariseren, voor de holle overwinning van een dopamineschok van een paar seconden.’

Wat heb je tot nu toe ontdekt?

‘Een van de uitkomsten van mijn onderzoek is dat mensen online inspelen op wat ze denken dat het goed doet in algoritmes, wat hoogleraar mediastudies Taina Bucher aanduidt als algorithmic imaginary. Maar wat ze online posten komt niet altijd overeen met wat ze offline zeggen.

‘Hananya Naftali is bijvoorbeeld een belangrijke Israëlische activist, die de hele dag propagandistische populistische berichten de wereld in stuurt. Maar ik weet van zijn oude profielen dat hij vroeger een stuk gematigder en genuanceerder was. Dus in hoeverre doet hij dit alleen om geld te verdienen? Er zijn best wat politieke influencers die dat doen als beroep, en niet vanuit ideologisch activisme.’

Betekent dat inzicht dat je ervoor pleit om weg te blijven van sociale media, ten gunste van traditionele nieuwsmedia?

‘Ik denk juist dat de ‘mainstream media’ richting de sociale media bewegen en polariseren, omdat ze concurreren met sociale media als platform waar mensen hun informatie halen. De grote mediaplatforms zijn afgestapt van het droge rapporteren. Platforms als Al Jazeera en The Times of Israël brengen compleet verschillende invalshoeken op de situatie, waardoor je als lezer niet weet wat klopt of niet.

‘Op weg naar school controleerden soldaten onze papieren’

‘Dan voer je als medium meer actie dan dat je nieuws brengt. Ik heb er niet zo’n probleem mee als een analyse verschilt, maar als berichtgeving zo fundamenteel anders is dat je niet eens twee kranten inhoudelijk met elkaar kunt vergelijken, denk ik dat ‘traditionele media’ te veel bezig zijn met de effecten van de berichtgeving en te weinig met hun journalistieke taak.

‘Dat zie je in de VS met MSNBC News en Fox News, die zo’n grote spin geven aan de situatie dat het politieke argumenten worden, verpakt als nieuws. Dat wil ik verder uitdiepen in mijn onderzoek: wat doet online activisme van beide kampen met de beeldvorming over het conflict hier in het Westen?’

Hoe ga je je onderzoek verder vormgeven?

‘In juni hoop ik veldonderzoek te doen in Palestina en Israël om te zien hoe activisten dagelijks leven. Zijn het veertigers die in de kelder van hun ouderlijk huis wonen of zijn het welbespraakte jongeren? Ik wil onderdeel worden van het leven van beide groepen.

‘Het liefst wil ik dat ze helemaal leeglopen, vooral over hun fantasie voor de toekomst. Iedereen heeft een visie over hoe het conflict opgelost zou moeten worden, maar hoe komen ze daartoe?’

Voor Omar Dweik vormt het conflict tussen Palestijnen en Israëliërs het decor van zijn jeugd.

Hij wordt geboren in Frankrijk, waar zijn Nederlandse moeder geschiedenis studeert, en zijn Palestijnse vader neurochirurgie. Na een jaar vertrekt het gezin naar Al-Ram, tegenwoordig een voorstad van Jeruzalem, maar in die tijd nog ‘een gehucht van een paar huizen die op een heuvel waren gedumpt,’ vertelt Dweik. ‘Mijn vader wilde terug, al zijn familie en vrienden woonden daar. Het was net na de Oslo-akkoorden, er heerst optimisme tussen Palestijnen en Israëliërs.’

Wat zag je als kind van de verhouding tussen Israëliërs en Palestijnen?

‘In Jeruzalem heerste keiharde segregatie. Wij waren wat meer geïntegreerd, mijn Palestijnse oom werkte als pedagoog voor een Israëlische scholengroep. Maar het gros van de bevolking zag de andere kant niet. Ons werd als kinderen verteld: je moet niet naar de Joodse kanten van de stad gaan, dat is gevaarlijk. Op weg naar school moesten we door een checkpoint heen waar soldaten onze papieren controleerden, dat maakte veel indruk.

‘Er was een giga verschil tussen de twee kanten, en dat is er nu nog steeds. De Palestijns-Arabische kant is vrij traditioneel, met soeks. Aan de Israëlische kant zie je meer pracht en praal en westerse warenhuizen. De Israëlische kant is veel rijker dan de Arabische kant, terwijl de hele stad onder beheer van Israël staat. Dus de segregatie bestaat niet alleen in religieuze zin, en op sociaal en cultureel vlak, maar blijkt ook uit investeringen van de overheid.’

