Eigen belang eerst? ‘Als EU-partijen het nationale belang vooropstellen gaat samenwerking moeilijk worden’
In heel Europa hielden gematigde politici en media hun adem in. De verkiezingen zouden de verhoudingen in het Europees Parlement flink op zijn kop gaan zetten. Nu de stemmen zijn geteld ziet politiek socioloog Take Sipma vooral een normalisatie van radicaal-rechts. ‘Middenpartijen en links kunnen niet opgelucht ademhalen.’

Radicaal rechts wint behoorlijk, maar vormt nu zeker niet de grootste fractie. Wat de verkiezingsuitslag betekent voor de verhoudingen in het Europees Parlement, en uiteindelijk voor het beleid van de EU, is nog afwachten. Univers vroeg onderzoeker Take Sipma naar een eerste indruk op de uitslag van de Europese verkiezingen.
Sipma werkt als postdoctoraal onderzoeker bij de afdeling Public Law & Governance van de Tilburg Law School. Hij bestudeert de houding van burgers ten opzichte van democratie en democratische innovatie, en is gepromoveerd op radicaal rechts stemgedrag.
Vooraf was een grote ‘ruk naar rechts’ voorspeld, maar de winst van radicaal rechts is minder groot dan verwacht. Hoe moeten we de resultaten van deze verkiezingen uitleggen?
‘Deze uitslag laat geen enorme ‘ruk naar rechts’ zien zoals die voorspeld werd in sommige media. Aan de andere kant is het ook niet zo dat de middenpartijen en de partijen aan de linkerkant opgelucht kunnen ademhalen. Het beeld dat er nu naar voren komt is genuanceerder.
‘Opvallend is dat radicaal rechts al jaren aan een geleidelijke opmars bezig is. Ze weten hun electorale positie te consolideren en zelfs stukje voor stukje uit te breiden. Ze hebben in meer landen voet aan de grond gekregen en ze hebben in een paar grote landen als Frankrijk en Duitsland winst geboekt.
‘Je kan het niet zomaar een ruk naar rechts noemen, want het gebeurt niet plotseling. Er is juist sprake van een gestage groei en ook van een ‘normalisatie’ van radicaal-rechts, die zich nu ook in het Europees Parlement aftekent.’
Wat zegt deze uitslag over het stemgedrag in landen als Nederland, Italië of Frankrijk?
‘Je moet een kanttekening plaatsen bij deze uitslag. De opkomst van de kiezers is veel lager dan bij nationale verkiezingen en dat geeft dus een ander beeld. In Nederland hebben met name de pro-Europese partijen hun achterban weten te mobiliseren.
‘Zo kun je zien dat GroenLinks-PvdA de grootste partij is geworden, maar dat betekent niet dat ze dat ook worden als er vandaag Tweede Kamerverkiezingen zouden worden gehouden.’
Krijgen we nu een rechtser geluid te horen vanuit Europa, of krijgen de verschillende rechts-radicale partijen de neuzen niet dezelfde kant op?
‘Er is nog versplintering binnen radicaal rechts in Europa, maar ten opzichte van tien jaar geleden is de samenwerking tussen de partijen al veel meer geprofessionaliseerd, waardoor ze inmiddels een sterker blok kunnen vormen. En dus worden ze een machtsfactor waar de andere partijen op zullen moeten reageren. De vraag is hoe die partijen dat gaan doen.

‘Er zijn partijen nog niet aangesloten bij een Europese fractie. Die zijn nieuw verkozen of zijn als onafhankelijk lid onderdeel van het Europees Parlement. De grote vraag is waar deze partijen aansluiting bij zoeken, en met welke fracties ze mee mogen doen.
‘De radicaal-rechtse partijen die verenigd zijn in Identiteit en Democratie (ID), waaronder de partij van Marine Le Pen in Frankrijk en Wilders in Nederland, willen bijvoorbeeld niet samenwerken met het Duitse AfD, vanwege recente uitspraken van hun (voormalig, red.) leider Maximilian Krah over de SS.
‘Dus dat wordt de grote vraag: hoe omvangrijk wordt de slagkracht van de radicale rechtse partijen? Die slagkracht wordt mede bepaald door de onderlinge samenwerking.’
Kan radicaal-rechts wel samenwerken in het Europese parlement als ze steeds voor hun eigen nationale belangen gaan? Wilders kan toch niet bij Le Pen en Meloni gaan vragen om minder asielzoekers? Ze zien hem al aankomen.
‘Deze partijen kunnen er natuurlijk wel op Europees niveau voor proberen te zorgen dat Brussel minder te zeggen krijgt over een aantal zaken. Zo kunnen ze proberen om de nationale overheden weer meer invloed en meer bevoegdheden te geven op bepaalde dossiers.
‘Maar aan de andere kant: als je een nationaal beleid wil voeren op bijvoorbeeld migratie en klimaat, dan heb je Europa toch heel hard nodig om nieuw beleid te maken. En als bepaalde partijen steeds het eigen nationale belang vooropstellen, dan gaat die samenwerking moeilijker worden.’