Houd de lijnen open, blijf praten en steun de collega’s in Israël
In een democratie moet je met elkaar blijven praten, schrijft arabist Jan Jaap de Ruiter. Ook in het Palestijns-Israëlische conflict. ‘Wie weigert te praten geeft een machtspositie op, hoe klein ook.’
Filosoof Bas Heijne gaf in zijn Staat van Nederland. Een pleidooi (2017) aan dat het in onze samenleving meer en meer aan een gemeenschappelijk midden ontbreekt waar mensen en dus allerlei meningen kunnen samenkomen. De samenleving is eigenlijk geen samenleving meer.
Mensen klonteren vast binnen hun eigen bubbels en wentelen zich in hun eigen gelijk. Het internet dat als oorspronkelijke bedoeling had dat het mensen bij elkaar bracht heeft als steeds groter nadelig effect dat het ook mensen scheidt. De bubbels zijn ook virtueel geworden.
Het spel van de democratie
Deze ontwikkeling is met name een gevaar voor democratieën. Die bestaan immers bij de gratie van een gemeenschappelijk ervaren urgentie over alle mogelijke onderwerpen en kwesties met elkaar te spreken en een oplossing te vinden, vaak een compromis. De democratie is ook de plek waar je je eigen gelijk verbeidt.
Immers, als je in het parlement deel uitmaakt van de oppositie, en als je dus geen directe politieke macht hebt, dan moet je wachten tot het jouw beurt is, bijvoorbeeld tot je de verkiezingen wint. Als iedereen dit spel meespeelt, en dat gebeurt vaak op het scherpst van de snede, dan functioneert de democratie prima.
Het gevaar binnen diezelfde democratie
Tegelijkertijd zegt de Franse filosoof Claude Lefort dat dat spel om die lege centrale plek in de democratie gruwelijk mis kan lopen als er partijen zijn die zeggen zich te conformeren aan de democratie maar die, eenmaal aan de macht, diezelfde democratie de nek omdraaien en hem veranderen in een autocratie, of zelfs dictatuur.
De overname van de staatsmacht door Hitler’s NSDAP is een voorbeeld van dat laatste en wat er vandaag in het Hongarije van Viktor Orbán gebeurt een voorbeeld van dat eerste. Het Israël van vandaag de dag begeeft zich ook steeds griezeliger dichter bij een autocratie, en misschien wel een religieuze autocratie.
Wat hebben al deze overwegingen te maken met de vraag of Tilburg University over moet gaan tot een boycot van Israëlische academische instellingen? Wel, alles. Wat boven in het groot geschetst werd past in Tilburg in het klein.
Universitaire dialoog voorbij
Tineke Bennema stelt in een opiniestuk in Univers dat de tijd van (universitaire) dialoog voorbij is. Met meer dan 75 jaar na de stichting van de staat Israël, en na vele jaren van bezetting van de Westbank, het uitoefenen van een apartheidspolitiek, het geweld in Gaza, is er nog geen spoor van een oplossing voor het Palestijns-Israëlische conflict.
Hamas heeft haar allerwreedste gezicht laten zien en Israël reageert met ijzeren vuist. Praten helpt niet meer en daarom moeten wij als academische instellingen ook stoppen met praten, aldus Bennema.
Aangifte politie
In een interview met actualiteitenprogramma EenVandaag gaf ik argumenten aan om niet over te gaan tot een academische boycot van Israël, om te blijven praten. Wie weigert te praten geeft een machtspositie op, hoe klein ook. Dat interview is mijn studenten niet onopgemerkt gebleven en ik ontving een mail van een student dienaangaande die ook nog eens stelde mede namens een aantal andere studenten van mij te spreken en ‘in contact met Palestine Solidarity Tilburg te staan’.
Maar de student was niet uit op een gesprek. Integendeel. De student stelde dat als ik mijn uitspraken niet introk, hij zich genoodzaakt voelde een klacht tegen mij in te dienen bij Tilburg University en mij aan te geven bij de politie ‘wegens medeplichtigheid aan het goedpraten van oorlogsmisdaden’.
Het dreigement maakte weinig indruk op me, te meer daar er geen student bekend was in de universitaire studentenadministratie onder die naam.
Praten met de ‘Rafah Liberated Zone’
Daarna heb ik me gewend tot de demonstrerende studenten in hun tentenkamp dat ze de ‘Rafah Liberated Zone’ noemen, met het voorstel een debat(je) met hen te organiseren, bijvoorbeeld over het thema ‘de wetenschapper in het publieke debat’, iets waar ik veel ervaring mee heb en waarin ik ook nog wel eens een faux pas heb gemaakt. De studenten wezen het tot mijn leedwezen af.
De democratie van de ‘Rafah Liberated Zone’
De demonstranten in het kampje, en dat hebben ze gemeen met demonstranten overal ter wereld, hebben eisen aan het College van Bestuur en ze stellen niet te zullen rusten tot hun eisen zijn ingewilligd. Bij niet-inwilliging hebben ze escalatie-plannen klaar. Het komt me bedreigend over.
Hebben ze in de colleges dan niet geleerd hoe dat werkt in een democratie? Een democratie is niet van eisen, maar van vechten voor je ideeën, proberen meerderheden te verkrijgen en dan je ideeën waarmaken.
Laten de studenten niet oproepen tot walk-outs of demonstraties of town hall meetings, maar laten ze een opiniepeiling, een referendum houden onder alle studenten van de universiteit en met dat mandaat naar het College gaan. Dat zou hun positie, bij winst, aanzienlijk versterken.
Dat geldt ook voor mijn collega’s. Rechtsgeleerde collega’s Bot en Paiement stellen in een schrijven dat ‘docenten, onderzoekers en medewerkers van Tilburg University onze volledige steun willen betuigen aan de demonstrerende studenten’. Wel, dat was niet namens mij en ik las later dat slechts 76 collega’s de brief hadden ondertekend. Ook zij hadden beter een referendum onder de duizenden collega’s kunnen organiseren; met een goede uitslag had hun pleidooi veel meer effect gehad.
Houd de kanalen open en wees niet bang
Mijn oproep hier is zoals ik al eerder deed: houd de communicatiekanalen altijd tussen alle partijen open; neem de democratische regels in acht; bezin je eer je beweert namens ‘de anderen’ te spreken; wees niet bang de verbale confrontatie aan te gaan. En steun met de ter beschikking staande academische middelen, die collega’s in Israël die ons meer dan ooit nodig hebben om te voorkomen dat ze wegzinken de afgrond in.
Jan Jaap de Ruiter is als arabist verbonden aan Tilburg University.