In 2002 begon de Tweede Palestijnse opstand. Je was toen acht. Wat herinner je je van die tijd?

‘Er waren verkiezingen in Israël. Als politieke stunt liep de rechtse kandidaat van dezelfde partij als Benjamin Netanyahu met soldaten over de Tempelberg, naar de Al-Aqsamoskee. Voor de Palestijnen was dat een totale provocatie. Zij vonden: dit is ons grondgebied, deze stad is niet van jullie!

‘Die dag was ik bij het verjaardagsfeest van mijn broer. De rellen braken zo snel uit dat we halsoverkop naar huis moesten. Vanaf dat moment was het geweld overal. Ik zag tanks door de straat rijden. Mijn vader wilde blijven, maar mijn moeder wilde weg. Er was een avondklok, de scholen waren grotendeels gesloten.

‘Mijn broer en ik zaten vaak uren te spelen bij mijn vader in het ziekenhuis, of bij mijn moeder op de ambassade.’ Dweik lacht: ‘Laatst hoorde ik toevallig dat de schildpadden die we daar stiekem hadden losgelaten, zich naderhand en masse hadden vermenigvuldigd.’

Wat wist je van Nederland voor je hier kwam?

‘We kenden Nederland al van de bezoeken aan mijn grootouders. Dat was leuk, we leerden fietsen en schaatsen. De verhuizing was geen grote schok. We werden hartverwarmend ontvangen. Ouders op school namen ons mee naar de bibliotheek, we werden uitgenodigd bij klasgenoten.

‘Voor mij was dat de kern van de Nederlandse samenleving: het omarmen van een gezin en zo de integratie mogelijk maken. Ik vind het heel jammer dat de stemming in Nederland sinds de Syrische vluchtelingencrisis in 2015 is omgeslagen.’

Moest je aan dingen wennen?

‘In Palestina is een kinderleven niet zo ingeperkt als hier. Met mijn Nederlandse neven en nichten deden we bordspellen, het was rustig en braaf. In Palestina was ik meestal buiten aan het rondkloten met vrienden, op een soort dump van witgoed en fantastische rommel. Een walhalla voor een kind. In Palestina is er amper buitenschoolse opvang, en er is minder ouderlijk toezicht.

‘Je moet mensen ervan overtuigen dat er een alternatief bestaat. Dat doe je niet door een hele bevolking te straffen’

‘Als je iets deed wat niet door de beugel kon, was er altijd een tante of een buurman die je kwam corrigeren. In de Arabische cultuur gaat het er ruwer aan toe dan hier. Ik weet nog dat we net in Nederland waren en naar de buitenschoolse opvang gingen. Mijn broer en ik waren vrij wild, we waren vaak aan het duwen en trekken. Zij vonden dat gestoei een risico. Ik heb een keer per ongeluk de tand van mijn broer gebroken omdat ik een steen naar hem gooide.’

In Belfast behaalde je cum laude je master internationale betrekkingen, maar van die studiedrift was in je tienertijd nog geen sprake begreep ik.

‘Ik was een afschuwelijk slechte middelbare schoolstudent. Ik ben twee keer blijven zitten, en ben één keer bijna van school getrapt. Mijn rebelse kant is geworteld in Palestina. Je wordt daar omringd door verhalen over verzet en opstaan tegen de macht. Op elke muur staat graffiti.

‘Net als veel Palestijnen had ik een sterk gevoel voor rechtvaardigheid, maar bij mij ging dat ook nog eens gepaard met een ongezonde luiheid en kritiek op het schoolsysteem – de gouden trojka om in de problemen te komen. Ik luisterde veel naar punk, bands als Bad Religion, Anti-Flag, Zebrahead. Die muziek had veel energie en rebelse teksten.

‘Vooral het nummer Prayer of the Refugee van Rise Against vond ik goed, omdat het een groot probleem binnen de Amerikaanse cultuur beschreef, waarin de sterkeren de zwakkeren verpletteren. Zij gaven een kritisch maar hoopvol tegengeluid.’

In zijn eindexamenjaar kanaliseert Dweik zijn kritische grondhouding in de medezeggenschapsraad. Aan de Haagse Hogeschool gaat hij internationaal recht studeren. ‘Dat viel voor mij in hetzelfde straatje.’ Zijn bachelorscriptie behandelt de definitie van terrorisme, met Hamas als voorbeeld.

