Het is niet oké om een van je TOP-kindjes te versieren
Mag je als TOP-papa een van je TOP-kindjes versieren? Doe maar niet, schrijft Tom Grosfeld. ‘Het is voor aankomende studenten moeilijk om ‘nee’ te zeggen tegen hun mentor. Je kijkt tegen hem op. Je durft niet al te veel weerstand te bieden. Don’t go there.’
Toch nog even over de introductieweek. De Radboud Universiteit besloot voor afgelopen editie om de termen ‘intromama’, ‘intropapa’ en ‘introkinderen’ te schrappen. Zulke benamingen zouden een ongewenste machtsverhouding creëren, een verhouding die ze niet passend vinden binnen de universiteit. In plaats daarvan wordt voortaan gesproken over ‘mentoren’ en ‘deelnemers’.
Daar bleef het niet bij: de universiteit verbood ook het aangaan van intieme relaties tussen mentoren en deelnemers. Gebeurt dit toch, kan de betreffende mentor worden uitgesloten van de introductieweek voor het jaar daarop.
Ik betwijfel welk effect de eerste maatregel gaat hebben. Ja, taal doet ertoe, maar waren de termen papa en mama niet vrij onschuldig? En loop je niet het risico dat met het afschaffen van die termen een belangrijk en serieus onderwerp wordt gedegradeerd tot iets lacherigs?
Het hele ‘we mogen ook niets meer, we slaan door met z’n allen’-riedeltje, dat ik altijd vrij pathetisch vind, maar hier ergens wel begrijp. Ik voorzie veel hakken in het zand en veel PAPAAAA- EN MAMAAAA-geschreeuw.
Die andere maatregel, het verbod op het aangaan van intieme relaties, raakt er ook wat door ondergesneeuwd. Dat is jammer, want dat is nou juist een ontzettend belangrijke, goed te verdedigen maatregel. Ik vermoed dat de meeste studenten dat verbod ook wel zullen begrijpen, dat ze intuïtief aanvoelen dat het niet helemaal in de haak is om een van je ‘kindjes’ te versieren.
Het is voor aankomende studenten, vaak rond de achttien jaar, soms zelfs jonger, nu eenmaal vrij moeilijk om ‘nee’ te zeggen tegen hun mentor. Je kijkt tegen hem op. Je durft niet al te veel weerstand te bieden, lacht maar weer mee om de zoveelste seksueel getinte grap, bang om niet gezellig te zijn, bang om flauw te zijn, bang om preuts te zijn.
Onbewust huist ergens het idee dat je hem niet kan weigeren. Vandaar dat – even een uitstapje – therapeuten ook vaak zeggen: you don’t ask favors of your patients. Dat is omdat ze weten dat een patiënt – en ik denk in mindere mate een ‘introkindje’ ten opzichte van haar mentor ook – in een afhankelijke relatie van ze komt te staan. En geneigd zal zijn dingen tegen haar zin en belang in te doen als haar dat (impliciet of expliciet) wordt gevraagd.
Dat betekent ook dat wanneer een ‘intropapa’ zijn ‘kindje’ heel respectvol en voorzichtig romantisch zou benaderen – inclusief consent, enzovoorts – hij er nog steeds niet vanuit kan gaan dat die student niet iets doet wat ze liever niet zou willen. Kortom: don’t go there.
Ik denk dat veel studenten daar nog niet voldoende bij stilstaan, dat daar weinig over wordt gepraat. Wij hadden het destijds niet door, in ieder geval.
Mijn advies aan Tilburg University: besteed aandacht aan die scheve machtsverhoudingen, hamer erop dat mentoren geen intieme relaties aangaan met hun ‘kinderen’. Wat mij betreft maak je het onderdeel van de sollicitatieprocedure, geef je er voorlichting over en wordt er een aanspreekpunt opgezet tijdens de TOPweek.
Dan kunnen de termen ‘papa’, ‘mama’ en ‘kindje’ voorlopig nog wel even blijven bestaan.
Tom Grosfeld is journalist en alumnus van Tilburg University.