Met de auto de hei op: zo gingen mensen vorige eeuw op vakantie
Vakantie! Weg van huis, het liefst zo vaak (en ver) mogelijk. Halverwege vorige eeuw was dat nog helemaal niet zo gebruikelijk. Ergens langs de weg picknicken was al heel wat. En zwemmen, natuurlijk, maar dan wel met een hoge wand tussen de mannen- en vrouwenafdeling.
Wanneer je de afkorting VVV volledig uitschrijft, vraag je je vandaag de dag wellicht af: wat een rare naam is dat eigenlijk? Bij de Vereniging voor Vreemdelingenverkeer zou je anno 2024 aan heel wat anders kunnen denken dan aan toerisme. Want dat is waarvoor de VVV in 1885 werd opgericht: bevordering van het toerisme.
In de bijna anderhalve eeuw die sindsdien is verstreken, is er heel veel veranderd. VVV is nu een merk en maatschappelijk verantwoord ondernemen gebeurt er met behulp van drie Engelstalige P’s: People, Planet en Profit. Er zijn ondertussen ook veel andere spelers op de toeristische markt actief geworden.
VVV-kantoren zijn veelal uit het straatbeeld verdwenen (of gaan verdwijnen) en gemeentes en regio’s prijzen hun trekpleisters of hotspots aan via websites als ‘Visit’ of ‘Ticket to’, gevolgd door de naam van plaats of streek. En tijdens je wandeling stuit je tegenwoordig op een Toeristisch Informatiepunt (TIP), niet te verwarren met een TOP (Toeristisch Overstappunt).
Kortom, er zijn vele manieren om informatie te vergaren over een reisdoel en de mogelijkheden ter plekke. Hiervan wordt voor dagtrips, weekendjes uit of tijdens vakanties volop gebruik gemaakt. De informatiemogelijkheden waren voorheen een stuk minder uitgebreid en de straal waarbinnen gereisd en vakantie gevierd werd, was voor de meeste mensen veel kleiner dan tegenwoordig.
In de beeldbank van de Brabant-Collectie tref je mooie voorbeelden aan van vakantie vieren, recreatie en vrijetijdsbesteding in vroeger tijden. En ook van het belang dat aan toerisme werd toegekend.
Op de internationale tentoonstelling ter promotie van Tilburg (1934) was naast handel en nijverheid ook toerisme een factor van betekenis. De tentoonstelling en alle nevenactiviteiten kregen in de lokale en regionale pers veel aandacht en dat zal Tilburg de nodige bezoekers en toeristen hebben opgeleverd.
Mede door de opkomst van het socialisme en de vakbonden kregen in de loop van de 20ste eeuw steeds meer mensen het recht op vakantie. Maar op vakantie gaan naar andere oorden was lang niet voor elk gezin weggelegd. Rond 1970 ging minder dan de helft van de Nederlanders op vakantie. De natuur in de omgeving was dan vaak een alternatief. Zandverstuivingen, zoals bijvoorbeeld de Loonse en Drunense Duinen, boden aan veel mensen ontspanning.
Met de groei van het aantal mensen met een eigen auto, na de Tweede Wereldoorlog, doet een nieuwe vorm van toerisme zijn intrede: bermtoerisme. Hoe gaat dat in zijn werk? Je rijdt in de auto met het gezin naar een locatie ergens langs de kant van de weg, daar aangekomen haal je tafel en tuinstoeltjes voor de dag en genieten jullie van de meegenomen boterhammen en de koffie uit de thermosfles. En ondertussen kijk je naar het langsrijdende verkeer.
De vrijheid die een autobezitter voelde, komt goed tot uitdrukking in deze foto van Noud Aartsen. Hij plaatste bij deze foto uit 1962 de kanttekening dat mensen met auto en al de hei op gingen en daar de tent opzetten. Aartsen voorzag hierin de afbraak van de natuur.
Nederland kende in de tweede helft van de 20ste eeuw een sterke stijging van het aantal attractieparken die in de vrije tijd bezocht konden worden. Vele hiervan, zoals De Efteling, zijn begonnen als natuur- en wandelpark. Deze pretparken trekken heden ten dage veel publiek en de bezoekers brengen er gemiddeld heel wat tijd door. Een groter contrast met in je vakantie lekker een boek lezen in je tent is bijna niet denkbaar.
Recreatie en vrijetijdsbesteding vonden (en vinden) natuurlijk ook plaats in en om het water, zoals in de IJzeren Vrouw in ’s-Hertogenbosch. In dit openluchtzwembad waren de mannen- en vrouwenafdeling (er was ook nog een familiebad) van elkaar gescheiden door een hoge wand.
Het zwembad was, net als de IJzeren Man in Vught en het IJzeren Kind in Hintham, aangelegd op de plaats van een zandafgraving. Het afgegraven zand werd gebruikt voor de bouw van nieuwe woonwijken. Bij de E3-plas in Eersel was het zand bestemd voor de aanleg van de E3-snelweg.
Ad van Pinxteren is Informatiespecialist bij de Brabant-Collectie.