‘Het is een analyse vanaf het moment dat ze Gaza in 2007 overnamen. In 2014, toen ik aan die scriptie begon, was al duidelijk dat het conflict ooit zou ontploffen. Doordat de Israëliërs de Gazastrook zo hebben willen controleren is er een explosieve situatie ontstaan. Dat is de veiligheidsparadox: te veel veiligheid leidt tot een gebrek aan veiligheid.

‘Wil je Hamas demilitariseren, dan moet je mensen ervan overtuigen dat er een beter alternatief bestaat dan Hamas. Dat doe je niet door een hele bevolking te straffen voor de acties van een militante beweging die aan de macht kwam voordat 50% van de Gazanen was geboren.’

Je groeide op aan de Arabische kant van Jeruzalem, maar later kreeg je ook Israëlische vrienden.

‘In 2014, ik was toen twintig, moest ik terug naar Jeruzalem, om mijn identiteitskaart te vervangen. Joden die in Manhattan zijn opgegroeid krijgen hun verblijfsvergunning met de post opgestuurd. Voor Palestijnen gelden andere regels. Ik moest een half jaar in Jeruzalem wonen om aan te tonen dat ik daar contacten heb en belasting betaal.

Omar Dweik is gevormd door zijn jeugd in Palestina. Beeld: Ton Toemen

‘In feite moest ik bewijzen dat ik een Palestijn ben, aan een overheid die ik zie als onrechtmatig bezetter van mijn grondgebied. Dat raakt je diep als je, zoals ik, opgegroeid bent in die regio en het bestaansrecht van Israël erkent. Vanaf dat moment raakte ik geïnteresseerd in de Israëlische houding ten opzichte van het conflict. Ik wilde weten: waarom willen ze ons weg hebben?’

Kwam je daarachter?

‘Nouja, het ligt genuanceerd. Een groot deel van de Israëlische bevolking is totaal onwetend van hoe benauwend de maatregelen zijn voor de Palestijnse samenleving. Israëliërs geloven oprecht dat het noodzakelijk is voor hun veiligheid. Dat inzicht maakte dat ik het minder zag als een persoonlijke aanval.’

In 2015 zei je in de Volkskant: ‘Alleen als we samenwerken en ik niet steeds mijn muil moet houden omdat ik zogenaamd niet van hier ben, maar als gelijke burger word gezien, kunnen we krachten bundelen en een oplossing vinden voor het geweld.’

‘Dat was net na de aanslag op het satirische tijdschrift Charlie Hebdo. Ik publiceerde een artikel in One World Magazine, en betoogde dat er in Nederland wel degelijk diepgaande discriminatie bestond jegens Arabieren. Een karikatuur maken van de profeet Mohammed is een overduidelijke schending van vrijheid van religie, teneinde je eigen recht op vrijheid van meningsuiting te maximaliseren.

‘Maar zo’n karikatuur is een vorm van extremisme waar wij in de westerse samenleving kennelijk mee kunnen leven. Ik kreeg de wind van voren van Nederlanders in mijn omgeving en in op sociale media: ‘Je moet je muil houden, jij bent niet van hier.’ Terwijl ik in Nederland ben opgeleid, belasting betaal en meedoe op de arbeidsmarkt. Maar alsnog was het: jij bent een allochtoon die van buiten kritiek levert. Alsof ik de Nederlandse samenleving wil islamiseren.’

Je hoort er nooit helemaal bij?

‘Precies. De ondertoon is: als jij het niet met mij eens bent zul je altijd de allochtoon blijven. Dan kun je heel boos worden, als je alle moeite hebt gedaan om te integreren en Nederlands te spreken. Ik had laatst een discussie met een Nederlander die zei: ‘Wij discrimineren niet in Nederland. Ik heb dat nog nooit meegemaakt.’

‘Precies, want jij hebt blond haar en blauwe ogen. De belevingswereld van allochtonen in Nederland is totaal onbekend voor de Nederlander. Beide partijen graven zich in en weten steeds minder van elkaar. Diep van binnen wil 99% van de mensen hetzelfde: je kinderen zien opgroeien en een stabiele baan hebben.

‘Maar als iemand religieus of allochtoon is, wordt dat gezien als de essentie van die persoon. Terwijl een samenleving niet functioneert omdat we het allemaal met elkaar eens zijn, maar omdat we naast die verschillen raakvlakken proberen te vinden.’

