Ben je een beetje druk? ‘De standaard ADHD-diagnose is niet altijd de beste oplossing’
Druk en een slechte concentratie? Grote kans dat je ADHD hebt. Fijn als deze diagnose bij je past, maar wat als iemand zich niet herkent in alle symptomen? ‘De standaard diagnose is niet altijd de juiste weg’, betoogt filosofiestudent Roos Springintveld in haar masterscriptie.
Waar gaat je scriptie over?
‘Op dit moment wordt ADHD binnen de psychologie overwegend op één manier gedefinieerd, namelijk op de manier zoals het handboek voor psychologen om iemand te diagnosticeren – Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) – dat beschrijft. Achter deze omschrijving zitten een aantal gedachtes. Bijvoorbeeld dat ADHD biologisch en genetisch is bepaald en dat het een chronische aandoening is.’
Hoe heb je dat aangepakt?
‘Ik heb dat gedaan door te kijken naar de wetenschapsfilosofie. Meestal denken we dat de huidige wetenschappelijke ideeën ons het beste antwoord geven op bepaalde vragen. Theorieën en ideeën zijn in de loop van de geschiedenis getest, sommige zijn juist gebleken en andere niet.
‘In zijn boek Hyperactivity: The Controversial History of ADHD (2012) zegt de Amerikaanse historicus Matthew Smith dat onze ideeën over ADHD niet altijd kloppen. Hij stelt dat veel van wat we nu denken over ADHD niet op juiste redenen gebaseerd is.
‘Zo zorgde de geboortegolf na de Tweede Wereldoorlog voor enorme schoolklassen. In zo’n klas kon de docent de drukke, irritante jongetjes – het stereotype beeld van een ADHD’er – niet in de hand houden. Toen de klassen nog kleiner waren had een leraar meer tijd en ruimte om zo’n leerling te helpen. Na de babyboom worden niet de té grote klassen als probleem gezien, maar het drukke kind.
‘Ook de Koude Oorlog heeft volgens Smith invloed op hoe we nu naar ADHD kijken. In Amerika moesten scholieren en studenten presteren, omdat de overheid een wetenschappelijke concurrentiestrijd met de Russen voerde. Maar niet iedereen kon op die manier goed leren.
‘Deze en andere factoren die Smith in zijn boek noemt, hebben bijgedragen aan een afname in tolerantie voor afwijkend gedrag. Hierdoor werd het biologische ADHD-model populair. Het is van belang om deze externe invloeden op ‘ADHD-feiten’ opnieuw te onderzoeken.’
Wat is de uitkomst van je scriptieonderzoek?
‘Wanneer een kind niet ‘functioneert’, gaat het meestal naar een psycholoog en wordt er een label opgeplakt. Er kunnen dan twee dingen gebeuren: enerzijds kan zo’n kind zich volledig herkennen in de diagnose en daardoor een bepaalde rust vinden. Maar als iemand zich totaal niet herkent in de diagnose, kan dat ook voor veel onrust zorgen.
‘In mijn scriptie concludeer ik dat mensen die te horen krijgen dat ze ADHD hebben, moeten weten dat dit niet de enige manier is om ernaar te kijken. Er zijn ook andere ideeën en behandelingen mogelijk. Het is een pluralistisch debat en dit wordt niet genoeg besproken in de literatuur. Als we meer verschillende, alternatieve theorieën naast de DSM zouden gebruiken, kunnen we het blikveld verbreden en verbeteren.’
Wat houdt dat dan in?
‘Als iemand zich wél herkent in de diagnose, is het goed om te weten dat niet alle theorieën medicatie zoals Ritalin voorschrijven.
‘Ik betoog in mijn scripte dat deze DSM-opvatting van ADHD niet de enige opvatting is en dat er meer aandacht moet zijn voor alternatieve zienswijzen en theorieën. Er zijn nu eenmaal veel debatten en discussies over de definitie van ADHD en hoe mensen gediagnosticeerd worden, maar daar is in de literatuur weinig aandacht voor.’
‘En wanneer iemand zich niet herkent in de diagnose is het voor deze persoon fijn om de diagnose naast zich neer te leggen. Want wanneer je je ten onrechte aan een diagnose vasthoudt, kan dat voor veel problemen zorgen.
‘Zo kan een verkeerde diagnose je zelfbeeld en zelfvertrouwen negatief beïnvloeden. Daarnaast toont onderzoek aan dat een diagnose er juist voor kan zorgen dat bepaalde symptomen verergeren. Dit kan er allemaal toe leiden dat patiënten ‘vast komen te zitten’ in het zorgsysteem.’
Masterscriptie
Een literatuuronderzoek, experimenteren in het lab of toch in de weer met SPSS? De studenten van Tilburg University schrijven de meest uiteenlopende scripties. In de rubriek Masterscriptie licht Univers er maandelijks eentje uit.
Auteur: Roos Springintveld
Titel: We need more variety: How scientific pluralism can be beneficial to the problems around ADHD
Begeleider: M. Cohen
Cijfer: 8,0
Master: Philosophy of Mind and Psychology