Michał Klincewicz: ‘Internationals komen niet alleen naar Nederland om geld te verdienen’
Van New York via Berlijn naar Krakau en uiteindelijk Brabant. Michał Klincewicz, verbonden aan de faculteit geesteswetenschappen, is een wereldburger. Hoe kijkt hij naar het internationaliseringsdebat en de politieke verschuivingen? ‘In Nederland zie ik de gemoederen niet zo hoog oplopen.’
De Amerikaanse Michał Klincewicz, universitair docent aan het departement Cognitive Science and Artificial Intelligence, verliet het communistische Polen toen hij nog maar twaalf jaar oud was. Samen met zijn ouders bouwde hij een nieuw bestaan op in North Jersey in de Verenigde Staten.
Toen datzelfde land op 11 september 2001 in het hart geraakt werd, studeerde Klincewicz in New York en woonde hij in Lower Manhattan. Na de aanslagen besloot hij Amerikaans staatburger te worden. ‘Het gesprek van de dag ging alleen nog maar over de invasie van Afghanistan en Irak.’
Jaren later stemde hij hoopvol op Barack Obama, die tevergeefs beloofde een eind te maken aan alle oorlogsvoering, en moest hij toezien hoe daarna Donald Trump aan de macht kwam. ‘Vanaf dat moment wist ik het zeker: ik ga zo snel mogelijk naar het buitenland.’ Via universiteiten in Berlijn en Krakau kwam hij uiteindelijk terecht bij Tilburg University.
Wat vind jij van het internationaliseringsdebat in Nederland?
‘De manier waarop het gesprek over internationalisering soms wordt geframed, is zeer schadelijk. Enerzijds zijn er mensen die zich zorgen maken over hun eigen identiteit en in het debat geframed worden als ‘de slechteriken’. Dat is naar mijn mening onterecht.
‘Deze mensen maken zich zorgen omdat zij het gevoel hebben dat hun identiteit wordt bedreigd door de komst van buitenlanders: ze vragen zich af wat het betekent om Brabander, Nederlander of zelfs Europeaan te zijn. Ik vind dat er naar hen moet worden geluisterd.
‘Internationals komen ook naar Nederland omdat het een fijn land is’
‘Anderzijds heb je een groep mensen die de komst van immigranten, vluchtelingen en expats verdedigt op een manier die mij niet aanspreekt. Ze maken van deze mensen een soort ‘huurlingen’ die alleen maar naar Nederland komen om te werken.
‘Ook dat is onterecht. Internationals komen echt niet alleen naar Nederland om geld te verdienen, maar ook omdat het een fijn land is, de instellingen goed functioneren en zij deel willen uitmaken van de samenleving.’
In het debat wordt ook vaak het argument aangehaald dat migratie de druk op de woningmarkt verhoogt. Dit leidt tot weerstand tegen de komst van migranten. Zie jij die problemen ook?
‘Als er echt een verband bestaat tussen de toestroom van internationale studenten en werknemers en de huisvestigingscrisis dan moet het worden aangepakt. Toch zijn er redenen om je af te vragen of dat het geval is. Nederland heeft een opvallende geschiedenis als het gaan om huisvestigingsproblemen: het is geen ‘nieuw’ probleem.
‘Ook zijn er gegevens bekend over het aantal internationale studenten en werknemers. We kunnen op een hele ‘zakelijke’ manier naar deze cijfers kijken. Zo is het aantal internationale studenten écht niet zo groot. Het aantal Nederlandse studenten is veruit in de meerderheid.’
Veel migranten maken zich zorgen over een toenemend anti-migrantensentiment. Maak jij je ook zorgen?
‘Zelf woon ik in Eindhoven. Bijna iedereen in mijn buurt komt oorspronkelijk niet uit Nederland. Veel van hen werken bij ASML en zijn talentvolle wiskundigen of deskundigen op het gebied van AI. Als migrant in Nederland heb ik zelf gelukkig geen fysiek geweld ervaren of gezien. Ik voel me hier niet onbeschermd. Ik heb het idee dat mijn buurtgenoten – waarvan hun wortels in Noord-Afrika, Turkije, India en Pakistan liggen – zich ook niet onveilig voelen.
‘Toen ik nog in New York woonde, was dat anders. Daar sloegen extreemrechtse racisten mensen in elkaar en na de aanslagen van 11 september 2001 werden multiculturele winkels met graffiti bespoten. Ook in Berlijn zag ik van dichtbij hoe extreemrechtse demonstranten van zich lieten horen. Dat was in de periode waarin de toenmalige Duitse bondskanselier Angela Merkel – tijdens het hoogtepunt van de Europese vluchtelingencrisis – de beroemde slagzin ‘Wir schaffen das’ uitsprak.
‘Je voelt in Nederland de aanwezigheid van een functionerende rechtsstaat’
‘De Duitse politie werd ingezet om de extreemrechtse demonstranten, die protesteerden tegen de komst van vluchtelingen, te beschermen. Tegendemonstranten gooiden spullen naar hen en hoewel er niemand in elkaar werd geslagen, raakten er wel mensen gewond. Dat zegt iets over het niveau van het discours in Berlijn.’
Hoe was dat in Polen?
‘In Polen zag ik de conservatief-rechtse Prawo i Sprawiedliwość-partij (Recht en Rechtvaardigheid, red.) aan de macht komen. Deze partij profiteert al jaren van het polariserende discours. Hun zondebok is altijd ‘de ander’.
‘In eerste instantie betrof dit willekeurige anderen, later hadden de ‘corrupte’ West-Europeanen het gedaan en daaropvolgend moesten minderheden van alle soorten het ontgelden, zoals mensen uit de LHBTIQ+-gemeenschap.
‘In Nederland zie ik de gemoederen niet zo hoog oplopen: vooralsnog heb ik geen skinheads door de straten van Eindhoven zien lopen. Ook lijkt het erop dat er in Nederland op plekken zoals universiteiten en in het parlement ‘checks and balances’ aanwezig zijn waardoor het systeem zichzelf corrigeert als dat nodig is. Je voelt de aanwezigheid van een functionerende rechtsstaat.’
Wat moeten we volgens jou doen om verschillende groepen in de samenleving bij elkaar te houden?
‘Het is belangrijk om over identiteit te praten, ook in Nederland. De manier waarop er nu over identiteit gesproken wordt, in termen van goede mensen en slechteriken, is schadelijk voor iedereen. Daarnaast moet je de zorgen van Nederlanders – bijvoorbeeld over de ‘Nederlandse identiteit’ – niet bagatelliseren of negeren.’