Wat is eigenlijk het voordeel van twee identiteiten hebben?

‘Ik ben viertalig opgevoed. Met mijn vader sprak ik Frans tot ik een jaar of acht was en daarna Arabisch, met mijn moeder spreek ik Nederlands. We zaten op een tweetalige school waar we les kregen in het Arabisch en het Engels. Mijn achtergrond maakt me cultuurgevoeliger. Met mijn familie in Jeruzalem ben ik diplomatieker dan met mijn Nederlandse familie.

‘Ik ben opgevoed als moslim, maar ik ben nooit praktiserend geweest. Ik ben best een harde atheïst. Als mijn familie vraagt of ik mee ga bidden, zeg ik: ‘Nee, vandaag niet.’ Zij snappen die hint heel goed. Er is een wederzijds respect: ik ga er niet tegen in, en zij proberen mij niet over te halen.’

Heb je weleens heimwee naar Jeruzalem?

‘Ik voel een diepe connectie met de stad. Ik zeg altijd tegen mijn vriendin: zodra er een vredesakkoord is pak ik mijn koffers en ga ik daar wonen. Het is een veel warmere cultuur. Als je wordt uitgenodigd voor het eten krijg je een vijftiengangenmenu met baklava toe. Mensen sneller zijn geneigd elkaar te helpen.

‘Van de culturele aspecten van het moslim zijn kunnen we in het westen veel leren, denk ik. Solidariteit met je medemens, naastenliefde, voor elkaar zorgen. Ik ben bijvoorbeeld ooit mijn ouders kwijtgeraakt in de binnenstad van Jeruzalem. Dat is één grote soek vol marktjes, volgepropt met mensen. Een labyrint van straatjes.

‘Als het conflict eenmaal in je zit, zal het je nooit loslaten’

‘In die periode begon de spanning op te lopen tussen Palestijnen en Israëli’s. Kidnappings kwamen regelmatig voor. Ik wist dat mijn ouders me nooit zouden vinden. Ik liep naar de grote poort buiten de oude stad en ging op een trap zitten. Een schoenverkoper herkende mij en vroeg hoe ik heette.

‘In de Palestijnse cultuur erf je de naam van je vader als tweede naam en die van je grootvader als derde naam. Dus ik zei: ‘Ik ben Omar Aref Subhi Dweik.’ Subhi Dweik, dacht hij, die ken ik. Hij belde mijn opa en die kwam me meteen halen.’

Heeft je jeugd in Palestina veel impact gehad op je levenskeuzes?

‘Zeker, ik vraag me af of ik het hetzelfde zou doen als ik nu doe, als ik geen Palestijn was geweest. Als het conflict eenmaal in je zit, zal het je nooit loslaten. Het zal je blijven raken.’

Hoe makkelijk is het vervolgens om objectief te blijven?

‘Ik denk dat ik juist door mijn achtergrond een genuanceerdere blik heb. Omdat ik mensen ken die gevangenzitten bij beide kanten, voel ik empathie voor beide groepen.

‘Ik probeer wel emotioneel afstand te houden, door te beschrijven wat er gebeurt, en te analyseren hoe we in die situatie terecht zijn gekomen. Ik wil de kennis van beide kanten gebruiken om te kijken hoe we in godsnaam vooruit kunnen komen.’

In de dagen na de aanslag van Hamas stond je Radio 1 en Nieuwsuur te woord als ‘Midden-Oosten-expert’. Er werd je zelfs gevraagd wanneer de oorlog zou eindigen, alsof je een glazen bol bezit. Voel je als wetenschapper enig ongemak over die rol?

‘Nee, want als wetenschapper pretendeer je nooit de absolute waarheid in pacht te hebben. Meestal zeg ik het meteen als ik aan het speculeren ben. Juist bij zo’n gevoelig onderwerp dat de hele samenleving raakt, heb je wetenschappers nodig die een stap naar achter kunnen zetten en ontwikkelingen beschrijven, met empathie voor beide zijden. Daarom waak ik ervoor dat ik een standpunt inneem of toetreed tot groepen activisten.’

Het anononieme Palestine Solidarity Tilburg riep onlangs op tot een boycot van samenwerking met Israëlische universiteiten. Daar zit jij niet bij?

‘Ik ben daar geen onderdeel van.’

