Amy: ‘Bij transgenders wordt gedacht: dat is eng, daar moeten we voor oppassen’
Eerstejaarsstudente Amy zit middenin haar transitie van man naar vrouw. Mensen staren haar soms net iets te lang aan, maar daar heeft ze mee leren omgaan. Voor Amy telt één ding: ‘Ik ben op zoek naar wie ik ben en wie ik wil zijn.’
Amy, begin twintig, zit middenin haar transitie. Ze kiest er heel bewust voor om aan Univers te vertellen wat ze allemaal meemaakt: ‘Ik hoop dat lezers zo meer begrip voor transgenders krijgen, en dat lotgenoten binnen en buiten Tilburg University er steun uit halen.’ Dit is Amy’s verhaal.
Uitzoeken wie je bent
‘Toen ik een paar jaar geleden op kamers ging wonen, vond ik de ruimte om me af te vragen wie ik eigenlijk ben en hoe het met mijn gender zit. Eerder had ik die gelegenheid nauwelijks. Ik ben gelovig opgevoed en ging naar een katholieke basisschool. Daar was ik een buitenbeentje, mede omdat ik wat zweveriger was als het om gender ging.
‘Mij hield dat niet zo bezig, maar mijn klasgenootjes daarentegen wel. Voor hen was het duidelijk: dit is een meisje, dat is een jongen. Jij bent een jongen en dus hoor je je zo te gedragen. Punt. Voor mijn gevoel werd ik daardoor heel erg een hokje ingeduwd.
‘Thuis behandelde mijn stiefvader mijn broertje en mij niet goed. Er was sprake van mishandeling en misbruik. Het is zeker niet de enige reden geweest om uiteindelijk uit huis te gaan, maar ik heb wel vaak gedacht dat het voor mijn gezondheid beter was als ik zou vertrekken.
‘Zonder de blik van mijn ouders op me gericht voelde ik veel meer vrijheid om uit te zoeken wie ik ben. Het contact met mijn ouders heb ik toen voorlopig beëindigd.’
In hetzelfde schuitje
‘Op een avond vertelde ik mijn partner over mijn twijfels en gedachten over mijn gender. De volgende dag vroeg hij of ik ooit gehoord had van de term transgender. Ik ontkende, want voor mij was het nog iets onbekends. Toch was ik benieuwd en terwijl ik er steeds meer over te weten kwam, realiseerde ik me: dit is herkenbaar. Een paar maanden later durfde ik mezelf af te vragen of ik misschien ook transgender ben.
‘Een jaar lang bleef het iets tussen mijn partner en mij. Tot mijn partner ook als transgender uit de kast kwam. Hij is als vrouw geboren en gaat nu als transmasculiene man door het leven. Onlangs heeft hij een dubbele mastectomie (operatie waarbij borsten worden verwijderd, red.) gehad.
‘Omdat we min of meer in hetzelfde schuitje zitten hebben we veel aan elkaar. De ouders van mijn partner steunen ons allebei. In eerste instantie schrokken ze, en dat begrijp ik. Nadat we meer het gesprek met elkaar aangingen, werd het wat normaler voor hen.’
Een man neemt veel ruimte in
‘Je zou kunnen zeggen dat mijn partner en ik een gender swap hebben gedaan. Het is handig dat we aan elkaar kunnen vragen hoe je je hoort te gedragen. Ik kan bijvoorbeeld wel een das strikken, maar ik weet nog niet helemaal hoe ik me als vrouw in sociale situaties moet gedragen. Een man, of masculiene persoon, neemt voorrang, loopt breder en neemt überhaupt meer ruimte in. Van een vrouw wordt verwacht dat ze opzij gaat. Dat is allemaal nieuw voor mij.
‘Homo’s en lesbiennes zijn heel zichtbaar in onze maatschappij. Bij transgenders wordt nog gedacht: dat is eng, daar moeten we als samenleving voor oppassen. Iemand als Nikkie de Jager is een uitzondering. Zij is een heel zichtbaar en publiek persoon.
