Een rondje campus met Marc Horsten van de gebouwendienst: ‘We blinken uit in onzichtbaarheid’
Je staat er niet bij stil als je de lift neemt, naar de wc gaat of in het gras gaat liggen in het park. Pas als er water de collegezalen inloopt of als er stukken gevelplaat loslaten, valt op hoe de gebouwendienst achter de schermen hard werkt aan een prettige, leefbare en groene campus.
Het klinkt als de naam van een projectontwikkelaar op de Zuidas: Real Estate Management. Zo heet de dienst gebouwen en terreinen van de universiteit officieel. Toch is afdelingshoofd Marc Horsten, verantwoordelijk voor alle gebouwen en terreinen van Tilburg University, er bescheiden onder gebleven. Hij neemt Univers mee voor een rondje over zijn campus.
‘We staan op een hele natuurlijke, groene campus. Maar dat is niet vanzelfsprekend, want ook het groen heeft onderhoud nodig.’ Opvallend genoeg begint Horsten zijn verhaal niet bij de gebouwen maar op het terrein achter het restaurant: ‘Als je de luchtfoto’s uit 1962 terugkijkt, zie je alleen het Cobbenhagen-gebouw en de rest was gewoon bos,’ legt Horsten uit.
De campus is aangelegd in een tijd waarin biodiversiteit niet hoog op de agenda stond. Horsten: ‘Neem bijvoorbeeld deze Amerikaanse eiken, daar staan er hier veel van. Maar het zijn exoten die hier van nature niet thuishoren en ze zijn niet geschikt voor de oorspronkelijke dieren. Als insecten verdwijnen, verdwijnen er ook andere dieren uit die voedselketen, bepaalde soorten vogels of knaagdieren. Dus dan verstoor je langzamerhand de hele keten.’
Daarom gaat het bomenbestand langzamerhand op de schop. Er worden geen bomen gekapt, maar bepaalde soorten waar inheemse dieren veel beter onder gedijen, krijgen weer de ruimte. Om goede oude exemplaren te behouden, is hier en daar zelfs een hek neergezet: ‘Deze beuken willen we graag nog twintig, dertig jaar behouden. Maar dan moeten we wel een goede voedingsrijke bodem creëren, dus we maaien daaronder niet meer en vegen de bladeren niet meer weg.’
Achter de schermen
Real Estate Management is verantwoordelijk voor alle gebouwen en terreinen. Dat gaat van nieuwbouw tot het onderhoud. Ook verbouwen en renoveren behoort tot hun taken: ‘Alles wat ‘aard en nagel vastzit’ gaat door de handen van mijn afdeling,’ aldus Horsten. ‘Als doorsnee medewerker of student zie je dat niet, maar achter de schermen gebeurt er een heleboel. Een teamleider van mij heeft weleens gezegd: wij blinken uit in onzichtbaarheid.
‘Als het goed is, merk je niet dat we ’s nachts een keer hebben geschakeld of in het weekend een koeling hebben vervangen. Ja, soms lekt het ergens, zoals laatst met die hoge grondwaterstanden. Dan hebben gebruikers er ook last van en valt ons werk wél op. Uitblinken in onzichtbaarheid is prima, maar af en toe is het goed als we laten weten dat we er zijn,’ glimlacht Horsten.
‘Bij Koopmans viel het beton vorig jaar letterlijk van de gevel, dan moeten we hakken en boren. Dan ga je overlast ervaren. Daar zijn we op zich goed uitgekomen. We hebben een goede middenweg weten te vinden, waarbij de aannemer ’s ochtends vroeg de ruimte kreeg tot een uur of tien, zodat iedereen daarna gewoon zijn werk kon doen.’
Geen gemakkelijk gebouw
‘Als je het hebt over uitblinken in onzichtbaarheid, dan gaan we nu even naar het toilet,’ grapt Horsten als we in Academia zijn. Daar zijn alle toiletten vorig jaar vervangen. ‘Die toiletten stonken en we kregen ze niet meer schoon. Het gebouw is oud.’ Dat hebben medewerkers en studenten wel gemerkt, die moesten ineens tijdelijk naar mobiele toiletten buiten het gebouw. ‘Maar we hebben snel en efficiënt werk geleverd.’
‘Academia is sowieso geen gemakkelijk gebouw,’ erkent Horsten. Het is bestemd als kunstacademie en pas later aangeworven door de universiteit. Vandaar dat de oorspronkelijke monumentale ingang van het gebouw aan de achterkant van de universiteitslaan zit. Het is heel karakteristiek voor die tijd, met splitlevel etages rond een grote open ruimte. ‘Daardoor is het bijvoorbeeld lastiger warm te houden, te koelen en te onderhouden.’