Vind je zo’n een boycot een goed idee?

‘Daar ga ik niet on the record op antwoorden, want voor mijn situatie is dat niet voordelig.’

Ik zie dat je zenuwachtig begint te trillen.

‘Nee hoor, ik heb een restless leg.’

Geloven mensen bij de universiteit ook in je objectiviteit, of merk je dat er sinds 7 oktober anders naar je wordt gekeken?

‘Ik denk dat ik voorheen meer als activistisch of mogelijk pro-Palestina werd gezien. Ik moest oppassen met wat ik zei. Het was: je komt daar vandaan, dus je zal wel een getinte mening hebben. Dat is hetzelfde als zeggen dat elke Nederlander in het buitenland de mening van Rutte zal verkondigen.

‘Ik denk dat die schaduw een beetje weg is gevallen door mijn mediaoptredens. Dat is een verademing, dat ik me bezig kan houden met het conflict, zonder dat mijn analyse in twijfel wordt getrokken door mijn achtergrond.

‘Je moet even kritisch zijn op Israël als op Palestina. Wat een flauwekul’

Discriminatie of racisme kom ik niet vaak tegen, waarschijnlijk omdat veel mensen mij inmiddels zien als Nederlander. Maar in mijn werk zijn de laatste tijd dubieuze dingen gaande. Wij wilden een groep opzetten die slechts één van de twee landen in de naam had en dat mocht niet. Ik zeg het heel diplomatiek.’

Wie zijn ‘wij’?

‘Mensen van Cultuurwetenschappen, Rechten en Bestuurskunde. Het was totaal onschuldig. Het was geen actiegroep, het was geen standpunt innemen, het idee was om van verschillende disciplines te horen hoe zij naar dit conflict kijken, wat onze kerntaak als onderzoekers is. Maar dat mochten we niet onder de aandacht brengen.

‘Dat we ons richtten op één van de twee groeperingen, en de andere groepering daar niet bij betrokken, was genoeg om dat niet te durven promoten. Dan merk je hoe geïnstitutionaliseerd het idee is dat het een evenredig debat moet zijn, waarbij je even kritisch moet zijn op Israël als op Palestina. Wat een flauwekul.’

Maar die debatgroep richtte zich dus op Palestijnen?

‘Dat zijn jouw woorden en niet de mijne.’

Wat gebeurde er precies?

‘We mochten het niet aankondigen, de flyers die we hadden opgehangen zijn weggehaald door de universiteit.’

Door wie van de universiteit?

‘Dat weet ik niet, maar de volgende dag waren ze weg. Vervolgens vroegen we of we via faculteitskanalen mensen mochten uitnodigen, dat hebben ze geweigerd. Het advies was: deel maar flyers uit op de campus. De academische vrijheid om over het conflict te publiceren, wordt onderdrukt. Overduidelijk wil de universiteit dat niet hebben.’

Wat zou de universiteit kunnen doen om de kennis over Israël en Palestina te vergroten?

‘Palestina en Israël van elkaar loskoppelen, in plaats van beide landen te zien als een onderwerp wat we alleen in verhouding tot elkaar kunnen bespreken, omdat je anders niet objectief zou zijn. Dat reduceert de Palestijnen en Israëliërs tot actoren in een conflict, in plaats van twee aparte culturen met een rijke achtergrond.

‘Als ik alleen maar Israëlische literatuur wil analyseren, waarom moet dat per se binnen de context van het conflict? Als ik de cultuurhistorische betekenis van de Palestijnensjaal wil onderzoeken, waarom zou ik me dan moeten focussen op militanten die zo’n ding dragen?

‘Als onderzoeker gaat het mij ook om het leven van mensen, hun achtergrond, hun hoop voor de toekomst, de muziek die ze emotioneert. Dat wil ik niet alleen analyseren in verhouding tot wat het is om bezet te worden of om de bezetter te zijn. Uiteindelijk draait het om de vraag: wat betekent het om mens te zijn?’

Over Omar Dweik (1993, Tours, Frankrijk)

2013 – 2017 internationaal recht, Haagse Hogeschool
2015 – 2018 bestuurslid Grote Midden Oosten Platform
2019 – 2021 propedeuse Internationale betrekkingen, IRIS sup’, Parijs
2020 – 2021 master politicologie, Queen’s University Belfast
2022 – heden PhD Tilburg School of Humanities and Digital Sciences

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.