‘Op straat is het voor mij juist lastig om onzichtbaar te zijn. Als een mannen- of vrouwenstel ergens hand in hand loopt en denkt: dit voelt niet veilig, dan kunnen zij elkaars hand snel loslaten. Ik kan dat niet, ik kan moeilijk mijn hele lichaam loslaten.’
Waar kijk ik nou precies naar?
‘Het is raar als mensen je van de ene op de andere dag anders behandelen. Ook kijken ze anders naar me. Soms staren ze, en nog best lang ook. Zeker als je medisch (nog) niet in transitie bent en bijvoorbeeld alleen vrouwelijkere kleding draagt. Je ziet mensen denken: waar kijk ik nou precies naar? Ondanks deze blikken blijf ik actief op zoek naar wie ik ben en wie ik zelf wil zijn. Nu pas merk ik hoe fijn het is om een duidelijke rol te hebben.
‘Het is denk ik goed om uit te leggen dat ik door twee verschillende transities ga: een sociale en een medische. Mijn sociale transitie begon rond 2020. Omdat ik medisch nog niet in transitie ben, presenteer ik mezelf in deze fase feminiener. Dat moet het voor mezelf en anderen makkelijker maken, waardoor sociale interacties wat vloeiender lopen. Medisch en officieel identificeer ik me als transvrouw.’
Nog een keer de puberteit in
‘Inmiddels is er veel positief nieuws. Ik sta op de wachtlijst van de genderpoli van zowel het VUmc in Amsterdam als het UMCG in Groningen. Allebei hebben ze lange wachttijden. Het kan in mijn geval, mits alles medisch goed gaat, wel zo’n zeven tot tien jaar duren voordat ik daadwerkelijk operaties mag ondergaan die mij qua uiterlijk vrouwelijke kenmerken geven.
‘Daarnaast mag ik van mijn endocrinoloog (arts die zich met hormonen bezighoudt, red.) met hormoontherapie beginnen. Ik ga straks dus nog een keer de ‘puberteit’ in. Ook zit er nu een bijlage bij mijn geboorteakte: mijn naam en mijn geslacht zijn officieel gewijzigd.
‘Ik ben iemand die dingen accepteert zoals ze zijn: sneller gaat dit proces gewoon niet. Daarnaast is het allemaal te veel om mij zorgen over te maken. Deze dingen regelen naast mijn studie zorgt al voor veel vermoeidheid.’
Stoer doen
‘Op de campus van Tilburg University voel ik me veilig. Ik heb nooit iets vervelends meegemaakt. Los van het feit dat mensen vooral met zichzelf bezig zijn, heb ik het idee dat de acceptatie hier hoger ligt dan toen ik nog op het praktisch onderwijs zat: daar bestond het onderwerp natuurlijk ook, maar vooral in negatieve zin.
‘Als hier op de campus grapjes worden gemaakt is dat niet aan mij persoonlijk gericht, maar meer algemene stoerdoenerij. Soms praat ik met een studentendecaan of onderwijscoördinator van de universiteit. Ze luisteren, doen absoluut hun best en zijn redelijk op de hoogte van ‘gender-dingen’.’
Veilig genoeg
‘Op kamers gaan vond ik heel erg spannend. Op dit moment voel ik me veilig genoeg in mijn studentenhuis. Door allerlei wisselingen woon ik nu met mensen waar ik meer afstand bij ervaar. Bij mijn directe buurman voel ik me niet heel comfortabel, omdat hij andere waarden heeft. Mijn kamer is eigenlijk mijn enige echte veilige plek.
‘Onlangs ontving ik een appje van mijn moeder. Ze liet weten dat ze openstaat voor een gesprek. Het komt onverwacht, maar ik vind het heel erg fijn en wil graag weer contact met haar. Misschien is dat iets moois om dadelijk in de zomervakantie op te pakken.’
Amy is een gefingeerde naam. Om privacyredenen zijn specifieke persoonlijke gegevens niet in het artikel vermeld. Amy’s identiteit is bekend bij de redactie van Univers.