Twintigers verdienen meer, maar worstelen met woningmarkt
Twintigers van nu verdienen meer en hebben vaker een baan dan hun leeftijdsgenoten van tien jaar geleden, maar de koopwoningmarkt blijft moeilijk toegankelijk. Nieuwe cijfers van het CBS tonen aan dat hoewel de inkomens zijn gestegen, steeds minder jonge mensen een koopwoning bezitten.
Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat in 2022 slechts 2% van de 20-jarigen en 43% van de 29-jarigen in een koopwoning buiten het ouderlijk huis woonde. Dit is een daling ten opzichte van 2011, toen 3% van de 20-jarigen en 54% van de 29-jarigen zelfstandig in een koopwoning woonde. De stijgende woningprijzen en de hoge studieschulden maken de woningmarkt voor jonge mensen moeilijk toegankelijk waardoor twintigers nu langer thuis wonen.
Leenstelsel
De hoge studieschulden zijn vooral te wijten aan het leenstelsel dat in 2015 werd ingevoerd. In 2022 bedroeg de gemiddelde studieschuld 13.000 euro, een stijging ten opzichte van 11.000 euro in 2011. Vooral 24-jarigen hebben nu hogere schulden, met een gemiddelde van 17.000 euro in 2022. In het studiejaar 2023-2024 is dit leenstelsel afgeschaft.
Hoger opgeleid en meer inkomen
Tot slot blijkt uit de cijfers dat het opleidingsniveau van twintigers is gestegen: van de 29-jarigen had 56% in 2023 een hbo- of universitaire opleiding, tegenover 43% tien jaar eerder.
Ondanks hun hoge studieschulden verdient de huidige generatie twintigers meer dan voorheen. In 2022 was het gemiddelde inkomen van een uitwonende twintiger 30.000 euro, vergeleken met 25.000 euro in 2011. Pure winst is dat natuurlijk niet: door inflatie is het levensonderhoud ook een stuk duurder geworden.
Ook hun vermogen is gestegen, vooral bij eindtwintigers. Een 29-jarige had in 2022 gemiddeld 40.000 euro vermogen, terwijl dat in 2011 nog vrijwel nul was.