Bij het ontwerp van gebouwen wordt tegenwoordig steeds meer rekening gehouden met onderhoud, met klimaatbeheersing en duurzaamheid. ‘We hebben ook bijna geen gebouwen meer die we stoken op gas. Achter de schermen zijn we al jaren bezig om over te stappen op stadsverwarming, en voor nieuwbouw realiseren we warmte- en koudeopslag in de grond.
‘Bij Montesquieu zijn we vorig jaar overgeschakeld. Het werd nog wel even spannend,’ erkent Horsten. ‘Het gas was al afgesloten, maar door een vertraagde levering konden we nog niet over op het nieuwe systeem. Dat heeft een paar dagen geduurd en de koude periode kwam eraan. Uiteindelijk is het toch goed gekomen. Dan merken mensen pas dat we achter de schermen druk bezig zijn met verduurzaming.
Klompé is een Tesla
‘Om die duurzame normen te bereiken zit er ook steeds meer techniek in een gebouw. ‘Als je Academia vergelijkt met bijvoorbeeld het nieuwe Marga Klompé-gebouw, dan mag je wel een cursus volgen,’ lacht Horsten. ‘Dan is Academia een Lada; het rijdt en je kunt ermee vooruit. En Klompé is dan een Tesla.’
Ook goed geslaagd voor de duurzaamheidstest is de uitbreiding van het restaurant, waarbij veel gebruik is gemaakt van materiaal dat vrijkwam bij de afbraak van het Prisma-gebouw. ‘Daar hebben we zelf het initiatief genomen, en de architect en de aannemer meegenomen in onze ideeën. Het had achteraf wel een likje verf nodig, anders zag het er wel heel tweedehands uit. Maar het is een mooi voorbeeld van circulair bouwen.’
Maar het echte paradepaardje is natuurlijk het Marga Klompé-gebouw. Als je het hem op de man af vraagt, is Horsten het meest trots op dit nieuwe gebouw, al geeft hij dat schoorvoetend toe. Hij doet zijn verhaal zonder hoog van de toren te blazen. ‘Dit is één van de eerste en misschien wel hét eerste universitaire onderwijsgebouw in Nederland met een hoofddraagconstructie van hout.’
En ook hier is gerecycled materiaal gebruikt. Als isolatiemateriaal zijn duizenden afgewerkte spijkerbroeken verwerkt. En je kunt het gebouw straks aan het einde van haar levenscyclus demonteren, dat is veel duurzamer en minder kostbaar dan slopen. ‘Daar is echt wel goed over nagedacht.’
Laatste gebouw?
Is het Marga Klompé-gebouw het laatste gebouw dat erbij komt op de campus? Want de studentenaantallen lopen terug en het nieuwe kabinet wil bezuinigen op het hoger onderwijs. Daar komt nog bij dat thuiswerken en online onderwijs de laatste jaren sterk in opkomst zijn gekomen. Studenten en medewerkers zijn niet meer altijd op de campus te vinden.
Het antwoord op die vraag moet Horsten schuldig blijven: ‘We zien dat de bezettingsgraad van kantoorruimtes daalt. Voor onderwijsruimtes is de bezettingsgraad op zich nog goed. En we huren ook ruimtes, zoals de Reitse Poort, of kopen panden voor tijdelijk gebruik zoals de Meerkoldreef. Dat doen we niet voor niks, die huurcontracten kun je opzeggen.’
Hoe de campus er in de nabije toekomst uit gaat zien is koffiedik kijken. Het Warande-gebouw is ‘op’, maar het is nog een vraag of het wordt herbestemd of gesloopt. Komt er een parkeergarage achter het Cobbenhagengebouw en blijft het restaurant waar het nu zit, of komt het op een andere plaats op de campus? Het zijn allemaal vragen voor de komende jaren. En krijgen we straks ook nog een Kenniskwartier?
‘Dat Kenniskwartier gaat er echt wel komen al gaat het wel erg traag met de gemeente Tilburg,’ zegt Horsten beslist. ‘Ik denk dat het een goede ontwikkeling is, maar hoe we als universiteit het beste van die plannen kunnen profiteren, wat wij kunnen betekenen en hoe de campus gaat passen in die plannen? Dat moeten we nog even afwachten.’