Ben ik trots Nederlander te zijn?

Oranje vlaggetjes, hypotheekrenteaftrek en tolerantie. Nederland is een mooi land, ziet Thomas Kaufmann. Maar is hij er ook trots op dat hij Nederlander is? ‘Op toernooien juich ik harder voor Zwitserland.’

Er hangen oranje vlaggetjes in de straten en in mijn groepsapps gaat het alleen nog maar over voetbalpooltjes. Als het chauvinisme hoogtij viert, wordt er meestal ergens gevoetbald. Nederlandse trots is eigenlijk sowieso best zeldzaam. Het komt enkel voor op Koningsdag, bij eindtoernooien en als er een belastingontwijkende (en gek genoeg in België geboren) nepobaby in een kart stapt om rondjes te rijden in dienst van een chemisch suikerdrankje.

Als ik erover nadenk of ik überhaupt trots zou moeten zijn op mijn Nederlanderschap, kom ik gek genoeg altijd bij mijn vader uit. Gek, omdat mijn vader nog niet zo heel lang Nederlander is. Ik gok dat hij zo’n vijftien jaar geleden voor het eerst bij de gemeente een Nederlands paspoort mocht ophalen.

Een spectaculair moment waarna hij thuiskwam met een porseleinen bord met daarop het wapen van Nederland en een digitale foto waarop hij enthousiast zijn duim omhoog stak. Toen hij bij zijn eerste verkiezingen prompt VVD stemde (gunstig, want hypotheekrenteaftrek), wisten we zeker dat de inburgering geslaagd was. Want kan het Nederlandser dan een stem puur voor jezelf?

Enfin, mijn ouders overleefden deze huwelijkscrisis en stemden nog lang en gelukkig op de Partij voor de Dieren. Maar daar was ik als kind (inmiddels flink puisterige puber) nog niet mee bezig. Als kind was ik benieuwd hoe mijn vader Nederland vroeger, vanuit Zwitsers perspectief, zag. Hoe stond Nederland bekend? Was hij er überhaupt ooit eerder geweest? En het allerbelangrijkste: vond de rest van Europa ook dat Johan Cruyff de beste voetballer van de 20e eeuw was?

Mijn vader sprak altijd over Nederland als tolerant land. Hij zei dat het bekendstond als land waar iedereen welkom was en waar iedereen zichzelf mocht zijn. Een mooi land. Wél een direct land. Het type land waar je de nationaliteit blijkbaar met een porseleinen bordje krijgt en dan achteraf eigenlijk nog klaagt dat er geen tompouce op dat bordje stond.

Want dan was het in ieder geval nog functioneel geweest. Een kneuterig land, maar ik begrijp wel dat mijn ouders zo’n 30 jaar geleden besloten om hier te gaan wonen en later hun kinderen ook op te voeden.

Voor mij is tolerantie vrijheid, de vrijheid om jezelf te kunnen zijn en om er überhaupt te mogen zijn. In vrijheid moet volgens mij plek zijn voor iedereen, waarbij iedereen vervolgens ook zelf mag invullen hoe ze die plek opvullen. Vanuit dat vertrekpunt heb ik het altijd erg ingewikkeld gevonden dat de PVV de term vrijheid in de naam draagt, omdat het naar mijn idee altijd de uiterste best heeft gedaan vrijheid van anderen aan te vallen en in te perken.

Ben ik trots Nederlander te zijn?

Dit is niet de plek waar ik nu volledig de PVV af ga kachelen, maar ik wil wel nog iets kwijt over de nieuwe partijprominenten die deze week het nieuws domineerden. Het in de mond nemen van een term als omvolking draagt bij aan het zaaien van angst en haat. De omvolkingstheorie is racistisch en het salonfähig proberen te maken door het in een pseudo-interessant taalspel af te doen als een zorgelijke demografische ontwikkeling is ronduit walgelijk.

Ben ik trots Nederlander te zijn?

Als ik mijn Nederlanderschap zou moeten omschrijven of duiden zou ik dat niet doen aan de hand van een bepaalde geschiedenis, bepaald erfgoed, bepaalde cultuur en al helemaal niet een bepaald ras. Ik zou het doen aan de hand van waardes. Waardes die mijn vader aanspraken en die mijn ouders uitdroegen.

Om die waardes te beschermen is hopelijk geen omvolking nodig, maar naar ik verwacht wel nieuwe verkiezingen. Tot die tijd juich ik op de eindtoernooien net iets harder voor Zwitserland.

Thomas Kaufmann is alumnus van Tilburg University.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.